Nog nooit is er zo veel belangstelling
geweest voor het welzijn van dieren. Helaas
is de dierenbescherming te verdeeld om deze
kans te benutten. Dierenactivist Bernd Timmerman:
'als dat niet snel verandert, helpt de beweging
zichzelf om zeep'.
Interview door Jeroen Trommelen voor de Volkskrant 16 oktober 2004.
In een sombere bui vergelijkt
Bernd Timmerman vlees uit de landbouwindustrie
wel eens met kinderporno. Dat 'mishandelde,
dode dieren' nog steeds te koop zijn bij elke
supermarkt, vindt hij namelijk bizar. 'In
een videotheek kun je toch ook niet kiezen
tussen een speelfilm, een lachfilm of een
kinderpornofilm? Zo zou je bij Albert Heijn
of Super de Boer ook niet moeten kunnen kiezen
tussen een dier dat is mishandeld of niet.
Vlees uit de bio-industrie zou zwaar gestigmatiseerd
moeten worden. Het is een immorele keuze'.
Voor iemand die directeur is van de Vegetariërsbond en vice-voorzitter van de Partij
voor de Dieren is dat misschien geen opmerkelijk
standpunt. Maar vergis je niet, zegt de historicus
en socioloog. Het is de opvatting van meer
Nederlanders dan we denken. 'Bijna 700 duizend
mensen zijn vegetariër en bijna 20 procent
van de Nederlanders koopt regelmatig vleesvervangers.
De potentiële achterban van de dierenbeschermingsorganisaties
bestaat uit zeker vierenhalf miljoen mensen'.
Wie het slim aanpakt, beschikt met zo'n actieve
beweging over een enorme politieke invloed.
Maar de tragiek van de Nederlandse dierenbeschermers
is volgens hem dat het aan zo'n aanpak ontbreekt.
De dierenbeweging, stelt Timmerman, organiseert zich slecht en er wordt niet samengewerkt. Bestuursleden zijn te vaak
goedbedoelende amateurs. Acties worden georganiseerd
voor de eigen achterban en hebben geen politieke
invloed. Er bestaat een eindeloze trits rivaliserende
clubs en verenigingen. En als dat niet snel
verandert, helpt de beweging zichzelf daarmee
om zeep.
Dat zelfs de grootste organisatie, Dierenbescherming
Nederland met 180 duizend leden, onlangs voor
de zevende keer een directeur ontsloeg en
een nieuwe koers insloeg, spreekt volgens
hem boekdelen. Terwijl de behoefte aan een
krachtige organisatie nu groter is dan ooit.
'Twee kabinetten Balkenende
hebben de verworvenheden van twintig jaar
vernietigd. In de Tweede Kamer is sprake van
belangenverstrengeling, want bij VVD en CDA
komen de woordvoerders voor dierenwelzijn
voornamelijk uit de boerensector. Bij kleine
groepen leidt dat tot radicalisering. Zij
worden een kruitvat. Ik merk dat bij sommigen
al weerzin bestaat tegen clubs als Wakker
Dier en Bont voor Dieren, wat toch radicalere
actiegroepen zijn. Er is een toename van bedreigingen
tegen personen, vooral in de wereld van proefdieren.
Dat verontrust me zeer'.
Wat er omgaat in de wereld van dierenbeschermers
zal Timmerman niet snel ontgaan, want hij
kent die wereld als weinig anderen. Hij loopt
er tien jaar rond als bestuurder, deed promotieonderzoek naar de verhouding tussen deze organisaties
en de overheid, was drie jaar adjunct-directeur
van de Dierenbescherming en bestuurslid van
Bont voor Dieren.
Ook was hij oprichter van de stichting Animal
Peace, lid van de Raad voor Dierenaangelegenheden,
van de programmacommissie Alternatieven voor
Dierproeven en bestuurslid van De Nieuwe Omroep.
Bij de laatste Europese verkiezingen was hij
tweede op de kandidatenlijst van de Partij
voor de Dieren - die overigens net geen zetel behaalde.
U zit er middenin en bent ook niet in staat om iets te veranderen. Hoe komt dat?
'Historisch is een lappendeken van organisaties
gegroeid waarvan sommige geprofessionaliseerd
zijn en anderen niet. Alleen al door die
diversiteit is het voor leden en donateurs
onduidelijk wie ze moeten steunen. Dat leidt
bijna vanzelf naar vercommercialisering,
om met acties in de gunst van de achterban
te blijven. Dat is een manier om snel te
scoren, maar helpt niet bij het bereiken
van doelen op langere termijn.
'Bij sommige organisaties kun je als tweede
penningmeester van de carnavalsvereniging
trouwens al voorzitter worden. Te veel bestuurders
van dierenbeschermingsorganisaties komen
uit de eigen achterban en hebben een gebrekkig
historisch besef en weinig realiteitszin.
Sommigen denken werkelijk de verlosser te
zijn. Te grote ego's en zelfoverschatting.
Ze komen en verdwijnen ook vanzelf weer'.
Los daarvan, zegt hij, bestaat er een bijna
principiële scheiding tussen groepen
dierenbeschermers. Er is een traditionele
groep die huisdieren wil opvangen en dierenmishandeling
wil bestrijden, en een nieuwere die zich
bekommert om dierenrechten in het algemeen,
dus ook die van de landbouwhuisdieren en
proefdieren. Daarnaast zijn er de beleidsmedewerkers
en lobbyisten die stap voor stap de zaken
verbeteren, en ook de minder publicitaire zegeningen tellen. 'Maar al die stromingen praten nu dus nauwelijks met elkaar'.
Gaat het niet eigenlijk om twee andere stromingen: degenen die vinden dat we dieren beter moeten behandelen, en degenen die vinden dat we ze niet mogen doden?
'Dat klopt, maar die richtingen zijn wel
degelijk met elkaar te verenigen. De vakbeweging
kan dat ook. Ook wij zouden een federatie
moeten oprichten van belangenorganisaties,
waarin meningsverschillen kunnen bestaan
zonder dat die uitmonden in een strijd tussen
rekkelijken en preciezen.
'In zo'n federatie moet je acties en identiteit
afstemmen. En liefst wat minder afgeven
op elkaar, want dat is nu de gewoonte. Nu
claimt iedereen nog zijn eigen successen.
De een heeft daarvoor gezorgd,
de ander heeft een liedje gezongen bij een
ambassade en de derde heeft campagne gevoerd.
En de vierde zegt: er gebeurt al jaren niks!'
'Ik zeg al tien jaar: dit wordt de eeuw
van het dier. Er is een sociale beweging
geboren van mensen die zich bewust zijn
van dierenleed. Dat betekent niet dat iedereen
vegetariër wordt, maar wel dat de samenleving
een nieuw contract zal willen afsluiten
over de omgang met dieren. Dat zie je aan
de protesten van burgers tegen de intensieve
veehouderij, tegen de handel in exotische
dieren en tegen de plezierjacht'.
Kan iemand lid zijn van de Dierenbescherming en tegelijk een kilo-knaller-consument?
'Dat is eigenlijk niet aanvaardbaar. Het
is de bekende tegenstelling tussen de kritische
burger en de calculerende consument, vaak
verenigd in een persoon. Dierenbeschermingsorganisaties
moeten zich vaker afvragen of ze niet medeverantwoordelijk
zijn voor het gedrag van hun eigen achterban.
Denk eens aan die 300 miljoen Nederlandse
vleeskuikens die in zes maanden zijn uitgegroeid
tot Arnold Schwarzeneggers en waarvan 5
procent dood neervalt. Mensen die lid zijn
van de Dierenbescherming of van een andere
ideële organisatie, kopen die kippen
vaak wel. Dat is onaanvaardbaar, hypocriet
en schizofreen. Als je dingen echt wilt
veranderen, hoort daar bij dat je de achterban
aanspreekt'.
Goed, er wordt een federatie van dierenbeschermers opgericht. Wie bepaalt wie daar in mag, en welke organisaties worden geweigerd?
'De meeste organisaties komen daar niet
in, dat is wel duidelijk. Er zijn er nu
zo'n driehonderd, en dat is allemaal verspilling
van geld en energie. Deels gaat het om organisaties
die alleen maar zijn opgericht om geld binnen
te halen. Laten we het duidelijk houden.
Het hart van zo'n federatie bestaat uit
de huidige Dierenbescherming, bij voorkeur
opgesplitst in twee poten'.
'De ene houdt zich bezig met de opvang van
huisdieren en klassieke dierenbescherming.
De andere wordt een bureau voor maatschappelijke
beïnvloeding, ondermeer via contacten
met de overheid. Daarnaast is er ruimte
voor maximaal vier specifieke actiegroepen,
zoals Wakker Dier die over de landbouwhuisdieren
gaat, Bont voor Dieren en de vereniging
Proefdiervrij. Misschien is er dan ook nog
plaats voor een meer intellectuele poot,
waarin clubs als Varkens in Nood en de Sophiavereniging
kunnen samengaan. En naast dat alles is
er natuurlijk de politieke beweging van
deze federatie: de Partij voor de Dieren'.
Klinkt goed. Maar na een minuut breekt de eerste ruzie los en wordt een nieuwe partij opgericht.
'Tja, ik ben niet naïëef. Dat
zal waarschijnlijk wel gebeuren. Maar de
kans erop is kleiner binnen een sterke federatie
dan daarbuiten. En zouden de mensen, die
nu nog lid zijn van allerlei clubs en organisaties,
zo'n grote organisatie niet veel prettiger
vinden? Dat ze zich voor een tientje kunnen
aansluiten bij een invloedrijke grote club,
en daarnaast misschien nog bij een
van de specifieke organisaties? Ik denk
dat ik na dit interview al die organisaties
maar eens ga uitnodigen'.
Zo'n federatie heeft een eigen
ethiek nodig.
Welke middelen zijn volgens initiatiefnemer Bernd Timmerman geoorloofd en welke niet?
'Dat moet je inderdaad duidelijk omschrijven.
Mijn uitgangspunt is dat je altijd om de
tafel moet blijven zitten, met wie dan ook.
Bij wetsovertreding moet het beginsel gelden
van nee-tenzij. Dus de wet niet overtreden
tenzij dat nodig is om het protest goed
te laten blijken. Daar hoeven we niet overdreven
behoedzaam in te zijn, want nu zijn acties
vaak veel te braaf.
'Wanneer de vakbeweging een kantoor van
de werkgevers mag blokkeren of het land
een dag mag platleggen, waarom
zouden dierenbeschermers dat dan niet mogen
doen? Een korte bezetting of jezelf vastketenen,
ik heb er geen moeite mee. Wat over de grens
gaat is bedreigingen uiten of schade toebrengen
aan personen of organisaties'.
Een voorbeeld: bont raakt weer
in bij soapsterretjes.
Welke acties zijn geoorloofd?
'Blokkeer de bontzaken! Niet voor altijd
natuurlijk, maar eindeloos posten bij zo'n
winkel mag gerust. Als blijkt dat een fastfood-keten
op een walgelijke manier omgaat met dieren,
mag je ook best zo'n zaak binnenlopen en
iets met verf doen. Tjonge, wat radicaal!
Is dat nu echt een moreel dilemma? Het is
inderdaad weer een beetje in om je te vertonen
met bont. En het argument is dat je dan
ook geen vlees mag eten. Welja,
laten we dan ook maar weer paraplubakken
gaan maken van olifantenpoten en kleedjes
van apen. Het is domheid in het kwadraat'.
Waarom eet u zelf trouwens geen vlees?
'Dat heb ik van huis uit meegekregen. Mijn
moeder was zeer sociaal betrokken en heeft
ons in 1981 geconfronteerd met de ellende
in de landbouwindustrie. Tegenwoordig zijn
het vaak de kinderen die hun ouders overhalen.
Bij ons ging het dus andersom. Mijn zus
en ik zijn haar gevolgd, en mijn vader later
ook. Mijn vrouw eet ook geen vlees en vis,
en ik zou geen vrouw kunnen kussen waar
het bloed van de bio-industrie uit de mond
druipt. Bij elementaire zaken als kinderarbeid
en dierenarbeid kun je twee dingen doen:
je geest een beetje bijstellen en het niet
willen weten. Of je handelen bijstellen.
Dat heb ik gedaan'.