Doen wij het beter?
Daar was ie weer, de boer die opstond en het publiek waarschuwde voor de rampen die ons staan te wachten, als de vleeskuikens in perfide landen als Brazilië en Thailand worden gemest.
Het gebeurde tijdens het nationaal debat over de intensieve veehouderij.
Het is een breed gedragen opvatting, ook onder niet-boeren.
Natuurlijk gebeuren er in andere landen wel eens dingen met voedsel die wij liever niet hier zien gebeuren.
In België bijvoorbeeld, waar de hormonenmaffia zelfs moord niet
uit de weg ging. Of in Polen, waar onze afgeschafte batterijkooien
voor leghennen zo vlot aftrek vinden en de diergezondheid
zorgen baart. En laten we Groot-Brittannië niet vergeten,
dat dankzij de niet aflatende pogingen van de ijzeren
dame Margaret Thatcher de publieke sector om zeep te helpen,
erin slaagde de halve wereld op kosten te jagen door de
creatie van de gekke koeienziekte BSE, ontstaan doordat
geliberaliseerde destructiebedrijven bespaarden op stookkosten
en kadavers minder verhitten.
Vooruit, nog maar eens een land waar je beter geen zaken
mee kunt doen, als het om veilig voedsel gaat: de Verenigde
Staten. Geen stukje vlees dat niet bol staat van de hormonen.
Soja waarin genetisch zoveel is gerommeld, dat niemand
meer kan garanderen, dat er ook nog niet gemodificeerde
soja Europa binnen komt. Toch zijn de favoriete boosdoeners
landen in Zuid-Europa, Zuid-Amerika, Azië en Afrika.
Inderdaad, allemaal wat zuidelijk. Wat daar niet allemaal
gebeurt met vleeskuikens, runderen en varkens, dat grenst
aan het misdadige. Terwijl de vleeskuikens in Nederland
toch maar een luizenleventje hebben, worden ze in Brazilië
door boosaardige mesters doodgemarteld, als ze al een
leven voor die dood hadden. De runderen op de pampa's
van Argentinië hebben allemaal mond- en klauwzeer,
of zijn daartegen ingeënt. En hun leven is miserabel.
En wee de arme varkens in Spaanse en Italiaanse handen.
Nee, het is onbegrijpelijk dat de supermarkten hier de
voorkeur geven aan het vlees van die dieren en het heerlijke
vlees van onze eigen verwende koeien alleen in gehaktvorm
in de schappen willen. Goed, het is een beetje gechargeerd,
maar in wezen komt de kritiek op alles wat van zuidelijke
en oostelijke verten komt hier toch wel op neer.
Supermarkten maken rationele afwegingen
En het moet maar eens gezegd, het is echt flauwekul. De
supermarkten zouden van lotje getikt zijn om hier elders
onveilig geproduceerd vlees te importeren. Herefords,
Limousins, Blonde d'Aquitanes, prachtige Europese dieren,
waar je het heerlijk vlees vanaf ziet, dat soort dieren
maar dan iets andere rassen zie je in Zuid-Amerika over
de pampa's zwerven. Onze Holstein-Frisian-melkkoeien daarentegen
zijn de topatleten,
die enorme hoeveelheden melk kunnen produceren. Mooie
beesten, maar je denkt niet onmiddellijk aan eten, als
je ze ziet. In Zuid-Amerika is het toedienen van hormonen
en andere dure middelen niet zo gebruikelijk. Wel mag
je aannemen, dat de dieren een redelijk dierwaardig bestaan
hebben geleid.
De productie van vleeskuikens is een industriële
aangelegenheid, die net zo goed in Brazilië als hier
kan plaats vinden. Ook daar wordt gecontroleerd door de
supermarkten. De xenofobe reacties op producten uit verre
landen wordt meer ingegeven door -bedenkelijke- hoogmoed
dan door feitenkennis. De supermarkten weten wel beter.
Wel Iers en Argentijns vlees in de schappen, maar vlees
uit de VS wordt geweerd. Overigens zijn die supermarkten
ook niet onfeilbaar. Nog altijd kopen ze soms producten
in uit landen waar de gifspuit meer wordt gehanteerd dan
hier en de resten daarvan zo'n beetje van de tomaten afdruipen.
Terwijl Nederlandse tomaten doorgaans gifvrij zijn, als
ze op de schappen liggen tenminste.
Maar over buitenlands vlees moeten we voortaan maar zwijgen. |