U hebt verschillende boeken over dierenrechten
geschreven. Wat wilde u daaraan met Empty Cages
toevoegen?
In The Case for Animal Rights heb ik destijds de
filosofische grondslag voor morele dierenrechten
gelegd zoals het recht op leven en het recht geen
leed berokkend te worden. Ook heb ik de consequenties
daarvan geschetst: het stopzetten van de "productie"
van dieren voor voedsel en kleding; het afschaffen
van dierproeven; het stoppen met dierentuinen,
dolfinaria en ander vermaak ten koste van dieren.
In Empty Cages heb ik geprobeerd te beschrijven
waar voorvechters van dierenrechten in de praktijk
mee te maken hebben. In tegenstelling tot The
Case, dat onderdeel vormt van een academische
discussie, is Empty Cages bestemd voor een algemeen
publiek. Het is in zekere zin een recruteringshandboek.
Iedere voorstander van dierenrechten heeft familie,
vrienden, kenissen, collega's die zich afvragen
waarom je vegetariërof veganist bent, waarom
je om dieren geeft, wat dierenrechten betekenen.
Als ze dat na het lezen van dit boek nog steeds
niet begrijpen, heb ik gefaald. Anders gezegd,
veel mensen hebben een verkeerd beeld van de dierenrechtenbeweging.
En dat probeer ik in Empty Cages recht te zetten.
Waar komt dat verkeerde beeld vandaan?
Dierenrechten zijn moeilijk te verkopen. Ik signaleer
drie grote problemen waar voorvechters van dierenrechten
last van hebben. Allereerst spreken de grote dierenindustrieën
niet de waarheid. Hun steeds herhaalde boodschap
is dat zij dieren "humaan" behandelen.
Maar daarmee veranderen zij de betekenis van dit
woord. "Humaan" betekent met zorg,
met compassie, zachtheid en respect. Maar dat
is niet de manier waarop dieren in de industrie
behandeld worden, geenszins. Het ontmaskeren van
de industrie vormt daarom een belangrijke opdracht.
Ten tweede houdt de overheid deze praktijk in
stand, steunt ze de industrie. Net als de VS heeft
Nederland wetgeving die eist dat dieren humaan
worden behandeld - maar in de praktijk komt
daar niets van terecht, conformeert de overheid
zich aan de invulling van het begrip "humaan"
dat tegengesteld is aan zijn werkelijke betekenis.
Tot slot werken de media hier over het algemeen
aan mee, zeker in de Verenigde Staten. Geen wonder,
want de industrie steekt daar veel geld in, heeft
mensen in dienst wier dagtaak het is de media
te beïnvloeden. Veel media kunnen het zich
financieel ook niet veroorloven al te kritisch
te zijn, want de dierenindustrie is een van de
grootste adverteerders. Behalve dat de media de
industrie volgen in de onjuiste voorstelling van
"humane behandeling", schilderen zij
voorstanders van dierenrechten bovendien af als
sentimentele, onwetenschappelijke en onmaatschappelijke
zeloten, als misantropische fanatici, of, nog
erger, als terroristen.
Maar sommige extreme dierenrechtenactivisten
dragen aan dat beeld wel bij.
Ja, maar dat is slechts een heel kleine minderheid
die in de media enorm wordt uitvergroot. Media
zijn alleen geïnteresseerd in datgene wat
afwijkt van de regel. Een veilige landing is niet
interessant, een vliegtuigongeluk wel.
Overigens, gezien de astronomische aantallen dieren
die worden mishandeld en gedood, begrijp ik terdege
waarom mensen over de schreef gaan. Te rechtvaardigen
is het echter mijns inziens niet. Het doet bovendien
veel schade aan het imago van de dierenrechtenbeweging
als geheel. De industrie speelt daarop in door
te infiltreren in het dierenrechtenactivisme en
mensen aan te zetten tot criminele acties.
Een aantal jaar geleden ging dat zelfs zover dat
er een moordaanslag was geraamd op een vertegenwoordiger
van de dierproefindustrie. Zogenaamd door dierenrechtenactivisten.
In werkelijkheid had de vertegenwoordiger de aanslag
zelf op touw gezet om de dierenrechtenbeweging
in een kwaad daglicht te kunnen stellen. Gelukkig
kwam dit geval net op tijd uit, maar het toont
aan hoever de industrie bereid is te gaan. In
zekere zin is dat natuurlijk een compliment. Het
laat zien dat het idee van dierenrechten daadwerkelijk
een bedreiging is voor de industrie, dat het een
morele, politieke en economische macht vertegenwoordigt.
Let wel, dat ik mij altijd duidelijk heb uitgesproken
tegen illegale acties zoals het plegen van vernielingen, betekent niet dat ik altijd tegen het overtreden
van de wet ben. Allerminst. Alleen, ik ben tegen
het gebruik van geweld en ik vind dat als
je de wet breekt, je niet mag weglopen voor de
consequenties.
Je moet de wet in alle openheid
trotseren. Als je zaak sterk genoeg is, zullen
ze je niet arresteren of straffen, simpelweg omdat
ze zich de slechte publiciteit niet kunnen veroorloven.
Burgerlijke ongehoorzaamheid kortom zoals Gandhi
die toepaste.
U gaat in uw werk uit van universele rechten. Maar op dat concept bestaat nogal wat
kritiek. Sommigen beschouwen het zelfs als een
neo-imperialistisch project om niet-westerse samenlevingen
westerse normen op te leggen. Wat is uw reactie
daarop?
Laat ik allereerst zeggen dat het logisch is
dat op het idee van rechten kritiek bestaat. Moraalfilosofie
handelt over de meest cruciale vragen van het
leven. Het zou erg vreemd zijn als iedereen het
daarover met elkaar eens was. Waar het dus om
gaat is de vraag: wie heeft de beste argumenten?
Wie heeft de sterkste zaak? Het idee van universele
rechten mag dan de nodige kritiek ontmoeten, uiteindelijk
denk ik dat zij het van andere morele theorieën
wint. In het utilitarisme bijvoorbeeld wordt genot
en leed tegen elkaar afgewogen om te bepalen wat
moreel goed is. Dit betekent dat, voordat uitgemaakt
kan worden of een verkrachting moreel af te keuren
valt, het leed van het slachtoffer en haar omgeving
moet worden afgewogen tegen het genot van de dader.
Ik vind het moreel obsceen dat dit genot wordt
meegewogen.
Vergelijkbaar: tegenover postmoderne
kritiek op universele waarden staat het gevaar
van moreel relativisme. Waar moet je voor kiezen?
Iedereen moet dat voor zichzelf beslissen, maar,
nogmaals, in de afweging tussen verschillende
morele perspectieven, denk ik dat die van morele
rechten duidelijk de beste papieren heeft.
Dat betekent echter niet dat het concept van rechten
overal een kant-en-klare oplossing voor kan bieden.
Geenszins. Je kunt wel bepaalde principes formuleren
en die proberen toe te passen, maar er zullen
altijd individuele gevallen zijn waarbij het uitermate
moeilijk, zo niet onmogelijk is om uit te maken
wat goed is en wat slecht. Vaak weten we gewoon
niet wat te doen. Het is belangrijk je dat te
realiseren.
Vertrouw nooit mensen die de waarheid
in pacht denken te hebben.
Tegelijkertijd, laat je door zulke moeilijke gevallen
niet verlammen. Voor de dierenrechtenbeweging
is het belangrijk dat zij uitgaat van datgene
waarover overeenstemming bestaat. Bijvoorbeeld,
we zijn het erover eens dat veganisme het doel
is waar we mensen heen willen leiden. Laten we
daar dus aan werken.
U strijdt al sinds begin jaren zeventig
voor dierenrechten. De wereldvleesconsumptie is
al die tijd alleen maar blijven stijgen. Wanhoopt
u niet?
Nee, zeker niet. Maar het is natuurlijk waar
dat het een moeilijk proces is. De dierenrechtenbeweging
komt nergens als we niet groeien. We hebben niet
genoeg aan duizenden of tienduizenden mensen.
We hebben miljoenen en miljoenen mensen nodig
om een kritische massa te kunnen vormen die nodig
is om een omslag te bewerkstelligen.
Veel mensen verlaten echter de beweging na verloop
van tijd . Deels omdat er dingen gebeuren in hun
leven die het moeilijk maken om hun activisme
voort te zetten - in verband met hun werk,
hun partner, kinderen, hun gezondheid. Maar deels
ook omdat ze het gevoel hebben niet belangrijk
te zijn, omdat ze het gevoel hebben dat ze niets
bereiken. Dat is de belangrijke uitdaging
van dierenrechtenorganisaties: zorgen dat hun
leden voelen dat ze nodig zijn, zorgen dat er
daadwerkelijk iets bereikt wordt. Als je het gevoel
hebt dat je niet nodig bent, blijf je niet. Als
je het idee hebt dat je niets bereikt, dat je
alleen maar aan het verliezen bent, is het masochistisch
om door te gaan met petities, ingezonden brieven,
demonstraties. Daarom moet je zorgen dat je overwinningen
boekt. Zodat je kunt feestvieren en zeggen, kijk,
dit hebben we bereikt.
En we hebben veel bereikt.
Als ik naar
mijn vak kijk, filosofie, dan is er een enorm
verschil met dertig jaar geleden. Er was toen
in Amerika eigenlijk geen enkele universiteit
te vinden waar aan dierenrechten serieuze aandacht
werd gegeven. Nu is er eigenlijk geen universiteit
te vinden waar er géén serieuze
aandacht aan dierenrechten wordt gegeven. Die
vooruitgang zorgt ervoor dat ook op andere gebieden
men dieren niet meer kan negeren. Dat kan ons
motiveren bij andere aspecten van culturele verandering
- op economisch, politiek, sociaal gebied.
Onderschat ook niet de betekenis van technologie.
Zo ben ik ervan overtuigd dat in de toekomst vlees
zal worden gekweekt zonder dat daar dieren voor
nodig zijn. Daarmee zal niet alleen aan eindeloos
veel dierenrechtenschendingen een einde komen,
maar het zal het voor veel mensen veel makkelijker
maken dierenrechten te accepteren.
Toch, hoe reëel is het dat voldoende
mensen zich aansluiten?
Sommige mensen zijn voor mij verloren in de zin
dat ik mijn hele leven kan besteden om hen te
overtuigen zonder enig succes te boeken. Maar
dat zijn er maar een paar. Beschouw iemand die
niet tot de dierenrechtenbeweging behoort als
jezelf, zoals je vroeger was. Ikzelf werkte bijvoorbeeld
lang geleden als slager. En kijk waar ik nu ben.
Het idee dat dit niet met een ander kan gebeuren
is arrogant.
In communicatie gaat het niet alleen om de boodschap.
Of om de ontvanger. Het gaat even hard ook om
de zender. Door hoogmoedig te zijn komt je boodschap
niet over. En evenmin door haatdragend te zijn.
Mensen horen niet wat je zegt als je tegen ze
schreeuwt. Ze kruipen weg in hun schulp. Op hoogmoed
en haat reageren mensen alleen maar negatief.
Ik ben ervan overtuigd dat verreweg de meeste
mensen diep in hun hart compassie hebben voor
dieren. De kunst is dat gevoel op te laten bloeien. |