Dit artikel verscheen 8 oktober in het
podium van de Verdieping van het dagblad Trouw onder de
titel "Beloon biologische boeren met subsidie".
Uit de samenleving is groeiende druk voelbaar
om over te stappen van intensieve veeteelt op milieu-
en diervriendelijke productiemethoden. Tegelijk staat
de Nederlandse landbouw onder druk door concurrentie uit
lagelonenlanden. Overgang van efficiënte bulkproductie
naar een landbouw gericht op toegevoegde waarde, zoals
versheid, kwaliteit, milieu- en diervriendelijkheid, biedt
uitkomst. De meerwaarde voor de consument rechtvaardigt
bovendien een hogere prijs die de extra kosten kan dekken. Dr P. Ingenbleek werkt bij het Landbouweconomisch
Instituut (LEI) en is universitair docent marketing en
consumentengedrag aan Wageningen Universiteit.
Dr Ir Volkert Beekman is onderzoeker innovatie-en consumentenbeleid
aan het LEI.
Prof. Dr Lynn Frewer is hoogleraar consumentengedrag en
voedselveiligheid in Wageningen.
Dr Ir Carolien C. de Lauwere is onderzoeker bij Agrotechnology
and Food Innovations.
De vraag dringt zich echter op of alle kosten
alleen op de consument afgewenteld moeten worden. Veel
van de voordelen van milieu- en diervriendelijkheid zijn
immers voordelen voor de samenleving als geheel. En terwijl
veel mensen tijdens enquêtes positief staan tegenover
milieu- en diervriendelijke productie, laten ze in de
winkel de duurdere producten met keurmerk links liggen.
LNV-adviseur Meester suggereerde dat verantwoorde producten
de voorkeur van Europese consumenten kunnen winnen via
goede promotie. Dat is echter zeer de vraag. Uit onderzoek
blijkt dat een bepaald percentage prijsverandering een
tien tot twintigmaal sterker effect heeft dan de verhoging
van promotiebudgetten met een vergelijkbaar percentage.
Goede promotie moet dus wel bijzonder intensief zijn om
succes te boeken.
Een eenvoudigere oplossing is om de consument in het geheel
niet meer te confronteren met de goedkope dier- en milieu-onvriendelijke
producten. Maar het tegenhouden van deze producten bij
de grens lijkt voorlopig alleen mogelijk wanneer de volksgezondheid
in het geding is. D66 en Varkens in Nood spreken supermarkten aan om dieronvriendelijke
producten te weren. Degene die hiermee akkoord gaan, stellen
hun marktaandeel echter bloot aan prijsvechters. De recent
ontstane prijzenoorlog is hier een voorbeeld van.
Een ander voorstel is een toeslag voor dierenwelzijn op
alle producten. Zo'n oplossing ligt sterk in de bestaande
denktrant waarbij extra kosten uiteindelijk door de consument
betaald worden. Producenten, zoals varkensboeren, krijgen
daarbij een bepaalde prijs van handelaren en slachthuizen,
die vervolgens weer een prijs krijgen van de voedingsmiddelenindustrie,
die weer betaald wordt door de supermarkt. De supermarkt
berekent de prijs uiteindelijk door aan de consument.
Dit prijsmechanisme werkt prima wanneer er uitsluitend
waarde wordt gecreëerd voor de individuele consument.
Wanneer er echter ook waarde wordt gecreëerd voor
de samenleving als geheel, voldoet deze structuur niet
meer. Immers: waar in deze keten betaalt de samenleving
de prijs voor maatschappelijke waarde?
Een nieuwe strategie zal gepaard moeten
gaan met nieuwe beloningsmechanismen. De Stichting Natuur
en Milieu pleitte bijvoorbeeld al voor een 'vereveningsheffing' (bedrijven
die slecht scoren zouden een heffing moeten betalen) en
subsidie voor het produceren van biologische producten.
Uit recent onderzoek blijkt dat lagere btw-tarieven voor
biologische producten en hogere tarieven voor traditionele
producten de prijs van biologische producten binnen de
grenzen van betalingsbereidheid van consumenten kan brengen.
Een in het oog springend idee is 'Adopteer
een kip', waarbij mensen een bedrag overmaken voor
het welzijn van een kip. Als consument kunnen zij vervolgens
gratis biologische eieren afhalen. De extra kosten voor
milieu- en diervriendelijke productie worden hier niet
betaald tijdens het winkelen, maar eerder, hetgeen mogelijk
beter in overeenstemming is met de wijze waarop veel mensen
zich in hun rol van consument en verantwoordelijke burger
gedragen.
Om vernieuwende prijsstrategieën te ontwikkelen dient
aan een aantal voorwaarden voldaan te worden. In de eerste
plaats zal het ondernemerschap in de landbouw de ruimte
moeten krijgen. Daarnaast zal de overheid voorwaarden
moeten scheppen of zelfs actief betrokken moeten zijn
bij het belonen van ondernemers die letten op milieu en
dierenwelzijn. Wie van een sector vraagt waarde te creëren
voor zowel consument, burger, als samenleving, moet oplossingen
zoeken waarin deze drie partijen een actieve rol spelen.