Bij dierenrechten uitgaan van vrijheid heeft een aantal gevolgen voor de veeteelt, sport en onze omgang met huisdieren: deze moeten worden ingeperkt.
* Het liefst zouden we zien dat de beheersjacht overbodig
wordt gemaakt door het bevorderen van het natuurlijke
evenwicht, eventueel door het (her)introduceren van
natuurlijke predatoren. Dan is het niet nodig om een
discussie te houden of de beheersjacht verboden zou
moeten worden.
** Het houden van huisdieren die niet zijn doorgefokt en zich natuurlijk kunnen gedragen.
In het algemeen zou je de stelregel kunnen hanteren "als het dier in alle vrijheid bij een mens blijft,
is er niks mis mee om het dier als huisdier te houden".
*** Er zijn primair en secundair verantwoordelijken voor dierenleed. Het dragen van (nep)bont is iets anders (meer secundair) dan het fokken
van pelsdieren (meer primair verantwoordelijk). Een verbod op het dragen van bont gaat
te ver, omdat het mensen uit pure recalcitrantie en
protest tot het inperken van hun vrijheid ertoe kan
verleiden om juist wel bont te gaan dragen. Iets soortgelijks
geldt voor het mensen verplichten om ecologisch vlees
te gaan eten. Voor deze zaken is het gunstiger om sociale
druk uit te oefenen.
Met opzet wordt geen definitie van vrijheid
gegeven. Vrijheid is een paradoxaal concept, dat door te omstandig
uit te werken onwerkbaar wordt: "freedom defined is freedom denied".
Dieren zijn vrij:
- van dorst, honger en onjuiste voeding;
- van fysiek en fysiologisch ongerief;
- van pijn, verwondingen en ziektes;
- van angst en chronische stress;
- om hun natuurlijke (soorteigen) gedrag te vertonen.
De eerste vrijheden zijn onomstreden, de laatste twee worden (helaas) in de praktijk vaak niet gehaald. |