Gedachten zijn krachten om te communiceren met dieren |
Opgegroeid in een traditioneel
jaren 1950 gezin met ouders die altijd klaarstonden
om voor mens of dier met raad en daad en met heel
hun huis (zie foto) hulp te bieden, spelen dieren vanaf dat
ik lopen kan een grote rol in m'n leven. Het waren
ook wel de soort van broers en zussen die ik niet
had en al waren ze geheel anders: dieren en ik
begrepen elkaar uitstekend. Opgroeiend in zo'n
pedagogische omgeving waar de gedachten sterk
gericht zijn op solidariteit, wordt het de normaalste
zaak van de wereld dat je altijd bereid bent om
mens of dier waar nodig te helpen, en dat je er
op leert vertrouwen dat de meeste mensen en dieren
ook bereid zijn om jou indien nodig te helpen,
binnen hun vermogens. Tot in de jaren van m'n puberteit woonden we aan
de rand van een stad, dus weliswaar niet buiten,
maar ook daar viel genoeg te beleven met honden,
katten, konijnen, kippen, geiten en de bonte vogelpopulatie
die in zo'n bebouwde omgeving ook leeft. Al in
mijn kindertijd was er onze hond, die het kennelijk
scheen te weten als ik thuis dan wel ergens in
de buurt in de problemen was geraakt: dan was
ie er, opeens. En legendarisch waren de lange
zomervakanties waarin we met de buurtkinderen
op clowns- en acrobatieknummers trainden en daarnaast
alle huisdieren die we konden verzamelen dagenlang
steeds een paar uur "kunstjes" leerden,
om tegen het eind van de vakantie voor de hele
buurt een circusvoorstelling te houden (al is
dat een soort van bezigheid met dieren die op
deze website niet echt gepropageerd wordt…
). Al jong bracht ik de meeste vakanties ook door
met helpen in het dierenasiel of in een dierenpension.
En diergeneeskunde moest het worden later, als
studie; dat logische ideaal sjouwde me met gemak
door bijna de hele vooropleiding heen, tot ik
mezelf gewonnen moest geven aan de toen nieuwe
zgn. moderne wiskunde. Maar als assistente jarenlang
bij een dierenarts die openstond voor m'n alternatieve
suggesties en (be)handelingen, heb ik mijn schade
op dat vakgebied toch alsnog wel aardig ingehaald
later. |
Zijn dieren dom?
Met de verhuizing naar een landelijk en nog met
veel kleinschalige boerenbedrijven gesierd dorpje
tegen de Randstad aan toen ik 15 was, is eigenlijk
het ware leven begonnen. Opeens waren er nog veel
en veel meer dieren en diersoorten - en het mooiste
was: we woonden er midden tussenin, we maakten
alles mee. Een paar extra handen om te helpen
op deze of gene boerderij waren altijd welkom,
en al doende leerde je veel over de beweegredenen
en inzichten van de boeren, over de gewoonten,
en over de dieren. Omdat ik niet het type was
dat klakkeloos aanneemt wat een ander vertelt,
liep ik al gauw vooral rond met de vragen "waarom?"
of "waarom niet?" waar het aankwam op
de beperkingen die aan dieren werden toegeschreven
en opgelegd. Ze dachten niet na, heette het, ze
konden alleen maar dit of dat, je moest oppassen
in bepaalde situaties want anders deden ze je
kwaad, ze kenden alleen de eigen boer en de handen
die hun voer kwamen brengen.
Dieren waren dus dom, bijna heel het dorp was
katholiek en daarmee "de kroon op de schepping"
en de kracht van die gedachten was heel sterk.
Zo bleven de dieren dom in de opvatting van de
mensen. Zo werd er gesproken, en zo werden de
overtuigingen en de werkelijkheid van anderen
op je overgebracht, onopzettelijk geïndoctrineerd.
Ik besloot om dat allemaal zèlf te gaan
onderzoeken door dieren te observeren en met hen
te communiceren en te kijken "wat daar uit
kwam". Tussen de dagelijkse plichten van
school en later werk en andere sociale contacten
door, heb ik dat tientallen jaren kunnen volhouden.
Dan krijg je toch een heel andere overtuiging
rond dierlijke interesses en vermogens dan waar
de meeste wetenschappers mee lijken te werken:
dieren zijn onze broeders en zusters, ze lopen
alleen op andere laddertjes van de evolutie. Daarop
zouden ze zich verder moeten kunnen ontwikkelen.
Maar de domme mens maakt dat voor veel dieren
onmogelijk door de manier waarop hen het recht
wordt ontzegd en onthouden om in vrijheid te zijn
wie ze zijn en hun mogelijkheden aan te spreken.
Daarnaast voedt die mens de meeste van z'n kinderen
op om vooral ook zo te blijven denken.
Wij zagen dat thuis dus anders en deze gedachte
bracht met zich mee dat we altijd huisdieren hebben
gehad, maar ook een uiteenlopende verzameling
van dieren die om een of andere reden een tijdlang
een plek, begrip en verzorging nodig hadden en
die later weer vrijheid en een plaats tussen soortgenoten
kregen als ze zover waren dat ze voor zichzelf
konden zorgen. De woonomgeving bood daar ook alle
ruimte en gelegenheid voor, en voor ons was dat
een geschenk uit de hemel. |
Zijn dieren intelligent?
In het algemeen is mijn ervaring dat dieren, en
soms vooral jonge dieren (honden, katten, schapen,
lammeren, kalfjes, geiten, biggetjes, eendjes,
kuikens en kippen, konijnen, hamsters en zelfs
de schildpad die lange tijd onze logé is
geweest) een grotere intelligentie, rationeel
zowel als sociaal, hebben dan aan hen wordt toegeschreven.
De omgeving waarin ik het best tot die conclusie
kon komen was het jarenlange, gewone gezinsleven
met kinderen en met een levendige, grote tuin:
midden tussen de boerderijen. De meeste hiervoor
opgesomde dieren konden overdag doorgaans vrij
in- of uitlopen, d.w.z. hun eigen (nacht)verblijf
in of uit, de tuin, het huis, of de buurt. Veel
soorten van jonge dieren die - net geboren of
uit hun ei gekomen - hun moeder verloren waren,
zijn zo met de actieve hulp van m'n herdershond,
man en kinderen grootgebracht. En juist in die
huiselijke omgeving die nou niet bepaald "natuurlijk"
was voor bijvoorbeeld lammetjes, eendjes, biggetjes
of een schildpad, werd zo goed zichtbaar dat al
zulke dieren elkaar en de mensen prettig (h)erkenden
als allemaal leden van een groot gezin. Ze bleken
ieder zo hun specifieke intelligentie te hebben
op practisch gebied (bijvoorbeeld "hoe doe
je een deur open?" en als je dat zelf niet
kunt "wie haal je erbij die dat wel kan?"
of "wat voor herrie kun je maken zodat de
deur opengaat?"). Net zo goed als je tegen
een hond of kat met woorden iets kunt zeggen dat
een aanwijzing inhoudt: "nee, afblijven"
(van zulke dingen vinden we het normaal dat een
hond of kat ze begrijpt), blijk je dat met een
lammetje dat amper een paar dagen oud is en door
je kamer huppelt ook te kunnen: vriendelijk en
overtuigd eenvoudige taal gebruiken: "nee,
niet doen!" of "kom eens hier"
of "opzij alsjeblieft". En het lam doet
precies wat je bedoeling is. Het doet dat niet
angstig, het doet dat niet in verwarring, nee:
het doet dat begrijpend en beleefd. Ook biggen
zijn in dat opzicht intelligent, staan open voor
nieuwe indrukken en ervaringen, zijn bereid te
luisteren en daarnaar te handelen.
Het waren ook deze leefervaringen die onze toen
nog jonge kinderen deden besluiten om geen vlees
meer te willen eten. Dat het vegetarisme als leefwijze
bestond en dat betrokkenen daar een grote waarde
aan hechten, daar was ik me niet echt bewust van
en dat heb ik dus niet overgedragen op het gezin.
Al heel lang beperkte ik me qua vleesconsumptie
tot matigheid en tot het vlees van dieren die,
gehouden door een familielid, een zeer goed en
vrij leven hadden gehad. Ook in mijzelf lag de
gewoonte verankerd om het eten van vlees als "normaal"
te zien. En zo waren het de kinderen, die nog
wat dichter bij de goede bedoeling van het leven
stonden, die in heel korte tijd van ons gezin
een vegetarisch gezin maakten. |
De kracht van een gedachte
Eenmaal zo ver gekomen in het communiceren met
dieren, bleef ik zoeken naar en lezen over de
ervaringen van anderen. Mensen als Konrad Lorenz
bijvoorbeeld, of Barbara Woodhouse, of Focco Huisman.
Toen was ik al bekend met het bestaan van leylijnen,
magnetische velden en de energetische processen
die zich in de hersenen afspelen: de draaggolven
van cellulair en atomair bewustzijn voor het overbrengen
van soorten van informatie, zowel in taalbegrippen
als in gevoelens.
Het heeft mij er destijds toe aangezet om te gaan
oefenen en in ieder geval met m'n eigen dieren
en met de schapen en kalfjes van onze buren en
met een enkel paard "in de geest" te
gaan communiceren, en niet langer alleen in spraak
of in handgebaren.
Dat lukte met fysiek heel kleine dieren moeilijker
tot niet, maar met de wat grotere (intelligentere?)
dieren uitstekend. Zo heb ik eens de kudde, toen
die na de lammertijd weer vanuit hun kampje naast
de boerderij met een veetrailer naar de weilanden
buiten het dorp moest, binnen een minuut of zo
die wagen in "gedacht" nadat 4 boeren
er een kwartier achteraan hadden lopen jagen.
Het werkt eenvoudig: je richt je blik op de ooi
die de leidster is en projecteert "in de
geest" met gedachtenkracht rust, tevredenheid
en visuele beelden van een groot, groot weiland
met veel gras - en je probeert het gevoel over
te zenden dat het GOED is. Midden in de stampede
die daar gaande was met haar voorop, hield ze
in, stopte, keek me misschien een volle seconde
recht in m'n ogen (ik stond heel ergens anders
in die kamp), verlegde haar koers en ging in gewone
looppas recht op de plank van de veetrailer af,
met de hele kudde en de lammeren in haar kielzog.
Einde probleem. En ik wist dat de kudde
blij zou zijn om na maanden weer de ruimte te
krijgen, je gaat immers niet liegen tegen een
dier. Blijkbaar had deze ooi mijn gedachten-bericht
direct, volledig en foutloos oftewel storingsvrij
ontvangen en meteen begrepen.
De boeren lachten dat alles opeens toch nog zo
mooi gelukt was. En ik liet dat maar zo en hield
er weer het gevoel van vrede en verwondering aan
over dat er krachtlijnen bestaan op Moeder Aarde
waar je blijkbaar "zomaar" gebruik van
mag maken en waarmee je informatie kunt zenden
waarmee een medeschepsel op dat moment een dienst
wordt bewezen. |
Eerlijk duurt het langst
Het voorgaande is slechts een voorbeeld uit een
langere reeks van dergelijke ervaringen om dieren
aan te zetten tot een bepaalde actie, die op dat
moment de beste lijkt om een einde te maken aan
een probleem. Anderen gebruiken deze methode vooral
om van een ziek dier zelf te vernemen waar het
pijn heeft, wat er gebeurd is en wat het dier
nu zou willen. Kleine dieren kun je net als kinderen
desnoods maar vastpakken en neerzetten waar ze
zijn moeten, maar met grote jongens als pinken,
vaarzen, koeien, varkens of paarden is dat niet
altijd eenvoudig. Ik vind wel dat deze vorm van
communicatie echt een doel moet hebben; voor het
dagelijkse "goeiemorgen, hoe gaat het met
je?" ook naar je dieren toe, kun je gewoon
spraak gebruiken. Al kennen ze de betekenis van
die woorden niet, ze herkennen een vriendelijke
boodschap en dat is wel voldoende dan.
Toen ik destijds m'n buurman hoorde vloeken en
bezig zag om z'n schapen bijeen te krijgen, wist
ik dat het er om ging ze naar het grote
weiland te brengen. Zoveel jaar zo wonen, dan
weet je dat. Maar wat dachten zijn schapen? Vier
rennende kerels waren hoe dan ook een forse verstoring
van het leventje met hun lammetjes in die kamp.
Ik had dus een "voorsprong": ik kende
het doel. Het doel was niet verkeerd, de methode
echter wel: geen enkel begrip voor de situatie
en onzekerheid van de kudde. Alsof een dier te
stom is om "iets" over zichzelf en zijn
situatie te kennen denken, en op hol hoort
te slaan. Dus hoewel ik daar op dat moment niet
thuishoorde, wilde ik ingrijpen zowel uit rationele
als gevoelsmatige motieven. Communiceren "in
de geest" combineert dan verstand en gevoel.
In je boodschap kun je zelf een warmte voelen
(arme dieren die zo opgejaagd worden) en die uitzenden
om het vertrouwen van het dier dat de kudde leidt
op te wekken. Zij kende me wel, maar slechts uit
de verte. Het doel, allemaal rustig de wagen in,
was immers voor alle partijen het beste.
Omdat we gedachtencommunicatie niet gewend zijn
en het een onzichtbare en onhoorbare informatievorm
is die een ander wezen echter wel kan beïnvloeden,
vind ik dat er uiterste eerlijkheid bij nodig
is voor je er aan begint. Is je motief wel in
het belang van het dier? Daarnaast is het geen
bezigheid om lichtvaardig mee om te gaan omdat
het blijkbaar een krachtig appel doet op
de zogenaamde frontale hersenen op een bijzondere manier,
zodat een uurtje hoofdpijn na afloop nogal eens
mijn deel was.
Ook kende de gebeurtenis die hier als voorbeeld
dient toch wel degelijk een stukje eigenbelang.
Als je anderen ziet lijden, lijd je zelf (een
beetje) mee. Als je dat lijden kunt opheffen of
verzachten, is dat dus ook in jouw belang:
dat "geeft een goed, dankbaar gevoel".
Het kennen van lijden elders, van mens en dier,
en niet de macht hebben om dat lijden te verminderen,
ontneemt je in feite steeds een heel klein stukje
van je "mens-waardigheid". Een mens
hoort niet onberoerd te blijven door lijden en
onmacht van een ander. Dat hoort (naar z'n aangeboren
goedaardige, sociale natuur), beneden z'n waardigheid
te zijn: hij of zij hoort te kunnen helpen. De
informatiemaatschappij heeft dat in practische
zin steeds verder onmogelijk gemaakt: het slechte
nieuws stroomt binnen, en waar moeten wij het
laten? En zo verliezen we dus eventueel, dag na
dag, bij kleine beetjes delen van onze waardigheid
en stompen af: doordat we toeschouwer moeten zijn.
Zodat het heel logisch is dat er allerlei levendige
actiegroepen bestaan, want niet iedereen wil blijven
toekijken. |
Dankbaarheid
Waar ik in staat was om een dier, of een groep
dieren, op een inspannende of op een niet alledaagse
manier te helpen, was het alsof het universum
reageerde met het in m'n hart laten neerdalen
van een intens gevoel van dankbaarheid. Dankbaar
dat ik er toevallig was, toen ik nodig was. Een
gevoel van geluk waarbij een onbeschrijflijke,
zachte vrede over me neerdaalt en dat nauw verweven
is dan met het besef dat er iets bijzonders is
gebeurd. Als je eigen hond of paard ziek is of
zich verwond heeft en je helpt zo'n dier, is het
niet vreemd dat het dat toelaat. Maar als een
dier dat mij niet kent en zeker een dier uit de
vrije natuur me dan toelaat in z'n nood op dat
moment, zonder te bijten of te vluchten, dan is
m'n nederigheid en dankbaarheid voor die belevenis
moeilijk in woorden uit te drukken. Dan ben ik
ver op weg (denk ik) naar dat gevoel van totaal
een zijn met alle leven om je heen,
van opgaan in "al wat ademt". Het is
met dat oer-bewustzijn dat blijkbaar de Indianen
ooit permanent leefden, en ook de verhalen van
de Aboriginals wijzen op een bestaan midden in
dat universele bewustzijn tot op de dag van vandaag.
Wij westerlingen zijn dat en masse verloren, maar
ik weet dat het nog bestaat.
Het zijn niet alleen de (heel) bijzondere ontmoetingen
met dieren die me boeien. Ook van dieren die dagelijks
hier leven kan ik intens genieten. Zij blijken
immers telkens weer over onvermoede ideeën
en gedragingen te beschikken en zo blijf je lachen,
leren en je verbazen. Maar door hun zeldzaamheid
vooral zullen onverwachte ontmoetingen in de natuur
met dieren die het niet op een lopen zetten en
toch zichzelf blijven, ieder die het overkwam
voor altijd bij blijven. De aura en uitstraling
van de mens die zoiets in bos of veld meemaakt
met een roof- of prooidier dat hem best weleens
wat beter wil komen bekijken, moet iets vertrouwenwekkends
uitzenden: iets goedaardigs - want anders was
dat dier zó weg. Dus al lijkt zo'n ontmoeting
in een leefomgeving die de onze niet is een grote
bijzonderheid: ik denk dat je altijd zelf
degene bent die door uitstraling en het gevoel
dat je oproept verantwoordelijk is voor wat een
dier al snel van jou "begrijpt" als
het niet voor de vlucht kiest. Want waar gesteld
wordt dat de Grote Geest "in alle dingen
is", daar zijn gedachten krachten. Mieke Ruijzendaalfebruari 2003. |
Cecilia van der Drift heeft het vermogen ontwikkeld om telepathisch te communiceren met dieren.
Sinds enkele jaren heeft ze een praktijk voor telepathische dierenconsulten. |
|
|
|
|
|