Ernorm gedreven is de Indiaas-Amerikaanse
activiste Anuradha Mittal. Zij probeert hardnekkige mythen
over honger de wereld uit te helpen. Zoals de idee dat
eerst kunstmest en bestrijdingsmiddelen, en nu gentechnologie
nodig zijn voor voldoende voedsel. Het interview verscheen in het 2004
meinummer van Milieudefensie Magazine en is geschreven
door Marcel Ham en Michiel Bussink. Een klein deel van
de inleiding is weggelaten.
De in India geboren activiste Anuradha Mittal uit de Verenigde
Staten is zeer gedreven. Want de vraag of we genetisch
gemanipuleerd eten willen, gaat over veel meer dan zo
maar een nieuwe techniek: over of we door willen gaan
met vernietigen van de aarde en de levens van miljoenen
mensen. Milieudefensie haalde Mittal naar Nederland vanwege
de campagne 'WTO, handen van mijn bord!' tegen de Wereldhandelsorganistie
WTO die Europa waarschijnlijk zal dwingen om meer Amerikaans
gentechvoedsel op de markt toe te laten. Mittal is directeur
van het Institute for Food and Development Policy, beter
bekend als Food First. De progressieve denktank in Californië
werd in 1975 opgericht door Frances
Moore Lappé en Joseph Collins die wereldwijd
miljoenen exemplaren verkochten van hun boek Diet
For a Small Planet. In Nederland bracht Milieudefensie
begin jaren tachtig het gedachtegoed van Lappé
en Collins onder de aandacht met het boekje 'Honger -
Tien sprookjes de wereld uit'.
Vroeger als meisje geloofde ze ook in de sprookjes die
haar op school werden verteld. Dat India voor het behoud
van zijn onafhankelijkheid moest vertrouwen op dure technieken.
Tranen van ontroering kreeg ze in haar ogen als ze filmpjes
zag waarin de minister-president een nieuwe dam inzegende
en het volkslied werd gezongen. Later, als student-activist
aan de Universiteit van Delhi, realiseerde ze zich dat
haar niet de hele waarheid was verteld. Dat vele mensen
zonder compensatie gedeporteerd werden of zelfs vermoord
voor de bouw van de dammen. Ze raakte betrokken bij actiegroepen
tegen stuwdammen, gevaarlijke industrieën, andere
milieu-onderwerpen. "Zo was het eigenlijk heel natuurlijk
dat ik, via een studie aan Berkely, uiteindelijk bij Food
First terechtkwam". Daar is ze trouwens bezig met
haar laatste dagen, want gaat leiding geven aan een nieuwe,
vergelijkbare denktank, het Oakland Institute dat ook
aan onderzoek, analyse en belangenbehartiging gaat doen,
maar dan niet alleen over voedsel en landbouw. Om tegenwicht
te geven aan de vele rechtse denktanks in de Verenigde
Staten.
Deplorabel
Democratie, dat is volgens Mittal het ontbrekende
ingrediënt bij vele maatschappelijke onderwerpen.
Genetisch gemanipuleerde producten worden op de markt
gebracht en handelsverdragen afgesloten, zonder dat
mensen er om hebben gevraagd. "Gekozen politici
hebben er voor gekozen niet naar de mensen te luisteren".
Negentig procent van de Amerikanen vindt dat gentechvoedsel
gelabeld zou moeten worden, maar ze krijgen geen label
van hun politici. De Europeanen hebben nu wel regels
die etikettering van gentechvoedsel verplicht stellen,
maar de Amerikanen proberen die nu, samen met Canada
en Argentinië, via een aanklacht bij de WTO als
concurrentievervalsend te torpederen.
Ze wil nog wel eens uitleggen wat er ook al weer mis
is met genetisch gemanipuleerd eten: de gezondheidseffecten
zijn niet goed onderzocht, het bedreigt de biodiversiteit
- "en daarmee uiteindelijk de voedselzekerheid"
- maar het belangrijkste van alles is dat gentechnologie
de greep van het bedrijfsleven op de voedselvoorziening
versterkt. "Wie de zaden controleert, controleert
het voedselsysteem". En gaat er met de winst vandoor,
ten koste van milieu, boeren en het platteland, overal
op de wereld, ook in de VS: "Er zijn op dit moment
meer gevangenen dan boeren in de VS. De armste vijftig
gemeenten zijn allemaal agrarisch. De toestand op het
platteland is deplorabel".
Rottend graan
Ze herhaalt wat Collins en Moore-Lappé bijna
vijfentwintig jaar geleden ook al zeiden in hun boek:
"Het is een mythe dat honger het gevolg is van
gebrek aan voedsel. Er is wereldwijd voedsel genoeg.
Honger is een gevolg van armoede". Volgens de FAO,
de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde
Naties, hebben 380 miljoen mensen in India honger. "Tegelijkertijd
is India de derde voedselproducent in de wereld, met
een overschot aan graan. Tijdens de hongersnood van
2000 lag er tachtig miljoen ton te rotten in de graanschuren:
de regering verwachtte het te kunnen exporteren. Tegelijkertijd
kocht India graan van Amerikaanse bedrijven als Cargill
omdat de Wereldbank, die India hulp gaf, dat voorschreef.
Zinloos is het". Een verhaal dat voor veel ontwikkelingslanden
opgaat. "Gedurende de beruchte hongersnood in Ethiopië
in de jaren tachtig, exporteerde het land tegelijkertijd
bonen. 87% van de landen waar honger heerst, exporteert
voedsel". Gedwongen door de schulden die ze moeten
afbetalen en de aanpassingsprogramma van Wereldbank
en Internationaal Monetair Fonds.
Maar dankzij de Groene Revolutie, van verbeterde zaden
gecombineerd met kunstmest en bestrijdingsmiddelen,
is de totale voedselproductie in India toch wel degelijk
toegenomen? "Tussen 1970 en 1990, grofweg de periode
van de Groene Revolutie, steeg de hoeveelheid voedsel
per persoon in de wereld met elf procent. Tegelijkertijd
daalde het aantal ondervoede mensen in de wereld met
150 miljoen. Je zou dus zeggen dat er een oorzakelijk
verband is met de Groene Revolutie". Maar dat is
volgens Mittal niet zo: als je China weglaat uit dit
verhaal, waar door landhervormingen de honger afnam,
steeg het aantal ondervoede mensen in de wereld. En
dat was niet een gevolg van de bevolkingsgroei: de hoeveelheid
voedsel per hoofd van de bevolking nam immers toe. "In
India is de ongelijkheid gegroeid als gevolg van de
Groene Revolutie: de paar grote boeren profiteerden
er van, de kleine boeren die zich voor de aanschaf van
pesticiden en kunstmest in de schulden hadden gestoken,
konden op een gegeven moment hun schulden niet meer
betalen en raakten hun land kwijt". Elk jaar overkomt
dat volgens Mittal twee miljoen Indiërs. Er zijn
dorpen in het zuiden van India waar geen één
boer met twee nieren meer te vinden is, omdat ze hun
andere verkocht hebben om hun familie te voeden. Veel
boeren plegen zelfmoord door de bestrijdingsmiddelen,
die hen zoveel geld hebben gekost, bedoeld om hun akkers
mee te besproeien, op te drinken". Volgens Mittal
is de Groene Revolutie op het punt gekomen dat de opbrengsten
afnemen, vanwege de bodemuitputting en vervuiling die
het heeft veroorzaakt en doordat allerlei plagen en
onkruiden resistent zijn geworden voor chemische bestrijdingsmiddelen.
Poorwashing
Nu zeggen veel bedrijven en wetenschappers dat een
nieuwe groene revolutie nodig is voor de bestrijding
van de honger, in de vorm van gentechnologie. Bijvoorbeeld
om zaadgoed beter resistent te maken tegen droogte,
zegt bijvoorbeeld ook onze kroonprins Willem-Alexander.
"De gentechnologie heeft nog helemaal geen successen
te melden op dat vlak. Bovendien ontkent het volledig
de enorme diversiteit aan gewassen die er al bestaat.
India kent wel 15.000 rijstrassen, die vanwege de Groene
Revolutie vaak in onbruik zijn geraakt, maar die allemaal
hele verschillende eigenschappen hebben. Sommigen kunnen
tegen droogte sommige tegen natte omstandigheden anderen
tegen veel schaduw, of juist veel zon en ga zo maar
door". Het grote verschil met de gentechzaden is
alleen dal de gentechindustrie aan het traditionele
zaadgoed niks verdient.
Dat gentechbedrijven als Monsanto zeggen met hun producten
de honger te willen bestrijden noemt Mittal dan ook
"poorwashing" naar analogie van 'greenwashing',
het mei PR aanmeten van een groen imago. "Die bedrijven
doen alsof ze zich druk maken om de hongerige bevolking
van ontwikkelingslanden, maar ondertussen buiten ze
ze uit voor grotere winsten". In India bestaat
een grote beweging van kleine boeren en landlozen die
heftig protesteert tegen de pogingen van Monsanto om
er een gentechmarkt te veroveren. Proefvelden worden
in brand gestoken en de leus die gebruikt werd ten tijde
van de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten is
weer van stal gehaald, nu gericht tegen de gentechmultinationals:
"Quit India!"
En dan nog een veel gehoord argument om je niet tegen
gentechnologie te verzetten: het valt toch niet meer
tegen te houden, als je ziet hoe snel jaarlijks mondiaal
het aantal hectares transgene geteelde gewassen stijgt.
Mittal reageert verontwaardigd "Dat is hetzelfde
als zeggen dat Milieudefensie maar moet besluiten om
er mee te stoppen omdat het zo slecht gaat met het milieu.
Gaan we beslissen dat we het milieu verder laten vernietigen,
dan we geen voedselzekerheid willen? We hebben niet
het recht om te beslissen mee te stoppen".
Cuba
Kern van het alternatieve voedselsysteem van Mittal
is 'voedselsouvereiniteit', een idee dat ook aangehangen
wordt door Via Campesina, de wereldwijde beweging van
kleine boeren. Ieder land, liever eigenlijk elke regio,
moet het recht krijgen om zelf te beslissen hoe het
zijn voedselproductie inricht. Waarbij toegang tot voldoende
voedsel een mensen recht is. En dus niet, zoals nu,
primair handelswaar waarin wereldwijd vrijlijk gehandeld
wordt. Landbouw moet daarom ook uit de WTO gehaald worden,
vindt ze. Want die organisatie wordt door de westerse
landen gebruikt om markten in ontwikkelingslanden open
te breken, daar hun overschotten te dumpen en de voedselproductie
kapot te maken. "In de jaren veertig en vijftig
wilden de VS niet dat er binnen de voorlopers van de
WTO over landbouw werd gepraat, want ze wilden hun eigen
landbouw beschermen, en dan eisen ze nu dat andere landen
dat wel doen". Opnieuw reageert ze verontwaardigd
als ze hoort dat zelfs Milieudefensie en bijvoorbeeld
ook een partij als GroenLinks 'Haal de landbouw uit
de WTO' geen realistische eis vinden. "Boeren en
maatschappelijke bewegingen in ontwikkelingslanden eisen
het wel. Het is niet aan ons in het noorden om te zeggen
dat dat onrealistisch is. De geschiedenis zal uitwijzen
wie er gelijk heeft:"
Jazeker, ze ziet ook ontwikkelingen in de goeie richting.
Cuba bijvoorbeeld, daar is de landbouw inmiddels voor
een groot deel op biologische leest geschoeid. Noodgedwongen,
na de instorting van de Sovjet Unie, toen de import
van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen instortte
en ook de handelsboycot werd aangescherpt. Om hongersnood
te voorkomen, moest er met minder industriële imputs
meer geproduceerd worden en dat is gelukt, door goed
naar ecologische principes te kijken. Dat haar pleidooi
voor het Cubaans model wel eens sympathie voor Castro
zou kunnen suggereren vindt ze nou weer zo simplistisch.
Ze wil ermee alleen maar mee laten zien dat we kunnen
kiezen voor een ander landbouwmodel. "We hebben
een boel macht". Vraag is of haar eigen wereldbeeld
ook niet wat te simplistisch is: de foute uitbuitende
bedrijven versus de wereldbevolking als slachtoffer.
Het zijn toch bijvoorbeeld ook boeren in Europa en de
Verenigde Staten die er met hun lobbywerk voor zorgen
dat hun producten op de wereldmarkt worden gedumpt?
"Dat zijn de grote boeren, die zijn in de minderheid.
Kleine boeren, in de VS, Europa, India zijn overal het
slachtoffer".
Karma
Goeie dingen gebeuren er ook, zelfs in de VS. In Californië
zijn bijvoorbeeld verschillende gewesten die de teelt
van gentechgewassen willen verbieden, wat uiteraard
op grote tegenstand van gentechbedrijven stuit, die
er veel geld tegenaan smijten om het verbod proberen
te voorkomen. Maar haar nieuwe Oakland Institute wil
de gewesten helpen uit te zoeken hoe het verbod gestalte
te geven. En Community Supported Agriculture is een grote beweging aan het worden in de Verenigde
Staten. Daarbij nemen consumenten aandelen in boerenbedrijven
die in ruil daarvoor groente, fruit, eieren, vlees en
dergelijke leveren. Zonder tussenhandel dus, waar de
grootste winsten worden gemaakt. "Steeds meer scholen,
universiteiten en zelfs gevangenissen doen er aan mee".
Over zoiets als sympathieks als Max Havelaar koffie
-faire trade- is ze trouwens een stuk minder
enthousiast. "Het is goed als arme boeren een betere
prijs krijgen voor hun koffie, maar het is een doekje
voor het bloeden. Want ook in die situatie hebben ze
vaak niet de vrijheid om zich de vraag te stellen: waar
gebruiken we ons land voor? Voor de export of voor de
eigen voedselvoorziening?" Stoppen met koffiedrinken
dus hier in het noorden? "Accepteren we zoveel
bloedvergieten omdat wij per se 's ochtends ons kopje
koffie willen?", wil Mittal weten. "De strijd
om land is in vele landen keihard. Overal worden mensen
vermoord omdat ze opkomen voor hun recht op een stukje
land. Exportlandbouw leidt tot concentratie van land
en tot marginalisering van kleine boeren. Accepteren
we dat? Dat is een ethische vraag".
Nee, ze is niet pessimistisch. "Geen enkele vrijheidsbeweging
bereikt wat zonder strijd, kijk naar de vrouwenbeweging,
de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten, de
strijd tegen apartheid. Er gaan zoveel mensen in zoveel
steden de straat op om te demonstreren tegen de huidige
vorm van globalisering, in Seattle, Praag, Melbourne,
Johannesburg, Porte Allegre. Al die mensen geven me
hoop". Maar Nederland dan, hier is de andersglobalseringsbeweging
toch wel erg mager. Mittals antwoord is diplomatiek.
"Ik heb zoveel bewondering voor de mensen zoals
die van Milieudefensie die tegen de stroom in het debat
over gentechnologie in Nederland op gang proberen te
brengen, elke dag daarvoor de inspiratie opbrengen".
Ze moeten zich volgens haar realiseren dat resultaat
halen niet één, twee drie gaat. "Tegelijkertijd
moeten we ook het leven vieren, goed op jezelf letten,
goed eten, er voor zorgen dat er mensen zijn die je
steunen". Als Hindoe gelooft ze in Karma, zegt
ze: "You need to do your deed". Mijn
job is het om mijn karma te volgen, zodat wanneer ik
eens mijn ogen sluit ik kan zeggen dat ik gedaan heb,
wat ik moest doen. Ik probeer de wereld te veranderen,
maar ik zorg er in ieder geval voor dat de wereld niet
mij verandert".