Contactblad Relatie Mens en Dier juli 2000 |
Dit is het Contactblad "Relatie Mens en Dier" van de belangengroep en stichting Rechten Voor Al Wat Leeft.
Onderwerpen
|
Dierproeven voor cosmetica
In de Europese richtlijn 76/768/EEG inzake
cosmetische producten staat dat het testen op dieren
van cosmetica m.i.v. 1 juli 2000 verboden moet zijn,
niet alleen voor cosmetische eindproducten, maar ook
van de ingrediënten daarvoor. Reeds twee jaar geleden
zou een Europees verbod hierop van kracht worden, maar
bij gebrek aan alternatieve testmethoden werd dit uitgesteld
tot juni 2000. En, zoals te verwachten was (het gaat
immers maar om dieren!) stelde begin april van dit jaar
de Europese Commissie opnieuw voor de richtlijn "zo
te wijzigen dat het testen van ingrediënten voor
cosmetica er voorlopig niet onder valt" (Staatscourant
6 april 2000). Reden is dat de Commissie moeilijkheden
vreest met de Wereldhandelsorganisatie, welke geen handelsbeperkende
maatregelen toestaat.
Wij citeren de Staatscourant.
"Het verbod cosmetische eindproducten op dieren
te beproeven blijft overeind. Over drie jaar wil de
Commissie ook een verbod tot het testen van ingrediënten
voor cosmetische producten gerealiseerd zien. Zij zegt
toe daartoe internationaal de leiding te zullen nemen
bij het zoeken naar alternatieve testmethodes en de
aanvaarding daarvan. De Commissie denkt daarbij vooral
aan bilaterale (wederzijds bindende - red.) akkoorden
en onderhandelingen op het niveau van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling".
(Tot zover de Staatscourant van 6 april 2000).
Cosmetica zonder dierproeven
Hoewel het verheugend is dat eindproducten
niet meer op dieren mogen worden getest, zal het duidelijk
zijn dat wij voorlopig nog blijven zitten met de vele
pijnlijke dierexperimenten die in Europa worden gedaan
voor het uittesten van de ingrediënten voor deze
producten, en dat alleen om ons uiterlijk te verfraaien
en op te poetsen. Want wie zegt of de Commissie over
drie jaar niet wéér met een voorstel tot
uitstel komt?
Mensen die géén cosmetica of toiletartikelen
wensen te gebruiken waar dierproeven voor zijn gedaan
stellen wij al vele jaren in de gelegenheid bij ons
dierproefvrije cosmeticaproducten te bestellen. O.a.
heerlijke dag- en nachtcrêmes, hand- en voetcrêmes
en shampoos, maar ook make-up in vele tinten. Wij hebben
een vernieuwd assortiment, "voor elck wat wils"!
Vraagt u onze nieuwe prijslijst eens aan! Hierop treft
u ook nog enkele gezondheidsartikelen aan, zoals diverse
oliën en capsules.
Kunt u in uw eigen omgeving geen cosmetische en verzorgende
artikelen kopen die gegarandeerd vrij zijn van dierproeven,
en wilt u eens bij ons langs komen in Alkmaar voor het
kopen ervan dan is dat altijd mogelijk (op afspraak!).
U bent van harte welkom! Het kost u wellicht een reis,
maar het bespaart u de hoge portokosten! Bovendien kunt
u de eventuele gewenste make-uptinten zelf zien voor
u tot koop overgaat. Het zal u een goed gevoel geven
dat uw lichaamsverzorging níet ten koste gaat
van zoveel dierenleed! |
Pijn en angst bij mens en dier (2)
In het vorige
artikel maakten wij enkele opmerkingen over het
verschil in pijnbeleven tussen mens en dier, waarbij
wij tot de conclusie kwamen dat het echte excentrische
pijn'lijden', zoals de mens dit kent, bij het dier niet
verondersteld mag worden. Het dier ervaart pijn anders
dan de mens, hetgeen echter allerminst behoeft te betekenen
dat deze ervaring minder hevig en minder onaangenaam
is. Of, zoals wij het tenslotte samenvatten: 'De pijnervaring
van het dier, zelfs van het hogere dier, is weliswaar
van een andere kwaliteit dan onze pijn, maar dat hoeft
niet te betekenen dat deze kwantitatief geringer is'.
Zelfs zagen wij dat de menselijke mogelijkheid tot echt
beleven van de pijn, lijden aan de pijn, tevens de weg
opent tot afstand nemen, tot relativeren, tot een geestelijk
overwinnen van de pijn.
Angst
Over de angst kunnen wij iets dergelijks zeggen, waarbij
echter ook nog enige nieuwe aspecten om de hoek komen
kijken. Angst is net als pijn een signaal, waarop het
dier volgens het patroon van zijn instinct reageert:
vlucht, verdediging, zich dood houden, imponeren, schrik
aanjagen, enz..
Desorganisatie, chaos, radeloosheid treden dáár
op, waar geen enkele reactie gevonden wordt of mogelijk
is, dus bijvoorbeeld bij het tekortschieten van het
instinct of door het dwingende van de situatie of door
beide.
De proefsituatie, voorzover door een dier onverdoofd
ondergaan, is daarom misschien wel het meest frappante
voorbeeld en daardoor bijzonder kwellend. Alle wegen
tot vlucht, tot agressiviteit, tot elke adequate reactie
zijn afgesloten. Het instinct schiet volkomen tekort,
de situatie is pijnlijk, verontrustend en volkomen onbeheersbaar
en ongrijpbaar. Alle verwerende energie is geblokkeerd
en leidt slechts tot een ondragelijke spanning.
Sentimenteel?
Is dit een sentimentele, gedramatiseerde voorstelling
van zaken of is dit een niet te ontkennen biologische
realiteit? En is alleen menselijk, excentrisch lijden
waard dat wij er ons mee bemoeien?
Dr. Brecht plaatst in zijn artikel in het blad van de
Nijmeegse universiteit een merkwaardige opmerking. Sprekende
over de pijnervaring die bij mens en dier van verschillende
orde is, zegt hij: 'Vermoedelijk is het als met de moeder
van een huilende baby: de moeder lijdt, niet de baby
die de pijn voelt'.
Tot op zekere hoogte is dit juist, voorzover men althans
dit voorbeeld wil gebruiken om uit te leggen wat 'menselijk
lijden' is. Juist is dat de situatie voor de moeder
onprettig, alarmerend is. Juist is ook, dat de ervaring
van de moeder anders is dan van het kind. Maar niemand
zal toch willen beweren dat daarmee ontkend is, dat
de ervaring van de pijn voelende baby toch ook wel degelijk
onaangenaam, zij het dan anders onaangenaam, is. En
niemand kan zeggen, wie het in feite het ergst te kwaad
heeft.
En stelt u zich nu eens de situatie voor in zijn 'menselijke'
betekenis als: 'de moeder lijdt, niet de baby die pijn
voelt'. Wat doet u dan? Moet u dan de moeder troosten?
Of zult u eerst proberen de pijn van de baby te verzachten?
Onze taak
Is het niet de taak van de mens om de pijn in de wereld,
de angst en de ellende te beperken en zo mogelijk te
verminderen en te verzachten? Daarbij is het niet van
belang, hoe die pijn beleefd wordt, al of niet met bewustzijn,
al of niet met een ziel.
Daarom gaat het er ook niet om, hoe het dier precies
zijn pijn, zijn onlust ervaart. Het gaat niet om de
vraag: hoe en in hoeverre is het dier vergelijkbaar
met de mens?
Evenmin als het erom gaat, of een dier al of niet een
ziel heeft. Het gaat erom dat de mens er een heeft en
zich dienovereenkomstig gedraagt. Wie zich werkelijk
mens wil noemen, lijdt niet alleen als een baby huilt
omdat deze pijn voelt. Hij voelt zich ook getroffen
door een dier in pijn. Zeker wanneer dit lijden door
hemzelf veroorzaakt wordt. Vooral zal hij lijden wanneer
hij weet of zelfs veronderstellen moet dat een dier
onder zijn handen pijn voelt.
Wee degene die dit lijden niet meer ervaart, die voor
deze beleving is afgestompt! Hij heeft een deel van
zijn mens-zijn verspeeld. En dat kan erger zijn dan
pijn lijden….
De strijd tegen de vivisectie (maar ook tegen alle andere
vormen van toebrengen van leed aan dieren - red.) heeft
twee aspecten. De strijd voor het dier en de strijd
voor de mens, of beter: de strijd voor het behoud en
de ontwikkeling van het menselijke in de mens". |
Citaat van Albert Schweizer
"Wij moeten vechten tegen de geest van naïeve
wreedheid, waarmee wij ons tegenover de dierenwereld
gedragen. De religies en de wijsbegeerte hebben zich
niet beziggehouden met ons gedrag ten opzichte van de
dierenwereld, maar alleen met onze houding jegens de
mensen….
Maar het dier is ook onderworpen aan het lijden, evenals
wij. De ware, diepe menselijkheid staat ons niet toe
het dier leed te berokkenen. Wij zijn ons pas laat hiervan
bewust geworden. (Zeer velen in onze tijd zijn zich
in 't geheel nog niet hiervan bewust - red.). Wij hebben
de plicht ervoor te zorgen, dat dit begrip over de gehele
wereld aanvaard wordt en moeten deze plicht, die wij
tot nu toe verzaakt hebben, ernstig opvatten". |
De status van het dier
ORATIE PROF. DR TJ. DE COCK BUNING.
Op 1 april 2000 waren wij aanwezig bij de oratie "De
status van het dier" door Prof. Dr. Tj. de
Cock Buning in het Academiegebouw van de Universiteit
van Utrecht, uitgesproken bij de aanvaarding van het
ambt voor bijzonder Hoogleraar Dierproefvraagstukken
in de Faculteit Diergeneeskunde.
Hoe kan de status, de morele positie, van het dier worden bepaald?
"De status van het dier is geen aangeboren grootheid
zoals oogkleur en lichaamsbouw, maar een sociaal-culturele
grootheid die toegekend en ontnomen kan worden",
aldus de professor. De mens en zijn cultuur bepalen
uiteindelijk hoe hoog (of laag) die status is. De volgende
factoren spelen hierbij een rol:
- historische, culturele factor (bijv. de heilige
koe in India),
- de al of niet persoonlijke band met het dier (een
laboratoriumkonijn krijgt een lagere status toegekend
dan een huiskonijn),
- de kennis die men van een dier heeft (door meer
voorlichting over bijv. rat of spin zou de status
van deze dieren kunnen worden verhoogd) en
- het aantal; hoe minder dieren er van een soort zijn,
des te hoger wordt hun status (bijv. pandabeer); dieren
waarvan grote aantallen voorkomen worden daarentegen
dikwijls als plaag beschouwd én bestreden.
Toekomstvisie
Uit het boeiende betoog van de professor willen wij
in het kort weergeven wat zíjn toekomstvisie
is voor de status van het dier:
Door de toenemende verstedelijking in Europa zal de
resterende natuur steeds meer in parkbeheer terechtkomen.
Dieren die wij nu nog "wild" noemen zullen
dan meer en meer de status krijgen van "gehouden
dieren", waardoor een steeds hechter wordende band
tussen mens en dier tot stand komt. "In de toekomst
zullen alle dieren voor iedereen "mijn-dieren"
zijn, aldus de professor. Samen mét de voorspelling
dat de lijst van bedreigde diersoorten in deze eeuw
alleen nog maar langer zal worden zal dit alles uiteindelijk
leiden tot een hogere status van alle dieren.
Bio-industrie en biotechnologie
Bovenstaande toekomstvisie geldt echter nog niet voor
de sectoren bio-industrie en biotechnologie. Hier wordt
juist alles in het werk gesteld om géén
persoonlijke band met de dieren aan te gaan. Kennisvermeerdering
over de soorteigen behoeften, die in andere sectoren
juist statusverhogend zou kunnen uitwerken, "wordt
hier beantwoord met programma's om deze behoeften weg
te selecteren (bijv. nertsen en kippen) of via genetische
modificatie uit het dier te verwijderen". In beide
sectoren wordt over 't algemeen een lage status aan
het dier toegekend. Het feit dat de "economische
krachten in beide sectoren groot zijn", noemt de
professor "hoogstens een verklaring, het heeft
niets te maken met een rechtvaardiging".
Proefdiergebruik
In de toekomstvisie van de
professor "zal de aandacht voor verfijning van
proefopzetten in relatie tot technologische hoogstandjes
in genetische modificatie leiden tot volledig nieuwe
typen van proefdieren en proefopzetten". De meeste
proefdieren zullen dan nog nauwelijks merken dat ze
in een proef worden gebruikt. "Uiteindelijk is
het denkbaar dat de dierproeven overbodig worden, omdat
moleculaire diagnoses, directe therapie en monitoring
in de patiënt zélf mogelijk worden".
Tot slot een hoopvol en belangwekkend advies van de
professor aan diegenen die menen er recht op te hebben
de traditionele wijze van omgang met dieren op allerlei
fronten (jacht, pelsdierfokkerij, bio-industrie, "sport"vissen,
dierproeven) te mogen voortzetten: Men zou beter maar
alvast vooruit kunnen lopen op de verhoging van de status
van het dier door onze maatschappij. Jonge onderzoekers
(maar ook jonge veehouders, jagers, bontfokkers, "sport"vissers
- red.) zullen over vijftig jaar ter verantwoording
worden geroepen. Het zijn dan de kleinkinderen die opa
en oma zullen bevragen ten aanzien van hun omgang met
dieren. "En dan liggen de opvattingen over 'juiste'
omgang met dieren gegarandeerd veel hoger dan nu!". |
Castratie van varkens
In ons vorige
nummer hebt u kunnen lezen over de nota van de Kon.
Ned. Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). "CASTRATIE
VAN VARKENS: DOEN OF LATEN?", welke nota er op
verzoek van Rechten voor al wat leeft is gekomen, en
die wij in een Duitstalige versie, mét een begeleidend
schrijven, naar een kleine vierhonderd Duitse dierenorganisaties
hebben gestuurd. De reden hiervan is dat ons altijd
is gezegd, dat het voornamelijk de Duitse consument
is die géén vlees wenst te eten van óngecastreerde
varkens (beren), vanwege het risico op de z.g. berengeur,
die de smaak van het vlees ongunstig zou kunnen beïnvloeden.
Omdat een groot deel van de Nederlandse varkens én
varkensvlees naar Duitsland wordt geëxporteerd
moeten in Nederland alle mannelijke biggen worden gecastreerd,
en dit gebeurt ónverdoofd.
Wie meer wil weten over de inhoud van de nota van de
KNMvD, die zich duidelijk tégen deze zeer pijnlijke
ingreep keert, kan deze nota bij ons opvragen, of ons
januarinummer 2000, waarin wij uitvoerig op de nota
zijn ingegaan. Boven verwachting De respons vanuit Duitsland op onze campagne is ronduit
geweldig en het blijkt dat er door onze brieven heel
wat is losgemaakt. Van veel regionale dierenorganisaties
kregen wij steunbetuigingen en toezeggingen dat men
de anti-castratie-nota van de KNMvD in de publiciteit
zou brengen en de vleeseters in zijn achterban zou aansporen
in de winkel te vragen naar vlees van óngecastreerde
varkens. Vele organisaties schreven naar de Duitse landbouwminister.
Het mooiste is echter dat, tegelijk met het uitkomen
van dit contactblad, er een uitgebreid artikel verschijnt
in het blad van de landelijke "Deutscher Tierschutzbund
e.V.". Een concept van dit artikel is ons ter beoordeling
toegezonden. Er staat in beschreven hóe afschuwelijk
voor het jonge diertje deze ingreep is, die altijd door
de varkenshouders ónverdoofd wordt uitgevoerd
(natuurlijk ook in Duitsland zelf) en hoe het dier hierna
nog dagenlang lijdt en van streek is. Een
foto van een castratie, ook uit Nederland afkomstig,
is er bij geplaatst. (Deze foto zullen wij ú
besparen.)
Ook vermeldt het artikel dat Groot-Brittannië,
Ierland, Spanje, Portugal en Griekenland het berenvlees
(vlees van óngecastreerde varkens dus) accepteren
en dat ook Denemarken grotendeels van het castreren
afziet. "Nederland daarentegen ziet zich gedwongen
mannelijke biggen te castreren en wel voor de Duitse
verbruiker! Een groot deel van de varkens die in Nederland
worden gemest wordt namelijk naar Duitsland geëxporteerd",
aldus het artikel.
De Deutscher Tierschutzbund roept in het artikel haar
leden (die over heel Duitsland verspreid zijn) op in
de winkel naar vlees van óngecastreerde dieren
te vragen en bovendien te schrijven naar de Duitse én
de Nederlandse landbouwminister om een protest tegen
deze pijnlijke ingreep te laten horen.
Boven verwachting was wel het feit dat onze brieven
juist in Duitsland aankwamen in een periode dat ten
kantore van de European Group for Animal Welfare in
Bonn een bijeenkomst werd voorbereid van de grote dierenbeschermingsorganisaties
uit vijftien Europese landen. Deze bijeenkomst stond
in het teken van het varken. Onze brieven hebben er
mede toe geleid dat het onderwerp "castratie"
hoog op de agenda werd geplaatst en inmiddels uitvoerig
is besproken. Wat hier is uitgekomen is ons (nog) niet
bekend. In ons volgende contactblad hopen wij u meer
hierover te kunnen berichten. |
Minder varkens
Na jarenlang touwtrekken is dan nu eindelijk de inkrimping
van de varkensstapel in gang gezet. De eerste drieduizend
varkenshouders hebben zich inmiddels aangemeld voor
een schadeloosstelling en gaan stoppen met hun bedrijf.
Dit hebben wij allen in de afgelopen tijd in de pers
kunnen lezen. Naar het zich laat aanzien, zullen nog
vele varkenshouders volgen.
Tijdens een internationale bijeenkomst van Europese
varkensproducenten (EPP) op 18 mei jl. zei onze landbouwminister
Brinkhorst in zijn toespraak "dat de uitbraak van
de varkenspest een keerpunt is geweest", zo lezen
wij in de Zwolse Courant van 19 mei jl.
Milieuvriendelijk én diervriendelijk
De herstructurering van de varkenshouderij moet resulteren
in een milieuvriendelijke, kwalitatief hoogwaardige
varkenssector, en moet leiden tot het wegwerken van
het mestoverschot én de overproductie. Voor de
varkenshouders die blijven (wij citeren de Zwolse Courant):
"zou een financieel mooie toekomst in het verschiet
liggen. Dan moet men echter wel een kwaliteitsproduct
leveren. Voor massaproductie zou in Europa geen plaats
zijn. De Europese consument zou daarvoor in de beurs
willen tasten. De Minister: "Wij krijgen te maken
met een koopkrachtige Europese burger, die bereid is
om meer te betalen voor een kwaliteitsproduct dat op
een diervriendelijke manier is geproduceerd". Tot
zover de Zwolse Courant.
Krachtige taal, die ons hoopvol stemt aan het begin
van deze nieuwe eeuw! Maar… eerst zien, dan geloven! |
Legkippen
Bij Praktijkonderzoek Pluimveehouderij wordt druk
gewerkt om het z.g. "verrijkte-kooien"- systeem
voor legkippen bedrijfsklaar te maken vóór
2002, wanneer er geen nieuwe legbatterijen meer mogen
worden gebouwd, en een pluimveehouder die een nieuwe
stal wil inrichten moet kiezen tussen een scharrel-volièrestal
of een stal met de verrijkte kooien.
Voor de diervriendelijke consument zou het duidelijk
moeten zijn: als men de verrijkte kooien wil tegenhouden
zal men scharrel- of volière-eieren moeten kopen
om de pluimveehouder die nú nog een legbatterij
heeft alvast in die richting te stimuleren. Te veronderstellen
dat legbatterij-houders straks voor gras-, biologische-
of zelfs biologisch-dynamische systemen zullen kiezen
is naïef en niet realistisch. Het kopen van eieren
uit dit soort systemen wijst op een idealisme dat wel
begrijpelijk is maar waar de legkip die straks van de
legbatterijkooi in de verrijkte kooi komt geen boodschap
aan heeft en daar dan ook níet mee geholpen is.
De legbatterijkippen hebben er meer aan wanneer er een groeiende afzet is
voor scharrel- en volière-eieren, zodat zij straks
hun ei in een echt legnest mogen leggen en in elk geval
mogen loslopen en fladderen in de stal.
Het is juist als met de armoedebestrijding: indien men
de mensen in krottenwijken aan een menswaardiger bestaan
wil helpen is het niet verstandig om een klein aantal
van deze mensen een dure villa met een groot stuk grond
erom te geven, terwijl de grote massa in de krotten
moet blijven wonen. De stumperds zouden er állen
méér bij gebaat zijn wanneer ze allemaal
een eenvoudig rijtjeshuis zouden krijgen.
Nóg dommer zou het zijn om eerst een groepje
mensen die allang in een rijtjeshuis wonen aan een villa
te helpen vóórdat men álle krotbewoners
aan een rijtjeshuis helpt. Zó ligt het ook voor
de kip. De gras-, biologische of biologisch-dynamische
legkippenhouderij komt grotendeels voort uit de scharrelkippenhouderij.
Wij vinden het níet reëel om scharrelkippen
(vergelijkt u deze met de mensen in een rijtjeshuis)
aan een luxer bestaan (verg. de villa) te helpen terwijl
de legbatterijkippen (verg. de krotbewoners) massaal
nog niet aan een scharrel- of volière-stal (verg.
rijtjeshuis) toe zijn.
Wij hopen dat u de vergelijking begrijpt, maar duidelijker
kunnen wij het u niet maken. Onsympathiek In
zéér idealistische kringen wordt nogal
eens onsympathiek gesproken én geschreven over
scharrel- en volière-eieren. De 'stakkers
van kippen' zouden het maar amper beter hebben dan
in de legbatterij. Als wij dergelijke berichten lezen
verdriet ons dat zeer. Niet alleen omdat het scharrelei het geesteskind is van Rechten voor al wat leeft, maar
ook omdat het gewoon niet waar is! Bovendien worden
de duurdere huisvestingssystemen voor de legkippen nogal
eens door de consument geïdealiseerd, alsof met
een uitloop naar buiten en een verbod op het snavelkappen alles gezegd zou zijn! Wat velen niet weten is dat graskippen
óók hun snavelpunt moeten missen, net
als de scharrel- en volièrekippen. En de biologische
leghennenhouderij heeft helaas nog moeilijkheden met
verenpikkerij en kannibalisme doordat de snavelpunt
er niet af mag. Wij weten al jaren van deze problematiek.
In het gunstigste geval (zoals bij enkele - de beste
- biologische leghennenbedrijven) zijn de kippen praktisch
allemaal kaal door verenpikkerij. Op de meeste bedrijven
echter vormt bovendien kannibalisme een groot probleem.
Dit brengt zeer veel dierenleed met zich mee, omdat
de kippen die het 'doelwit' zijn vaak dagenlang lijden
voor dood zijn. Onlangs,
op 8 april jl., maakte ook de Volkskrant in de rubriek
'Wetenschap' melding van deze narigheid: "Kippen
met intacte snavels pikken elkaar halfdood en het is
maar goed dat mensen die bij Albert Heijn biologische
eko-eieren kopen, niet de boerderij bezoeken waar ze
vandaan komen." Als
wij dan zien hoe prachtig de scharrel- én volièrekippen,
zelfs aan het eind van hun legperiode, nog in het verenpak
zitten, dan is dat voor ons het bewijs dat het snavelkappen
nog noodzakelijk is, al hopen wij natuurlijk vurig dat
er ooit een oplossing wordt gevonden die deze ingreep
overbodig maakt.
Eénwording scharrel- en volière-eieren
Helaas laat de éénwording tussen scharrel-
en volièresystemen lang op zich wachten en het
ziet er niet naar uit dat deze nog dit jaar zal worden
gerealiseerd. Wij herhalen ons advies nog maar weer
eens: Wilt u echt de kip ui de kooi helpen, koopt u
dan nú het volière-ei!
Nogmaals: u stimuleert de legbatterijhouder van nú
om straks níet voor de verrijkte kooi te kiezen
maar voor de (dan hopelijk geïntegreerde) scharrel-volière-stal! |
|
Dodingsmethoden van vissen
In ons vorige
nummer schreven wij over een op handen zijnde bijeenkomst
op het Ministerie van LNV over o.a. de dodingsmethoden
van vissen, waarbij ook Rechten voor al wat leeft aanwezig
zou zijn. Deze toezegging van het ministerie is echter
niet waargemaakt. Wel is het zo dat het RIVO (Rijksinstituut
voor Visserij-onderzoek) bezig is met onderzoek van
verschillende soorten dodingsmethoden voor paling, meerval
en ook andere vissen. Het ministerie gaat bezig met
het opstellen van criteria waaraan deze én bestaande
methoden zullen worden getoetst. Daarna zal de beloofde
bijeenkomst plaatsvinden. Er zal dan niet alleen over
dodingsmethoden van de kweekvissen paling en meerval
worden gesproken, maar ook van de vissen die aan boord
van schepen worden verwerkt. Tevens zal ook de bewegingsruimte
van de kweekvissoorten aan de orde komen en hoe de bezettingsgraad
in de kweekbakken moet zijn om ook deze dieren nog een
dierwaardig bestaan te laten leiden.
Tezijnertijd (na de bijeenkomst) houden wij u op de
hoogte van de resultaten.
Duivenoverlastbestrijding
Reeds diverse malen schreven wij over de wrede methoden
die vele gemeenten toepassen om duivenoverlast te bestrijden.
Het vangen met kooien (met lokvogels) of met schietnetten,
om de dieren vervolgens te doden, is uiterst wreed en
wel om de volgende redenen.
Het broedseizoen van duiven duurt op z'n minst van februari
tot november; bij zachte winters - dus meestal - zelfs
het gehele jaar. Wanneer de volwassen duiven worden
gevangen verhongeren er dus jongen in de nesten. Dat
brengt onaanvaardbaar lijden voor de vele jonge duiven
teweeg en evenzeer voor de gevangen oudervogels, die
wanhopig gestrest raken omdat ze niet voor hun hongerende
jongen kunnen zorgen.
Ook het vangen zelf is verschrikkelijk. Indien men de
dieren met kooien vangt, staan deze meestal op platte
daken van gebouwen opgesteld. Dit houdt in dat de duiven
(hoe lang? enkele dagen achtereen?) weerloos zijn blootgesteld
aan allerlei weersgesteldheden (plensbuien, stormen,
felle zon) waartegen de vogels, indien in vrije omstandigheden,
beschutting zouden zoeken. Gebeurt het vangen met netten,
dan brengt het vangen en meesleuren van de duiven in
de netten, waarin ze met hun pootjes verstrikt raken,
eveneens ónaanvaardbaar lijden met zich mee,
doordat de dieren pootjes en vleugels breken en hevig in paniek zijn.
Andere methode geeft nieuwe hoop voor de duif!
Inmiddels zijn wij in nauwe samenwerking met de Landelijke
Werkgroep Duivenoverlast (LWD) en de Faunabescherming
zó ver gevorderd dat de gemeenten Rotterdam en
Utrecht hun plannen tot massaal vangen en doden van
verwilderde stadsduiven, die zij dit jaar hadden willen
uitvoeren, hebben opgeschort om eerst eens onderzoek
te laten doen naar de door LWD en ons gepropageerde
diervriendelijke methode, die sinds enkele jaren met
succes in acht Duitse steden wordt toegepast. Daar heeft
men speciale ruimten voor duiven gerealiseerd op een
aantal plaatsen in de stad waar zich grote concentraties
duiven bevinden. Soms zijn dat z.g. duiventorens bovenop
een plat dak van een gebouw, of soms zijn er zolderverdiepingen
voor vrijgemaakt. Alleen in de buurt van deze gelegenheden
mogen duiven worden gevoerd. In deze ruimten kunnen
de duiven ook nestelen, maar de eieren worden dan weggehaald
en vervangen door kalkeieren. Het schoonmaken van deze
duiventorens en het verwisselen van de eieren wordt
georganiseerd door Bundesarbeitsgruppe Stadttauben op
basis van vrijwilligheid (een soort Stadsduivenwacht
zou men kunnen zeggen). Het resultaat van deze methode
is dat de voortplanting sterk wordt afgeremd en, mede
door het gecontroleerde voedselaanbod alléén
in de omgeving van de duiventorens, een kleine en gezonde
duivenpopulatie in stand blijft. Voorwaarde is wél
dat buiten de plekken waar duiventorens zijn de duiven níet door het publiek worden gevoerd.
De LWD, Faunabescherming en Rechten voor al wat leeft
schreven brieven naar gemeentebesturen en fractievoorzitters
van Rotterdam, Utrecht, Amsterdam, Zwolle en Beverwijk
naar aanleiding van alarmerende berichten in de pers
waarin grootscheepse vangacties werden aangekondigd.
In Rotterdam en Utrecht zijn hier reeds een aantal positieve
gesprekken met gemeentelijke instanties uit voortgevloeid.
Rotterdam
Het gemeentebestuur van Rotterdam is nu zover dat men
bereid is een experiment te beginnen met een leegstaande
zolderverdieping in een buurt waar een grote duivenconcentratie
is. De laatste bespreking verliep zeer hoopvol. Onze
medewerking wordt echter gevraagd bij het zoeken naar
vrijwilligers. Dus: Oproep!! OPROEP!! Wie van u wil meehelpen bij het regelmatig terugkerend
onderhoud van de duiventorens en het verwisselen van
de eieren door kalkeieRené Wij zoeken vrijwilligers
in Rotterdam, maar ook in Utrecht, Amsterdam, Zwolle
en andere steden en plaatsen waar veel verwilderde stadsduiven
voorkomen en dientengevolge vangacties dreigen te worden
ondernomen! Meldt u zich alstublieft bij ons aan! Wij
zouden graag een lange lijst met namen willen hebben,
allereerst dus van Rotterdam, maar ook van andere gemeenten,
zodat wij die direct aan een gemeente kunnen overleggen
als dat nodig is. Het is de bedoeling dat de "duivenwachters"
bij toerbeurt werken, dus hoe meer mensen zich opgeven,
hoe minder vaak men aan de beurt is.
Helpt u alstublieft mee dit project te laten slagen,
in het belang van de dieren??!! Als in Rotterdam het
systeem eenmaal draait en succes heeft zullen, net als
in Duitsland, andere gemeenten wel (moeten) volgen! Duivensport Om de OORZAAK van de grote aantallen stadsduiven aan
te pakken, zal vanuit de gemeente Rotterdam ook een
brief uitgaan naar de ministeries LNV en VROM, met het
verzoek de duivensport landelijk aan banden te leggen.
Zolang dat níet gebeurt zullen steeds weer nieuwe
verdwaalde wedstrijdduiven in de steden neerstrijken
om voedsel te vinden. |
Samenwerking met de Dierenambulance tegen "sportvissen"!
In de Dierenambulance-krant van mei 2000 (van de regio
Alkmaar) staat het volgende artikel te lezen: "Dieren die het slachtoffer zijn van de vissport" Regelmatig moeten wij watervogels ophalen of dode vissen
opruimen die verstrikt zijn geraakt in achtergelaten
visdraad, dobbers en ander materiaal. Soms moeten wij
de brandweer erbij halen omdat er een vogel met visdraad
en al in een boom vast zit. Wat ook veel voorkomt is,
dat er bij eenden een vishaak in de snavel zit of dat
ze haak en draad al hebben doorgeslikt. Voor zo'n dier
geeft dat heel veel ellende, ze verzwakken omdat ze
niet meer normaal kunnen eten, maar vaak zijn ze nog
sterk genoeg om weg te kunnen vliegen en dan wordt het
voor ons juist erg moeilijk om ze te kunnen vangen.
Het is dan niet zo dat wij het er bij laten zitten,
nee wij gaan net zolang door totdat wij het hulpeloze
dier kunnen helpen; daarna gaan ze naar de vogelopvang
waar een lastige ingreep en een lange herstelperiode
het gevolg zijn.
Ook de vissen zelf zijn natuurlijk het slachtoffer van
de hengel"sport"; regelmatig vinden wij dan
ook de slachtoffers in de sloten hier in onze regio.
Vissen waarvan de bek kapotgescheurd is door een haak,
schubben die kapot zijn en ga zo maar door!
Al deze dieren zijn vaak 's zomers al het slachtoffer
van botulisme, en samen met de vele problemen die het
hengelen met zich meedraagt is het zo dat ieder jaar
de vis- en watervogelaantallen teruglopen.
Samen kunnen wij heel wat leed besparen door gewoon
niet te gaan vissen. Help mee dierenleed te voorkomen
en laten wij zuinig zijn met de natuur!! Samen met Belangengroep
Rechten voor al wat leeft in Alkmaar willen wij een
campagne opstarten tegen deze vorm van dierenmishandeling.
Belangengroep Rechten voor wat leeft streeft al jaren
naar een verbod op het "sport"vissen in Nederland
(te beginnen met viswedstrijden voor kinderen - red.),
wij steunen dit van harte. Tot zover de Dierenambulance-krant. Verder gaan de Dierenambulance-medewerkers ook scholen
langs met een video-presentatie waarop de ellende te
zien is met de watervogels die slachtoffer zijn van
het hengelen, én met het informatieblad over
het "sport"vissen van Rechten voor al wat
leeft. Ook ú kunt dit bij ons aanvragen, evenals
het bovenstaand gedichtje, dat wij geïllustreerd
uitgeven zó, dat kinderen de plaatjes kunnen
kleuren. Ook kunt u anti-hengel"sport"-stickers
bij ons bestellen!
Ook ú zou dit eens kunnen aankaarten bij de Dierenambulance
in úw woonplaats. Misschien wil deze iets dergelijks
op touw zetten!? Zo ja, dan kan men met ons contact
opnemen via tel. of faxnr.: 072-5110617. |
Lintje voor dierenkwelling?!
Naar aanleiding van een bericht in de Rhenense Betuwse
van 5 april jl.. "Koninklijke onderscheiding voor
(…) te Opheusden - Lid van visvereniging 't Alvertje"
schreven wij een brief aan het Kapittel Kanselarij der
Ned. Orden in Den Haag, waarvan wij het belangrijkste
gedeelte hieronder laten volgen.
"Wij zijn van mening dat een ernstig kritisch woord
hier op zijn plaats is! Dhr. B. heeft er inderdaad een
respectabele tijd op zitten als bestuurslid, en op zichzelf
zou dit een lintje waard zijn, ware het niet dat de
hobby waarmee Hengelsportvereniging 't Alvertje, en
dus ook de heer B., zich bezighoudt kwellend is voor
de vissen die hier, zonder redelijk doel, het slachtoffer
van worden, met name bij de viswedstrijden, waarvan
er maar liefst vijftig per jaar door de vereniging worden
georganiseerd!
Derhalve is de hengel"sport" in strijd met
artikel 36 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren
waarin staat dat het verboden is om zonder redelijk
doel de gezondheid en het welzijn van een dier te benadelen.
Indien de wetgever zijn eigen wetten serieus zou nemen
zou de hengel"sport" dan ook reeds lang verboden
moeten zijn, om te beginnen met de viswedstrijden voor
kinderen. Helaas is hier sprake van een dubbele moraal
en vermaakt men zich ongestraft ten koste van het welzijn
van tienduizenden gevoelige wezens. Een wel zeer slecht
voorbeeld voor de jeugd!
Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen! Dat dhr B.
een onderscheiding ontvangt op grond van zijn hengel"verdiensten"
vinden wij zéér kwalijk! Wij hopen dan
ook zeer dat u in de toekomst niet meer tot het uitreiken
van onderscheidingen voor "verdiensten" waarbij
dieren worden benadeeld, zéker als dit uit liefhebberij
gebeurt, wilt overgaan. Gaarne zouden wij uw reactie
hierop vernemen".
Het Kapittel heeft inmiddels de ontvangst van onze brief
bevestigd en deelde ons slechts mee kennis genomen te
hebben van de inhoud…. |
Jacht
Ten tweeden male moeten wij u helaas mededelen dat
er omtrent de jacht in het militaire oefenterrein ASK
in 't Harde, waarover wij al sinds april '99 schrijven
in ons blad, geen nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan.
Het wachten is nog steeds op een antwoord van Dienst
Domeinen aan wie dhr. Prij te Zwolle reeds maanden geleden
een brief heeft gestuurd met o.a. de vraag wélke
wettelijke regeling toestaat dat Domeinen met de uitbesteding
van het "wildbeheer" (jacht) afwijkt van de
gebruikelijke regel om een en ander openbaar en per
inschrijving uit te besteden. Dhr. Prij blijft het Dienst
Domeinen echter lastig maken om een antwoord op zijn
vraag te krijgen en desnoods af te dwingen! Het is duidelijk
dat Domeinen met z'n handen in het haar zit en met de
brief van dhr. Prij in z'n maag! Want: er klopt natuurlijk
niets van dat de regels (openbare uitbesteding) worden
genegeerd en ondershands aan een oud-militair met een
zestal "vriendjes" (ook jagers), die op hun
beurt ook weer een aantal "gastjagers" mochten
aantrekken, de jacht in het Artillerie-Schiet-kampterrein
wordt gegund!
Gewoon negeren lijkt Dienst Domeinen kennelijk de beste
manier om de zaak in de doofpot te krijgen. Maar…,
dit muisje heeft zéker nog een staartje; dhr.
Prij is vastbesloten de onderste steen boven te krijgen. |
|
|
|
|
|