Sylvia Witteman kocht 2 ratjes voor haar kinderen

Sylvia Witteman schreef 22 april 2006 in haar column van Volkskrant Magazine: 'Iedereen in mijn klas heeft een huisdier…' zuchtte mijn dochter, en ze trok alvast de bibberlip waar ze waarschijnlijk in teamverband met vriendinnetjes op oefent. Niet reageren is het beste in zo'n geval, er hard doorheen zingen en snel een bezwerend blik knakworst opentrekken. Maar ik ging de uitdaging aan. 'Nou, Esmee heeft bijvoorbeeld geen huisdier', wierp ik haar voor de voeten. 'En Sanne ook niet'. Duh!' stampvoette ze. 'Esmee heeft een wandelende tak, hoor. En Sannes vader heeft kanker. Maar na de chemo krijgen ze een dwergkonijn'. 'Jezus, echt waar?', schrok ik. 'Duh! Misschien zelfs twee. En in de meivakantie gaan ze naar eurodisney. Dan mag ook toch wel een cavia'? Het was best leuk in de grote Haagse dierenwinkel. Op een baal stro zat een witte uil treffend op een poes te lijken en broeierige blikken te werpen naar soort ballenbak vol ravottende muizen: levend, dampend bittergarnituur, dat iemand zo flauw was geweest achter tralies te plaatsen. Rijen felgekleurde parkietjes zaten verveeld nootjes te kraken, als animeermeisjes aan de bar van een slecht lopende nachtclub. In een glazen bak lag zo'n enorme slang van het soort dat met open ogen slaapt, één keer per jaar zonder kauwen een kleuter doorslikt en vervolgens nog maandenlang met een opzichtige bobbel in de maagstreek landerig voor zich uit ligt te boeren. Aaien op eigen risico, stond erbij, want er waren blijkbaar mensen die het niet laten konden. De grote papegaai had, blijkens zijn schor betoog, voormalige relaties met de scheepvaart en liet zich op de kop krabben door een voze man met een hompelschoen die hem tot grote wederzijdse instemming van alles toefluisterde. Eekhoorntjes renden heen en weer met brokjes voedsel, nerveus als oberkellners op een dure bruiloft. Verder waren er nog een heleboel uit de prehistorie overgeschoten leguanen, bedremmelde schildpadden en een vogelspin die zo groot en pluizig was dat hij bijna iets knus kreeg, als een zelfgebreid eierwarmertje. Geen van deze dieren mocht mee naar huis, zoveel was zeker.
Mijn dochter hield nog even vol dat iedereen in haar klas een uil had, maar liet zich toch afleiden door de kooi met tamme ratten. Dat zijn aardige beestjes, net stom genoeg om de mensheid zelfs na generaties ellendig leven als proefdier niet te haten. Er kwam er meteen een op mijn schouder zitten, snuivend en kriebelend. Herinneringen kwamen boven. Mijn broer en ik bezaten er een kwart eeuw geleden twee ratten, met de pompeuze namen 'God' en 'Satan'. Wij waren punk, dus moesten die beesten ook: met vaseline en norit bewerkten we hun laboratoriumwitte vachtjes tot ze er net zo modieus-groezelig uitzagen als wij zelf. We maakten goede sier met ze in ons stamcafe, waar ze beurtelings slippend op de flipperkast rondrenden, door Siouxie and the Banshees heen sliepen en waterig bier dronken uit het lekbakje op de tap. Verder leefden ze voornamelijk van afgewerkte hasjdampen en hagelslag wat ze geloof ik geen probleem vonden, want ze werden ruim twee, wat oud is voor een tamme rat. Satan stierf een natuurlijke dood, maar God pleegde uiteindelijk zelfmoord door uit het zolderraam te springen. In een walm van weemoed kocht ik twee ratjes voor mijn kinderen, die ze gelukkig gewoon Kiki en Koekie noemden. Bij thuiskomst kwam Koekie's ware aard boven: hij beet, om er in één keer van af te wezen, alle drie mijn kinderen bloederig in de vingers, en begroef zich wrokkig in een kuiltje stro. 'Ratten zijn eigenlijk toch best stom' zeiden mijn kinderen, en lieten verder alle belangstelling voor de dieren varen. Maar Kiki kwam op mijn schouder zitten en ging niet meer weg. Terwijl ik zit te tikken rent hij rond in mijn T-shirt, snuift kriebelig in mijn oor en kronkelt zijn staart onder mijn neus als de snor van Salvador Dali. Hij schijt in mijn BH, zijn scherpe nagels maken een miljoen kleine, bloederige krasjes in mijn hals, maar dat doet hij niet expres. Hij leest mijn e-mail mee, met puilende ogen van plezier. Het licht van het scherm schijnt hem roze door de oorschelpjes. Soms geef ik hem een hardgekookt ei. Dat rolt hij dan een tijdje stoeiierig rond over mijn bureau, daarna pelt hij het behendig en eet het op, met kleine stukjes tegelijk tussen zijn handjes. Daarbij tsjilpt hij als een vogel. Ik zie nu al op tegen zijn dood.
Lees op het weblog meer over huisdieren of op deze site de serie over het aanschaffen van huisdieren.

Dit artikel is onderdeel van een serie aspecten rond de aanschaf van een huisdier. Hieronder de inhoudsopgave en de volgorde waarop we de aspecten langslopen. Daar weer onder artikelen over specifieke gevolgen van onze omgang met huisdieren.

Inhoud

Een huisdier nemen?

Een voorbeeld: de hond

De geschiedenis van de hond.
De hond van nu.
De gevolgen van doorfokken voor de hond.
Nadelen voor de hond.

De mens

Waarom wil een mens een huisdier?
De nadelen voor de mens.
De industrie erachter.

Conclusie

Huisdieren nemen?

Links binnen Animal Freedom naar artikelen over huisdieren

Huisdieren, het kind van de rekening?
Slechte argumenten voor het houden van huisdieren.
Jonge kinderen krijgen een verkeerd beeld van dieren.
Afhankelijkheid van dieren.
Dierenverzorging als therapie.
Loslaten van gehechtheid aan dieren.
Het konijn als huisdier, geschikt of niet …?
Varkens als huisdier?
Sylvia Witteman's column over de aanschaf van een rat.
De goudviskom als decoratie en martelwerktuig.
Reptielenleed.
Dierensector houdt baasjes in ethische gijzeling.
De wet handhaven in een hondenwereld.
Aan ieder huisdier zou een 'verwijderingsbijdrage' moeten worden gekoppeld.
Jagende huiskatten.
Steeds meer zwerfhonden.
Dierplezier? Ervaringen van de konijnenstichting op dierenbeurzen.
Enorme toename paarden en pony's.
Stephen Budiansky over de hond als ultieme parasiet.
Saffy blaft niet meer.

Links naar artikelen over honden buiten Animal Freedom

Dierenasiel Nederland.
De hondenbescherming.
Rashondenwijzer.