logo RvawL

Contactblad Relatie Mens en Dier juli 2010

Dit is het Contactblad "Relatie Mens en Dier" van de belangengroep en stichting Rechten Voor Al Wat Leeft.

Onderwerpen

NOG EENS: CO2-GASBEDWELMING VARKENS - NIEUWE HOOP?

Begin april ontvingen wij via e-mail een Duitse film over misstanden in Duitse slachterijen. Hierop waren o.a. verschrikkelijke beelden te zien van varkens die ná de CO2-bedwelming gestoken en verbloed waren en vervolgens toch nog levend en bij volle bewustzijn in het hete broeiwater geleid werden. Wij mailden de film door naar Dr. R. Hoenderken, dierenarts en bedwelmingsdeskundige en reeds vele jaren onze vraagbaak en adviseur op dit gebied. Vorig jaar heeft Dr. Hoenderken zich zeer veel moeite getroost om de Vaste Commissie Landbouw en Minister Verburg ervan te overtuigen dat bedwelming met pure CO2, zoals deze bij de grootste varkensslachterij van Europa, VION in Boxtel, wordt toegepast, een marteling voor de dieren is. Alle moeite was tevergeefs: de video-beelden die Dr. Hoenderken uit Zwitserland had laten komen en waarop de wilde bokkensprongen van een naar adem happend varken te zien waren dat bij wijze van proef aan het CO2-gas werd blootgesteld, werden door de minister afgedaan als: "dat zijn beelden van lang geleden, dat gaat nu in de praktijk heel anders en veel beter!" Zij zag geen reden deze methode te verbieden, en bovendien: de EU-regelgeving stond het toe. We moesten ons er maar bij neerleggen. Een in opdracht van de minister uitgevoerd onderzoek naar eventuele verbetering van de methode door toevoeging van zuurstof (O2) aan het CO2-gas, een methode waarmee reeds 20 pluimveeslachterijen in Europa werken, en ook bij het doden van proefdieren wordt toegepast, omdat de dieren hiermee een zéér milde dood zonder pijn en ademnood sterven, gaf ook geen soulaas. Het onderzoeksinstituut Animal Sciences Group (ASG) had het gasmengsel niet bevochtigd, hetgeen wel voorwaarde is voor een succesvolle toepassing ervan. Was het opzet? Om de proef te laten mislukken? Het leek er veel op! Bedwelming met CO2-O2 zou het slachtproces immers wel wat duurder maken en kennelijk had de minister daar geen zin in! Maar volgens ASG was CO2-O2-bedwelming bij varkens niet mogelijk! Toen Dr. Hoenderken de Duitse film had bekeken, nam hij contact op met de commentator, Prof. Dr. Klaus Troeger, eveneens dierenarts en tevens leider van het Max Rubner-Instituut (Instituut voor Veiligheid en Kwaliteit van Vlees) te Kulmbach. Naar aanleiding van dit contact reisde Dr. Hoenderken op zondag 16 mei jl. af naar Kulmbach om de gehele dag daarna met Prof. Troeger ervaringen en informatie uit te wisselen. Van dit zeer nuttige bezoek heeft Dr. Hoenderken een verslag gemaakt. Hieronder geven wij op de voornaamste punten de inhoud van dit verslag weer. Frappant was dat beide wetenschappers elk hun eigen invalshoek hadden om ernstige kritiek te hebben op de CO2-gasbedwelmingsmethode. Viel het accent bij Dr. Hoenderken vooral op het hevige en langdurige lijden (circa 30 seconden lang) van de varkens tijdens de blootstelling aan het CO2-gas in de cabine van de bedwelmingsapparatuur, bij Prof. Troeger was het vooral het feit dat zeker 1% van de varkens al weer was bijgekomen vóór het steken en verbloeden. Ditzelfde heeft Dr. Hoenderken ook geconstateerd bij VION, en dit heeft hij ook tijdens het Rondetafelgesprek in 2009 voor de Landbouwkamercommissie naar voren gebracht. De oorzaak hiervan is simpelweg de door de Nederlandse overheid veel geprezen groepsbedwelming! Groepsbedwelming De varkens worden in groepen van 10 - 12 dieren tegelijk in de cabine van de bedwelmingsapparatuur gedreven en na de CO2-marteling worden ze er bewusteloos, ook tegelijk, weer uit gekiept. De dieren worden echter niet tegelijk, maar eén voor eén opgehangen om te worden gestoken en te verbloeden. Zo komt het dat het bij elke groep voor de laatste 2 - 6 varkens langer duurt dan de wettelijk voorgeschreven tijd tot ze worden gestoken, zodat deze dieren al weer uit de bedwelming zijn bijgekomen vóór het steken en verbloeden en daarna ook nog eens bij vol bewustzijn in het hete broeiwater terechtkomen! Prof. Troeger schat het totale aantal varkens die dit overkomt op 1% (= 500.000 varkens) per jaar, alleen al in Duitsland! In Nederland zal het percentage ongeveer hetzelfde zijn. (Is het niet bizar dat de Nederlandse overheid de groepsbedwelming juist een voordeel noemt? De dieren zouden als groep steun aan elkaar hebben! Onzin! Vorig jaar hebben we daar uitvoerig over geschreven in onze contactbladen. Het lijden per individueel dier blijft gelijk ondanks het groepsgebeuren! Erger nog: ze trappen in de cabine wild om zich heen en kunnen zichzelf én elkaar ook nog eens ernstig verwonden! Dat honderdduizenden dieren, ook in Nederland, na de CO2-marteling ook nog bij vol bewustzijn het vervolgtraject moeten meemaken…. Wij vinden dit ronduit misdadig…! En dat onder een kabinet dat de mond vol heeft over normen en waarden…! red.) Cantieni en Kull Dat zijn de twee Zwitserse onderzoekers (resp. 1976 en 1994), waarvan Dr. Hoenderken vorig jaar de bovengenoemde video-beelden naar Nederland liet komen. Zij toonden met hun beelden aan hóe erg de varkens leden tijdens de blootstelling aan het CO2-gas. Prof. Troeger was hier nog niet van op de hoogte. Ook niet van het onderzoek dat Dr. Hoenderken destijds zelf hiernaar had gedaan. De video-beelden waren voor Prof. Troeger een openbaring! Hij wist niet dat het zó erg was! Hij had het zelf nog nooit kunnen waarnemen, immers: (wij citeren het verslag van Dr. Hoenderken): "De producenten van de CO2-bedwelmingsapparatuur en de slachterijen die deze bedwelmingsmethode toepassen (zoals VION in Nederland en Duitsland) schermen de huidige werkwijze volledig af. Ze proberen de consument zand in de ogen te strooien door te zeggen dat deze methode zoveel beter is voor de varkens, omdat ze groepsgewijs worden bedwelmd, en ze verzwijgen dat hierdoor het verbloeden niet altijd geschiedt binnen de wettelijk voorgeschreven tijd, waardoor 1% van de dieren weer bij bewustzijn komt vóór het steken, en dat het lijden per individueel dier vanzelfsprekend gelijk blijft". Het onderzoek/dissertatie van Kull met bijbehorende video-beelden waren zeér verhelderend voor Prof. Troeger. Met name de eindconclusie van Kull, dat de CO2-bedwelming absoluut strijdig was met de EU-regels (Kull noemde dit Ad Absurdum) was voor Prof. Troeger een eye-opener!

De rol van de VWA

Het is wel opvallend dat controleurs van de VWA (Voedsel en Waren Autoriteit) die, als ze in proefdierlaboratoria komen, waar al decennia lang muizen en ratten een milde dood sterven met CO2/O2, in transparante installaties waar het dodingsproces altijd bekeken en gecontroleerd kan worden, in slachterijen genoegen nemen met bedwelmingsinstallaties waar men dit dodingsproces níet kan controleren. En dat terwijl de EU-regels zeggen dat het dodingsproces in alle slachterijen zichtbaar moet zijn! Ook is het merkwaardig dat VWA-controleurs niet signaleren of rapporteren dat er zoveel varkens al weer uit de bedwelming bijkomen voór het verbloeden! Deze slachterijen zouden toch geverbaliseerd dienen te worden! Echter, hier blijkt maar weer dat de VWA, het controle-apparaat van het landbouwministerie, dat al vele jaren in handen is van het CDA, (hopelijk gaat dat snel veranderen!) er kennelijk niet op uit is om de vleessector te controleren maar te beschermen en uit de wind te houden. De Duitse landbouwminister was overigens ook niet blij met het televisie-optreden van Prof. Troeger. De minister wenste in de toekomst eerst meer overleg met de Afdeling Voorlichting van het landbouwministerie!

Een zinvolle ontmoeting

De ontmoeting tussen beide wetenschappers is bijzonder zinvol te noemen! De heren zijn het met elkaar eens dat de CO2-methode ónacceptabel is en…. Prof. Troeger zal bekijken of het mogelijk is in Kulmbach in hun proefslachterij onderzoek te gaan uitvoeren naar de vraag of het toevoegen van zuurstof aan het CO2-gas en bevochtiging van dit gasmengsel net als bij pluimvee, ratten en muizen, ook bij varkens kan leiden tot een milde dood, zónder excitatie, pijn en ademnood. Het Nederlandse, door het ASG uitgevoerde onderzoek, dat mislukte omdat o.a. het bevochtigen van het gasmengsel was nagelaten, wordt dus hopelijk in Duitsland overgedaan! Prof. Troeger is voorts van mening dat uiteindelijk de consument, al dan niet via de grootwinkelbedrijven, kritisch zal staan tegenover misstanden in slachterijen en gebrek aan openheid. Hij baseert dit op reacties die hij na zijn TV-optreden kreeg van Duitse dierenbeschermingsorganisaties. Zo is het in Nederland ook gegaan met het (onverdoofd) castreren van biggen, waar nu eindelijk ook knopen zijn doorgehakt door grootwinkelbedrijven die nu vlees van óngecastreerde varkens verkopen. Wij hopen van harte dat deze bijeenkomst mag leiden tot nieuw onderzoek naar de mogelijkheid varkens te bedwelmen met een bevochtigd CO2-O2-gasmengsel in het Instituut van Prof. Troeger in Kulmbach - red.

SINT-HUBERTUSMIS

Herinnert u zich nog ons verhaal in het januari-nummer van dit jaar over de Sint-Hubertusmis in de R.K. kerk in het Noordhollandse Obdam in november 2009? Waar jagers met hun honden werden gezegend, en de kerk was 'opgetuigd' met levende en (delen van) dode dieren. Wel, wij hebben het er niet bij laten zitten en vroegen naar aanleiding van de gebeurtenissen op 8 november 2009 een gesprek aan met Bisschop Punt van Bisdom Haarlem. Gesprek met Bisschop Punt Op 12 maart jl. vond het gesprek plaats in het kantoor van Bisdom Haarlem. Wij waren met een kleine vertegenwoordiging van drie organisaties: St. De Faunabescherming, St. Werkgroep 'Kerk en Dier' en St. 'Rechten voor al wat leeft'. Wij vonden veel gehoor bij de bisschop en hij had alle begrip voor onze standpunten. De plezierjacht vond hij volkomen uit de tijd! Bepaalde volken zullen voor hun levensonderhoud wellicht nog afhankelijk zijn van de jacht, maar bij ons is het voedselaanbod tegenwoordig zó groot dat wij daarvoor geen dieren meer hoeven te bejagen. De bisschop was dan ook niet blij met de Sint-Hubertusmis in Obdam. Hij wilde in zijn bisdom ook niet meer van dit soort evenementen als jagersmissen, slagersmissen enz. Hij had de Obdamse pastoor Vlaar hier al op aangesproken, en áls wij toch nog aankondigingen voor eventuele komende Sint-Hubertusmissen zouden ontdekken binnen het Bisdom Haarlem, dan mochten wij dit aan de bisschop doorgeven, zodat hij de plannen kon verijdelen. Al met al was het een zeer prettig en succesvol bezoek. U zult begrijpen hoe verheugd wij na afloop waren over dit hartverwarmende gesprek!

JOODSE VARKENSVLEESRECEPTEN

Tegenstrijdiger kan het toch al niet, zou men zo zeggen! Varkensvlees is volgens de Joodse spijswetten toch een verboden spijs voor de gelovige Jood! Toch lazen we op de website van 'Vleesmagazine' van 10 februari jl. dat er nota bene een joods kookboek met varkensvleesrecepten is uitgekomen! Wij nemen een gedeelte van het bericht voor u over: "Auteur is de Joodse ex-cardioloog Eli Landau die stelt dat varkensvlees in steeds meer Israëlische supermarkten te vinden is. Weliswaar niet onder het kopje 'varkensvlees', maar onder de (misleidende? - red.) naam 'wit vlees', of 'ander vlees'. Zijn kookboek heeft daarom ook de titel 'Het Witte Boek' meegekregen. De stijgende consumptie van varkensvlees is onder meer te danken aan de immigratie van onder anderen Russen naar Israël. Zij zijn doorgaans niet opgevoed met de strenge Joodse voedselwetten. Daarnaast werpen jonge Joden vaker de strenge tradities van hun ouders van zich af. Landau erkent dat het kookboek een beetje provocerend is. 'Maar ik heb het gepubliceerd uit gastronomische motieven omdat steeds meer mensen in Israël het vlees eten en het ook in steeds meer niet-koshere supermarkten te vinden is". (Tot zover het bericht) Onze reactie hierop: Afgezien van het feit dat men naar onze mening als ex-cardioloog toch niet het eerste aan het propageren van varkensvlees zou denken, is het toch wel heel opmerkelijk dat men het kennelijk met de spijswetten in de Talmud steeds makkelijker neemt, maar dat de Joodse rituele slachtmethode nog wél streng wordt gehandhaafd (terwijl in de Talmud nergens een bedwelming voor slachtdieren wordt verboden). We vragen ons af of de varkens in Israël ook ónverdoofd ritueel worden geslacht! Blijkbaar houdt men zich alleen aan díe spijswetten die geen belemmering vormen om ergens geld aan te verdienen of de lekkere trek te bevredigen….

GANZENOVERLAST - en 'al is de leugen nog zo snel…'

Twee jaar geleden schreven wij in ons contactblad (juli 2008) over de vangacties in Purmerend in 2004 van circa 1100 Canadese ganzen. In de jaren 2005 en 2006 werden ook nog enkele honderden ganzen gevangen. De gemeente Purmerend had opdracht gegeven aan de (beruchte!) firma Duke Faunabeheer te Lelystad de ganzen weg te vangen. Om de bewoners gerust te stellen werd verteld dat de dieren niet zouden worden afgemaakt maar ondergebracht bij hobbyboeren of andere liefhebbers. De nieuwe eigenaren mochten de ganzen niet doden en er niet mee fokken. Daar moesten zij hun handtekening voor zetten, zo werd verteld door de gemeente, bij monde van de wethouder van Dierenwelzijn Hans Krieger. Niemand kon echter te weten komen wie die nieuwe eigenaren dan wel waren! Adressenlijsten werden níet vrijgegeven, noch door Duke, noch door de gemeente Purmerend. Men moest er maar op vertrouwen dat het echt waar was allemaal. Er zou zelfs controle plaatsvinden of de nieuwe eigenaren zich aan de afspraak hielden. De Landelijke Inspectie Dienst van de Dierenbescherming zou de controle uitvoeren. Maar of de LID zelf ooit de adressenlijsten gekregen heeft is nooit duidelijk geworden! Bij de bevolking ontstond wantrouwen: zijn de ganzen echt op een nieuw adres, of zijn ze toch vergast door Duke? Toen bij een incident in april 2008, waarbij tien boerenganzen uit de Purmerendse Botterstraat zomaar ineens verdwenen waren (ze waren "per ongeluk" afgemaakt (=vergast) door Duke volgens de wethouder, en dat "had nooit mogen gebeuren; ze hadden herplaatst moeten worden, dat was ooit met Duke afgesproken") bleek de wethouder gelogen te hebben, of niet te hebben geweten waar hij over sprak. Maar het was zeker niet per ongeluk gebeurd; de dieren waren wel degelijk bewust door Duke afgemaakt door middel van CO2-vergassing. Een woordvoerder van de Botterstraatbewoners, die zeer aan de tien ganzen gehecht waren, zei op een gemeenteraadsvergadering naar aanleiding van dit incident. "Helaas zijn onze ganzen gesneuveld, en dankzij onze ganzen is er een beerput opengegaan waaruit blijkt dat alle gevangen ganzen in de afgelopen 5 jaar gewoon door de firma Duke vergast zijn zonder dat de gemeente Purmerend daar ooit informatie van heeft opgevraagd of heeft uitgezocht hoe het zat".

De onderste steen boven…

Een toenmalig fractielid van de Purmerendse Stadspartij-93, Helana Aslander, tevens juriste, heeft het er niet bij laten zitten. Zij maakte de zaak aanhangig en op 24 maart 2010 heeft de rechter uitspraak gedaan over de openbaarheid van de opvangadressen van alle gevangen ganzen in de jaren 2004 t/m 2006. De vangst van de tien boerenganzen uit de Botterstraat was aanleiding voor de lange juridische procedure. De bewoners hadden in mei 2008 aan het College van B&W gevraagd om een lijst met ringnummers en adresgegevens van afnemers bekend te maken en de ondertekende contracten. Tijdens de onderzoeksprocedure bleek al snel dat er van de hele administratie niets klopte. Diverse ringnummers waren terug te vinden op twee verschillende contracten. Eén gans zou dus op twee adressen geplaatst zijn. Bij een aantal andere ringnummers stond vermeld dat de ganzen dood waren. Aantallen geplaatste ganzen klopten niet met de aantallen dieren per nieuwe eigenaar die vermeld stonden op de contracten. Kortom: het was een zooitje. Diverse "nieuwe eigenaren" zijn opgebeld door de onderzoekscommissie. Zij reageerden allen heel vriendelijk en hadden hun smoes al klaar. Zij waren namelijk vóór die tijd al door de gemeente schriftelijk op de hoogte gebracht van de openbaarmaking van de adresgegevens, en hadden dus alle gelegenheid een aannemelijk verhaal te verzinnen. Het resultaat van de telefoonronde was bedroevend. We citeren uit het eindrapport van de Afdeling bestuursrechtspraak. "Tot nu toe hebben wij geen levende gans kunnen traceren, de meeste mensen gaven aan dat de ganzen kort na aankomst waren overleden of opgegeten door vossen. Een eigenaar waar een paar honderd ganzen geplaatst zouden zijn gaf aan dat hij een handelaar was en dat de ganzen onmiddellijk doorverkocht waren. Ook gaf een aantal mensen aan dat ze grauwe ganzen hadden ontvangen en zeker geen Canadese. Verder gaf iemand aan de ganzen van 'marktplaats' te hebben gehaald en nooit een contract te hebben getekend. Het getekende contract zat echter wel bij de stukken. Een andere eigenaar gaf aan zes ganzen te hebben ontvangen, terwijl er twaalf op het contract stonden. Gezien het bovenstaande is het voor ons nu wel duidelijk waarom de gemeente Purmerend de gegevens niet in de openbaarheid wilde brengen. Voor ons is het echter niet te achterhalen wat er precies is gebeurd in 2004". (Tot zover het rapport). Toegeven dat de ganzen gewoon allemaal vergast zijn zal Duke nooit, en de wethouder 'dierenwelzijn' ook niet. Maar voor ons is het duidelijk: de wethouder, die tijdens de eerdergenoemde gemeenteraadsvergadering nog zei "dat de binnen de gemeente Purmerend gevangen ganzen voor 100% zijn herplaatst", heeft gelogen. Toen hem door een raadslid werd gevraagd of er steekproeven zijn gedaan bij de opvangadressen, vond de wethouder dat niet nodig: "Er is geen aanleiding om te twijfelen aan de gemaakte afspraken met Duke". Een voorstel van Groen Links om een accountant de boekhouding van Duke te laten controleren werd slechts door twee partijen gesteund en ging dus niet door. Was het gemakzucht? Naïviteit? Teveel blindelings vertrouwen in Duke? Of speelde de wethouder 'dierenwelzijn' onder één hoedje met Duke? En wat waren die 'nieuwe eigenaren' voor mensen? Toen de onderzoekscommissie ontdekte dat het eerste adres op de adressenlijst, waar 20 Canadese ganzen door Duke zouden zijn afgeleverd, al een bedrijf bleek te zijn dat gespecialiseerd is in jacht- en sportgeweren, wist men wel hoe laat het was: dit steekproefsgewijze onderzoek liet al wel zien dat al die zogenaamde 'nieuwe eigenaren' afkomstig waren uit het wereldje van jagers en dierenhandelaren. En de totaal circa 1400 ganzen? Ze zullen vrijwel allemaal een ellendige CO2-verstikkingsdood gestorven zijn bij Duke Faunabeheer….

LEED OP DE OOSTVAARDERSPLASSEN

De situatie met betrekking tot de grote grazers in de Oostvaardersplassen (Heckrunderen, Konikpaarden en Edelherten) heeft in de afgelopen winter en het vroege voorjaar weer voor veel dierenleed gezorgd. Door voedselgebrek zijn weer veel dieren een langzame hongerdood gestorven. Berichtgeving via pers en media zorgde, terécht, voor veel commotie! Alom hoorde men de roep van dierenvrienden om de dieren bij te voeren. Het is immers een bizarre gedachte dat men dieren in een omheind gebied uitzet en vervolgens zonder in te grijpen gaat zitten kijken hoe ze langzaam uitgemergeld raken en sterven. Staatsbosbeheer, die verantwoordelijk is voor het hele project, voelt echter niets voor bijvoeren. De natuur moet zijn loop hebben, is het principe. Bovendien zou bijvoeren voor veel onrust en gevechten zorgen en uiteindelijk zouden de sterkste dieren alles, en de zwakkere dieren niets krijgen. Sinds enkele decennia leven er kuddes Heckrunderen, Konikpaarden en Edelherten in de Oostvaardersplassen. In 1983 zette Staatsbosbeheer 34 Heckrunderen uit, in 1984 volgden er 19 Konikpaarden en in 1992 43 Edelherten. Doel hiervan was om het gebied open te houden. Om onnodig dierenleed zoveel mogelijk te voorkomen zijn hierover met het Ministerie van Landbouw duidelijke afspraken gemaakt. Indien er 's winters voedselgebrek zou optreden zou maximaal 30% sterfte de norm zijn. In de echte natuur sterven immers ook (de zwakste) dieren als er voedselgebrek optreedt? Bovendien was de afspraak dat door honger of andere oorzaken ernstig verzwakte dieren door Staatsbosbeheer door middel van een 'genadeschot' uit hun lijden zouden worden verlost. Bij deze afspraak werd echter rekening gehouden met de mogelijkheid dat wellicht circa 10% van de verzwakte dieren níet ontdekt zouden kunnen worden. Het moest dus mogelijk zijn om minimaal 90% van de verzwakte dieren wél tijdig uit hun lijden te verlossen.
oostvaardersbos

Spoeddebat

Een televisie-uitzending in het begin van dit jaar liet inderdaad wel een zeér triest beeld zien. Kadavers en stervende dieren lagen her en der verspreid. De dieren die nog op hun poten liepen waren voor een groot deel sterk vermagerd. Deze uitzending was aanleiding voor een spoeddebat van de Vaste Commissie Landbouw en Minister Verburg van Landbouw in de Tweede Kamer. Het initiatief voor dit spoeddebat was nota bene genomen door Tweede-Kamerlid H.J. Ormel (CDA), die hiermee kennelijk eens wilde laten zien hóe begaan het CDA was met dierenleed…. Natuurlijk had hij gelijk: de situatie van de dieren in de Oostvaardersplassen was mens- en dieronwaardig! Hij pleitte voor bijvoeren met schraal hooi en het project per direct te beëindigen, of voor regulering door jacht zoals op De Hoge Veluwe. Het was opvallend hoe de heer Ormel zich zichtbaar opwond ("Als dierenarts is dit voor mij niet om aan te zien!") Van diverse kanten kreeg hij dan ook te horen dat men hem "als dierenarts" nog nooit zo boos had gezien in debatten over de intensieve vee-industrie, de dieronwaardige veetransporten en over de diverse wrede slachtmethoden zoals de CO2-vergassing en de onbedwelmde rituele slacht. Maar ja, dat waren natuurlijk allemaal economische kwesties, en dan ben je nu eenmaal meer CDA-Kamerlid dan dierenarts…. Tijdens dit debat, dat plaatsvond op 17 maart jl. werd een aantal dingen duidelijk: Volgens Minister Verburg was nog geen 30% van de dieren verhongerd, maar "slechts" 21%. Maar…, de zwaarste tijd moest nog komen: in het voorjaar zouden nog veel dieren die er nu al slecht aan toe waren sterven omdat er dan nog geen voedsel genoeg zou zijn. Het percentage zou dus zeker nog oplopen. De minister zegde toe dat zij eind mei de echte sterftecijfers aan de Tweede Kamer zou toesturen. Van de 21% dieren die reeds gestorven waren is het niet gelukt om 90% met een genadeschot uit hun lijden te verlossen, maar slechts 80%. Twintig procent van de stervende dieren is dus een lange en pijnlijke hongerdood gestorven. (Terwijl we dit schrijven beseffen we dat we bezig zijn met cijfertjes en percentages, maar het lijden van ieder individueel dier dat in dit land de hongerdood moet sterven, terwijl de mens toekijkt en het laat gebeuren om welke reden dan ook…, dat roept bij ons weerzin op en machteloze boosheid op de mensen die dit zo hebben georganiseerd. Dat er gesproken wordt over randvoorwaarden, waarbinnen het toegestaan is om 10% van de kreperende dieren hun hongerdood tot het bittere einde te laten ondergaan… - red.) Tijdens het spoeddebat werden ook oorzaken genoemd waarom de 90% afschot niet werd gehaald:
  • moerasgebied leent zich er slecht voor om te schieten
  • de vorst werd als oorzaak genoemd (wist men dat dan niet voor men de afspraken maakte?)
  • de aanwezigheid van publiek: men wilde het recreërend publiek niet teveel opschrikken met geweerschoten…
  • er werden schaatswedstrijden gehouden op de Oostvaardersplassen, en "die ene keer dat men op natuurijs kon schaatsen, wilde men het plezier van de schaatsers niet bederven door geknal van geweerschoten…
(Wij vinden dit ónacceptabel en verbijsterend dat men de dieren zó erg en zó lang laat lijden vanwege het plezier van de mensen…, Minister Verburg had echter wel begrip voor dit argument…, red.) Minister Verburg deelde vervolgens het volgende mee: - Zij zou aansturen op minstens 90% afschot van verzwakte dieren. - Dit voorjaar (2010) zou evaluatie plaatsvinden i.p.v. in 2011 - Bijvoeren van de dieren zou niet gebeuren; dit had volgens de minister geen zin. Pas als de sterkere dieren geen voedsel meer hadden zou er worden bijgevoerd - Er komt geen beschutting voor de dieren (om zich te beschermen tegen de kou) - Er komen geen geluiddempers om schietlawaai terug te dringen. Kort na het spoeddebat, op 23 maart, ging een meerderheid van de Tweede Kamer akkoord met een motie van Kamerlid Ormel, om de dieren onmiddellijk schraal hooi te geven. Dat is gebeurd, maar zover wij weten is deze actie niet gelukt, omdat de verzwakte dieren het voer niet meer tot zich konden nemen. Beheer door jacht? Ondertussen gingen stemmen op die vonden dat het gebied van de Oostvaardersplassen beter beheerd zou kunnen worden door 'wildbeheereenheden' (plezierjagers), evenals op De Hoge Veluwe. De dood door een kogel zou toch lang zo erg niet zijn als de hongerdood! Wel, ten eerste kan jacht nooit de natuurlijke selectie vervangen. Integendeel: jacht brengt veel verstoring en onrust met zich mee voor alle diersoorten in een gebied. Bovendien hebben we in Nederland alleen maar plezierjagers (30.000!!) die zeker niet altijd vakkundig en praktisch nooit gewetensvol te werk gaan! Plezierjagers schieten het liefst de gezonde en sterke dieren af, want daar vallen trofeeën mee te verdienen, en er zit ook nog eens veel meer vlees aan! Het afschieten van zwakke en stervende dieren levert geen trofeeën en weinig vlees op en dat vinden zij dus zonde van de kogels…. Op De Hoge Veluwe worden de dieren bijgevoerd (om de populatie kunstmatig te verhogen) en daar wordt o.m. 90% van de zwijnen door jagers afgeschoten. Deze toestanden willen we toch ook niet in de Oostvaardersplassen? Er verschenen petities op internet, hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit jagerskringen. Ook op de jagersinternetsites stonden petities: dat de dieren in de Oostvaardersplassen zo vreselijk moesten lijden en dat er een eind aan moest komen (dat is waar, red.), dat regulering van de aantallen dieren veel beter d.m.v. jacht kon gebeuren dan door het laten verhongeren van de dieren (dat is niet waar, red.). Helaas, moeten we zeggen, is dit allemaal jagerspropaganda! Maar wat dan? Zijn we het dan eens met de wijze waarop Staatsbosbeheer het beheer uitvoert? Nee, zeker niet! Men had nooit aan dit project moeten beginnen. Maar helaas kan het niet meer worden teruggedraaid. Nu de dieren daar eenmaal zijn zal Staatsbosbeheer z'n taak op meer verantwoordelijke wijze dienen uit te voeren:
  • bij voedselgebrek niet 90%, maar 100% van de verzwakte dieren afschieten, niet pas als ze stervend zijn, maar in een veel eerder stadium,
  • in de winterperiode geen publiek toelaten en geen schaatswedstrijden houden; Staatsbosbeheer kan dan zijn taak uitvoeren, nl. het afschieten van ernstig verzwakte dieren, zonder rekening te hoeven houden met het publiek. Bovendien moeten dieren in de winter zuinig omgaan met hun energie. Dat lukt niet als de dieren steeds worden verstoord door mensen. Op t.v. hebben we kunnen zien dat een wandelaar naar een verzwakte hinde liep, die vervolgens wegrende en totaal uitgeput in het water terechtkwam en daar overleed.
  • beschutting tegen de vrieskou aanbrengen.
Wij zijn zeér benieuwd wat de evaluatie van dit voorjaar op gaat leveren!

De Stichting Rechten voor al wat Leeft.

Auteur .

pijl omhoog