logo RvawL

Contactblad Relatie Mens en Dier juli 2003

Dit is het Contactblad "Relatie Mens en Dier" van de belangengroep en stichting Rechten Voor Al Wat Leeft.

Onderwerpen

"GRENZEN AAN WELZIJN EN DIERLIJKE PRODUCTIE"

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek organiseerde in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij een tweedaags symposium op 10 en 11 april 2003, onder de naam "Prioriteitsprogramma grenzen aan welzijn en dierlijke productie". Tijdens dit symposium werd ingegaan op de resultaten van het in 1997 gestarte onderzoeksprogramma, gericht op gedragsfysiologisch onderzoek naar stress en aanpassingsvermogen bij dieren. De onderwerpen waren: aanpassingsvermogen, dierenwelzijn, economisch rendement en maatschappelijke aanvaarding. De eerste dag was een wetenschappelijke dag, waarop enkele vooraanstaande wetenschappers van over de gehele wereld waren uitgenodigd om hun bevindingen uit te leggen over stress bij dieren. Er waren twee stromingen; één ervan vond dat een leven voor de dieren zoals dat van nature bedoeld was gewenst is; de andere vond dat dieren op stress geselecteerd dienden te worden en dat met de minst stressgevoelige dieren de ingeslagen weg moest worden vervolgd. (Dan hoeft men de beroerde huisvestingsomstandigheden niet te veranderen - red.) De dieren waarover dit symposium ging waren koeien, varkens, kippen en vissen. (Het is nog net als 30 jaar geleden. Toen al deed men ook niets anders dan onderzoeken onderzoeken onderzoeken. Verder komt men niet - red.) Zoals verwacht bleken stress en immuniteit wel degelijk met elkaar te maken te hebben. (Dit is al lang bekend - red.) Ook nu was dan ook gebleken dat stress het afweersysteem van het dier kan aantasten. De houderijsystemen bleken dikwijls niet in overeenstemming te zijn met de biologie van de soort. (Ook dat is reeds tientallen jaren méér dan bekend! Is het niet verschrikkelijk dat men steeds maar weer energie en geld steekt in onderzoeken naar zaken die men al lang weet, in plaats van nu eens daadwerkelijk verbeteringen aan te brengen voor de dieren! - red.) Eén van de workshops die in de middag gehouden werd ging over kippen. Ook hier kwam weinig nieuws uit de bus. Hoewel met betrekking tot het snavelkappen was er een verrassende uitkomst in het onderzoek naar voren gekomen. Het bleek namelijk dat kippen, geboren uit eieren die tijdens de broedtijd niet werden belicht, veel minder tot geen last hadden van de neiging tot verenpikkerij, terwijl de kuikens die in het ei wél waren belicht later wél pikkerij vertoonden, hetgeen dus het snavelkappen helaas noodzakelijk maakt. Door de belichting bleek een deel van de hersenen geactiveerd te worden tot agressie, hetgeen het geheel verklaarde. Een oplossing werd echter niet geboden! Het is dieptreurig dat het ministerie niet meer te bieden heeft dan onderzoeksresultaten, zonder maatregelen die uit deze resultaten dienen voort te vloeien. Ieder weldenkend mens weet ai jaren; dat de grenzen van het welzijn en aanpassingsvermogen van het dier reeds veel en veel te ver zijn overschreden. Zelfs een klein kind kan dat begrijpen. Maar er wordt niets aan gedaan. Integendeel: verbeteringen worden maar uitgesteld, zoals bijvoorbeeld het Varkensbesluit. Dit houdt o.a. in dat zeugen niet in 2008, maar pas in 2013 in groepen zullen moeten worden gehuisvest. Tot die tijd staan de dieren nog in de z.g. voerligboxen, waar ze slechts op en neer kunnen bewegen, maar geen stap naar voren, achteren en opzij kunnen doen. Maar de natuur volgt de natuurwetten, en wacht niet tot de mens eindelijk eens zijn verstand gaat gebruiken. Vandaar de vogelpest, de MKZ, de varkenspest. Ach, we weten het allemaal wel. Ook de overheid weet het. Maar we blijven onderzoeken. Blijkbaar moet dat de schijn ophouden dat er goede wil aanwezig is. Volgend jaar komt de slotconclusie, omdat het onderzoek dan afloopt. We durven er nauwelijks nog iets van te verwachten.

GENETISCHE MANIPULATIE BIJ DIEREN

Van het interview "De mens is geen gehusselde muis" met Huub Schellekens in het blad "GENO", geschreven door de heren Henk Verhoog en Frans Olofsen, drukten wij in ons contactblad van april jl. het eerste deel af. Hieronder laten wij liet tweede en laatste deel volgen: "De vergelijking tussen het erfelijk materiaal van de mens met dat van de muis wordt te snel gemaakt. Je hoort wel eens zeggen dat de mens een soort gehusselde muis is of een gehusselde chimpansee. Maar zo simpel is het niet. Waarom zien we zo weinig verandering aan de muizen die we hier transgeen maken? Is dat DNA wel zo'n dominante factor? En als die genen zo belangrijk zijn, waarom hebben we er dan maar dertigduizend, terwijl we altijd hoorden dat het om honderdduizenden ging? Er zijn zoveel aannames, er is zoveel geklets en veralgemeniseer! Natuurlijk, de muis en de mens delen een stuk evolutie. En van sommige genen in de muis kunnen we wel degelijk een brug naar onszelf leggen. Maar in veel gevallen is dat onmogelijk. Bovendien: als een gen in de muis is uitgeschakeld, zijn er nog tienduizenden andere genen die dat tijdens de embryonale ontwikkeling compenseren. Wat je meet heeft uiteindelijk weinig met je uitgangssituatie te maken. Het out-knocken (uitschakelen - red.) van genen werkt vaak niet". "Hoe kun je de hiervoor geschetste situatie verandeRené Dat is een lastige zaak, zeker in het licht van de bezuinigingen die door de huidige politiek worden doorgevoerd. Er wordt voortdurend gekort op het universitaire onderzoek, dus ook op onderzoek naar de fundamentele vragen waar ik het over heb. Zo worden we in de armen van de commercie gedreven. Moet ik dan meer voor de industrie gaan doen? Echt vrij onderzoek, los van externe belangen, is essentieel om weloverwogen voort te kunnen gaan. Op mijn eigen manier verzet ik me tegen de situatie, zoals in mijn columns. Helaas denken niet veel van mijn collega's op dit niveau. Het is geen populair thema want het past niet binnen het huidige paradigma. Ik kaart dit thema ook intern aan. Met een kleine groep mensen hebben we het er zeker over. Ik steek mijn nek uit maar besef ook dat dit op grote schaal weinig invloed heeft. Zeker, ik bevind me in een soort spagaat, maar tegelijk zie ik dat niet als een fundamenteel probleem. Je moet blijven relativeren om de maatschappelijke krachten in toom te houden, blijven kijken naar de context, naar dat wat gebeurt op het grensvlak tussen wetenschap en maatschappij".

"DUURZAME VIS"?

Op 22 april jl. bezochten wij het Maatschappelijk Café in Perscentrum Nieuwspoort te Den Haag, dat dit keer als thema had: "Duurzame vis, gekweekt of gevangen?" De avond werd georganiseerd door Schuttelaar & Partners (Adviesbureau voor Maatschappelijke Communicatie B.V.) in samenwerking met Nutreco en de Rabobank. "Nutreco is", zo schrijft Schuttelaar in een toelichtend boekwerkje, "een wereldwijd opererend voedingsmiddelenbedrijf met 13.000 medewerkers in 22 landen en een jaaromzet in gekweekte vis, in kip- en varkensvleesproducten, en vee- en visvoer van ca. € 4 miljard". Tevens vermeldt het boekje dat o.a. duurzame productiewijze en zorg om dierenwelzijn "besloten liggen in Nutreco's Credo". Dit laatste was voor ons aanleiding om deze avond bij te wonen.

Blauwe revolutie of bio-industrie?

De vraag werd opgeworpen of het kweken van vis (aquacultuur) een blauwe revolutie is of een nieuwe bio-industrie. Een woordvoerder van Nutreco hield een betoog, waaruit duidelijk moest worden hoe gevoelig zijn bedrijf was voor kritiek vanuit de milieubeweging. Zo zou het antibioticagebruik bij gekweekte zalm in Noorwegen en Schotland praktisch uitgebannen zijn! Maar daar stond tegenover dat men wel weer met allerlei ziekten te kampen heeft. (Heel logisch, als we weten hoe dichtbevolkt deze viskwekerijen zijn! Krijgen we straks ook nog de vissenpest? - red.) Ook het dierenwelzijn werd genoemd: zo zouden de vissen relatief genoeg leefruimte hebben. Men wilde hierover de discussie wel aangaan, evenals over de dodingsmethoden van de vissen. (Wij zullen Nutreco hierover zeker bevragen! - red.)

Duurzaam?

Over de vraag of het kweken van vis duurzamer is dan visvangst werd uitvoerig gediscussieerd. Hierbij kwamen vreemde zaken naar voren! Een argument van voorstanders van viskweek is: de natuurlijke visstand in zee en binnenwateren te beschermen en de visserij te sparen. Echter: het voer dat de kweekvissen krijgen bestaat uit vismeel en visolie. Eén kilogram aan gekweekte vis kost 1,2 kilogram voer. Welnu, om 1,2 kg. vismeel te maken is zes kg. vis nodig, en voor 1,2 kg. visolie is 12 kg. vis nodig! Men onttrekt dus veel meer vis aan de zee of binnenwateren om visvoer van te maken, dan men aan de visstand uitspaart door vis te kweken! Met andere woorden: één kg. aan gekweekte vissen kost ca. negen kg. aan gevangen vissen! (En hiermee wil men de visstand beschermen! De waanzin ten top! - red.) Nutreco onderkent dit probleem en schakelt daarom over op plantaardig visvoer, bijv. soja. (Hebt u het ooit zó zout gegeten? Iemand die z'n hond of kat wil leren vegetarisch te eten wordt uitgelachen, maar miljarden vissen zet men op een vegetarisch dieet! Begrijpt u hier iets van? Het is al even onbegrijpelijk als het feit dat koeien - van nature planteneters - diermeel te eten krijgen, waardoor de gekkekoeienziekte is ontstaan, maar dat is weer een ander onderwerp. De natuur wordt steeds meer op z'n kop gezet! - red.) Onder de sprekers bevond zich ook Europarlementariër GroenLinks en vice-voorzitter van de commissie Milieubeheer, Volksgezondheid en Consumentenbeleid Alexander de Roo. Hij concludeerde o.a. dat bij de visvangst de economie boven duurzaamheid ging. Zo wordt wereldwijd 13% van alle vissoorten met uitsterven bedreigd, wordt 18% van de zeevis overbevist en is voor 50% de kritische grens bereikt. Dat is niet bepaald duurzaam te noemen, vond De Roo, evenmin als het feit dat deze visserij voor 20% betaald wordt met EU-subsidie! Ook memoreerde De Roo dat bij gekweekte zalm twee maal zoveel antibiotica wordt gebruikt als in de varkenshouderij. (Dit is dus in tegenspraak met hetgeen Nutreco meldde! - red.) Bovendien noemde hij de bezettingsgraad te hoog. De vissen hebben té weinig leefruimte. Hierover zouden op Europees niveau afspraken dienen te worden gemaakt. Ook kwam Omega-3 ter sprake: een belangrijke voedingsstof in vis. (Wat zal daar bij kweekvis van overblijven als men deze vissen vegetarisch gaat fokken en mesten? - red.)

Pijngevoelens

Een honende opmerking van een professor van de Landbouwhogeschool te Wageningen dat, zoals hij gehoord had, vissen wel pijn konden hébben, maar het niet konden voelen (of was het andersom? - red.) veroorzaakte vrolijk gelach bij velen in de zaal. We hebben weer heel wat geleerd, maar veel wisten we al: of men nu gekweekte vis eet of gevangen vis, het kost beide veel dierenleed. De dodingsmethoden zijn van beide nog steeds verschrikkelijk, maar ook het leven van de kweekvissen én de vangstmethoden van de vrij-levende vissen veroorzaken zéér veel leed.

ONDERZOEK WIJST UIT: VISSEN VOELEN PIJN

Zoals bekend deden Prof. F.J. Verheijen en Dr. R.J.A. Buwalda van de Rijksuniversiteit van Utrecht onderzoek naar pijngevoelens bij vissen. De in 1987 bekend gemaakte uitslag was dat vissen wel degelijk pijn en angst kunnen ervaren. Logisch: het zijn immers gewervelde dieren, evenals zoogdieren en ook de mens. Ondanks dit wetenschappelijk bewijs wordt met dit gegeven in de praktijk (visvangst, viskweek, "sport"visserij) nog steeds weinig gedaan. Op 1 mei jl. stond in vele kranten het bericht dat opnieuw wetenschappelijk is aangetoond dat vissen pijn kunnen voelen. Twee jaar lang deden Britse onderzoekers van de Universiteit van Edinburgh en het Schotse Roslin-Instituut proeven met regenboogforellen. De onderzoeken waren afschuwelijk: de dieren werden blootgesteld aan hoge temperaturen, maar ook aan diverse pijnveroorzakende stoffen, zoals o.a. azijnzuur en bijengif. Aan de reacties van de vissen viel te constateren dat zij pijn (en angst) ondervonden. Onderzoekster Lynne Sneddon: 'Toen we ze met bijengif injecteerden sloegen ze alle kanten op, een reactie die erg vergelijkbaar is met die van dieren en mensen die stress ervaren". Na injecties van stoffen schuurden de forellen langs randen en bodem van hun aquarium, en begonnen pas weer te eten toen de effecten van de experimenten uitgewerkt waren. Zou men het nu eindelijk gaan geloven? Wij begrijpen eigenlijk niet waar nu ook dit pijnlijke onderzoek weer voor nodig was! Hóe lang hebben bijvoorbeeld "sport"vissers al niet kunnen waarnemen hoe heftig een vis spartelt als het dier aan de haak geslagen wordt? Indien men zijn gezonde verstand én gevoel zou gebruiken zouden er toch geen wetenschappelijke onderzoeken naar pijngevoelens behoeven te worden gedaan? En hoeft men een vis toch geen bijengif in te spuiten om het dier te laten spartelen? Wij vrezen dat wetenschappelijke bewijzen niet zoveel zullen helpen zolang het de mens beter uitkomt er geen geloof aan te hechten, en de mens niet zélf bewogen is met het lijden van dieren. Zo zijn er ook nu al weer "wetenschappers" die het Britse onderzoek trachten onderuit te halen door te stellen, dat slechts drie soorten schepsels in staat zijn om niet alleen pijn te hébben, maar het ook als zodanig te ervaren: dolfijnen, enkele apensoorten en mensen.

VOGELPEST

Op het moment dat wij dit schrijven (begin mei) gaat het nog maar steeds door, het doden. Dag-in, dag-uit zijn de "ruimings"ploegen bezig met hun weinig verheffende werk. Pluimveestallen worden volgespoten met C02-gas. Het gas is zwaarder dan lucht en zakt dan ook snel naar de grond. In de legbatterij-stallen is het gevolg het verschrikkelijkst; de kippen in de onderste kooitjes "boffen": zij zijn na 20 seconden "al" (eindelijk!) gestikt. Bij de dieren in de etages daarboven duurt het nog langer. Hoe hoger de kooien, hoe langer het duurt, en in de bovenste verdieping gaan ze nog net niet dood, maar de paniek en de stress zijn afschuwelijk. De volgende ochtend gaat men eens in de stal kijken; de dode kippen worden uit de kooien gehaald, en de nog levende dieren uit de hoogste verdiepingen worden in de onderste kooien gestopt. Deze stumpers mogen het nog een keer meemaken: er wordt opnieuw C02-gas de stal binnengespoten. Het lijkt een weerzinwekkende en griezelige horrorfilm. Maar het is realiteit. De televisiebeelden laten alleen de dode kippen zien. Het doden zelf en de lange en verschrikkelijke doodsstrijd van de dieren mag niet worden getoond. Het is té schokkend. Nu (begin mei) is het hobby-pluimvee aan de beurt. Incidenteel zien we daar beelden van: een pauw die n.b. door een loco-burgemeester uit een boom geschoten wordt en nog levend op de grond tuimelt, waarna het dier ruw de kop wordt afgetrokken. We hopen dat de kijkers geschokt zijn. Het vertonen van de wrede dood van één dier lijkt soms meer tot mensen te spreken dan het massale martelen van miljarden dieren waarvan men wel weet, maar die men niet ziet. Als zakken met vuilnis, zo staan de kratten met kerngezonde hobby-vogels langs de kant van de weg, om opgehaald te worden voor de dood.

Mentaliteit?

Kan men nog spreken van mentaliteit in Nederland? Als we lezen (Haagsche Courant van 23 april jl.) hoe in Nederweert een paar "ruimers" die uit een pluimveestal de dode dieren moesten verwijderen, even met elkaar "een kippetje gingen trappen", met andere woorden: voetballen met dode kippen, dan beseffen wij een nog zéér onbeschaafde natie te zijn, waar het "stoer" wordt gevonden om je gebrek aan beschaving, aan mentaliteit, te tonen. Hoe ruwer, hoe onverschilliger, hoe respectlozer hoe mooier. Maar, hoe kan het ook anders: Wat voor voorbeeld krijgt men van de overheid?

Betere dodingsmethode - een klein lichtpuntje

Eén lichtpuntje gloort er in al deze verschrikkingen: In een slachterij in Nijkerkerveen (middenin besmet gebied) wordt voor het doden van hobby-pluimvee bij wijze van experiment een mengsel van C02-gas met zuurstof toegepast (C02-02). Hierbij sterven de dieren niet een langzame en stressvolle verstikkingsdood, maar slapen ze snel en ongemerkt in. Het ministerie van Landbouw heeft voor dit experiment in deze crisissituatie speciale ontheffing verleend, zo lazen wij in "Pluimveehouderij" van 3 mei jl.

En het bedrijfspluimvee?

In Lelystad wordt thans deze methode onderzocht (ondanks het feit dat de resultaten al jaren bekend zijn!) en als blijkt dat deze wijze van doden effectief is en inderdaad aan de dieren geen leed bezorgt, (alsof de huidige methode zo diervriendelijk is! - red.) zal er hoogstwaarschijnlijk toestemming gegeven worden om deze methode ook toe te passen bij het "ruimen" (wat een afschuwelijk woord! - red.) van bedrijfsmatig gehouden pluimvee, maar dan nog alleen in strooiselschuren, en niet in legbatterijstallen. Volgens "Pluimveehouderij" zal eerst een mobiele installatie moeten worden gebouwd, "waarmee de dieren naar een trechter worden gedreven, die uitmondt in een tunnel met een transportband, die de dieren naar het verdovings-/ dodingsapparaat voert. Daarachter voert een transportband in een tunnel de gedode dieren naar een container. Met een dergelijk apparaat zouden ongeveer 10.000 tot 15.000 kippen per uur kunnen worden gedood, zonder stress bij de dieren (geen gefladder) en met weinig menskracht", aldus "Pluimveehouderij". Voor de huidige vogelpestcrisis zal het waarschijnlijk niet meer lukken deze methode in te zetten, omdat voor de bouw van de installatie ca. een maand nodig is. Let wel, dit werd gepubliceerd op 3 mei jl. Hoe de situatie is als u dit blad ontvangt weten wij niet. Het zal afhangen van de vraag hoe lang de crisis nog duurt. Maar, waarom is men niet in februari van dit jaar, toen de vogelpest uitbrak, begonnen met het bouwen van deze installatie???

En legbatterij-kippen?

Wat wij ook ónbegríjpelijk en ergerlijk vinden is, dat deze methode blijkbaar nog niet in legbatterijstallen zal kunnen worden toegepast. Al zeker tien jaar is het bekend dat men pluimvee (maar ook varkens!) met C0202 (kooldioxide en zuurstof) op zachte wijze kan laten inslapen, maar de overheid wilde er nooit aan. Men had al lang vóór deze vogelpestcrisis klaar kunnen zijn om in alle soorten stallen deze methode te kunnen toepassen, maar ook in pluimveeslachterijen, waar tot op heden de kippen elektrisch zogenaamd worden "bedwelmd", maar waar het er in feite op neerkomt dat de dieren niet bedwelmd, maar slechts verlamd zijn, en dus bij het volle bewustzijn moeten ondergaan dat door het draaiende mes de kop wordt afgesneden.

EERSTE DUIVENTIL EEN FEIT!!

Op 12 mei jl. is in Rotterdam (na vier jaar schrijven, praten en vergaderen, waarbij wij ons, met de Faunabescherming, nauw hebben aangesloten bij de Landelijke Werkgroep Duivenoverlast te Vlissingen, de motor achter dit project) de eerste gemeentelijke duiventil geplaatst, op het dak van een woningcomplex. Het is een prachtig geheel geworden. Ruim 100 stadsduiven kunnen deze til bewonen en er in nestelen. Ook zal aan de dieren in en rond de til voer en water worden verstrekt. Verwacht wordt dat er vanaf de start (12 juni a.s. is de officiële opening) circa een half jaar voor nodig zal zijn voordat de duiven de til als hun vaste woonplek gaan beschouwen. Dagelijks zal het aantal in de til gelegde eieren, die worden vervangen door kalkeieren, worden geteld. Groeit dat aantal, dan is dat een bewijs dat het experiment werkt. Uit elk vervangen ei zal nl. geen jonge duif meer worden geboren. Ook zal de hoeveelheid duivenpoep die dagelijks uit de til zal worden gehaald, geregistreerd worden. Hoe meer uitwerpselen in de til, hoe minder buiten op de balkons, gebouwen, etc. Verder wordt het aantal klachten van buurtbewoners geregistreerd. Afname van klachten bewijst ook dat de til werkt. De proef duurt twee jaar. Bij succes zullen ook in andere delen van Rotterdam tillen worden geplaatst.

Hét alternatief!!

Duiventillen vormen het diervriendelijke en effectieve alternatief voor het herhaaldelijk wegvangen en doden van stadsduiven die overlast veroorzaken. In Duitsland zijn er al ca. 20 gemeenten toe overgegaan, en met succes! Er behoeven daar géén duiven meer te worden gevangen en gedood. (In vorige nummers van ons contactblad beschreven wij reeds hoeveel leed er door de vangacties aan de duiven, maar óók aan hun jongen die ouderloos in de nesten achterblijven! wordt berokkend, en ook hoe averechts wegvangen uitpakt: er komen alleen maar meer duiven van!) Ook zijn gemeenten goedkoper uit: een duiventil zoals die in Rotterdam is neergezet, is wel een investering, maar gaat ca. 15 jaar mee. De jaarlijks (of nog vaker) terugkerende vangacties kosten vele malen meer!

Primeur

Rotterdam is de eerste gemeente in Nederland die de proef op de som gaat nemen, en heeft daarmee de primeur. Maar ook andere gemeenten zijn reeds geïnteresseerd. In Zutphen zijn de plannen zelfs al in een vergevorderd stadium. Daar zullen binnenkort drie tillen tegelijk worden geplaatst! Kost het in vele gemeenten (destijds ook in Rotterdam!) nog veel moeite om een meerderheid van de gemeenteraad voor de duiventilmethode te winnen, in Zutphen staat de gehele raad vierkant achter dit diervriendelijke en effectieve alternatief!

Toekomst

Waar wij nu op hopen is, dat binnen afzienbare tijd de wrede vangacties kunnen worden verboden op grond van artikel 36 lid 1 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, waar staat dat men zonder redelijk doel niet de gezondheid en het welzijn van de dieren mag benadelen. Immers, als de duiventilmethode in Rotterdam en straks ook in Zutphen goed werkt, dan kan dat in alle gemeenten toegepast worden. En als er een goedwerkend alternatief voorhanden is, dan bestaat er voor vangacties géén redelijk doel! Hierover zou dan eventueel, als er gemeenten zijn die tóch dwars liggen, geprocedeerd kunnen worden. En zo hopen we dat er van al het dierenleed dat er in Nederland is een omvangrijk deel, het leed van de stadsduiven, in de toekomst kan worden teruggedrongen en misschien zelfs geheel uitgebannen. De eerste aanzet hiertoe is gegeven! Een groot compliment is hier op zijn plaats voor de Landelijke Werkgroep Duivenoverlast, die als voortrekker van dit project bergen werk (heeft) verzet!

WILDEBEHEER OF JAGEN?

Het klinkt zo vriendelijk: wildbeheereenheden - men denkt dan aan de zorg voor het wild, de in het wild levende dieren. Maar, vergis u niet: de term "wildbeheereenheden" is een verhullende term. In feite zijn wildbeheereenheden gewoon jagersverenigingen, voor wie het neerknallen van dieren voor de lol het hoogste genot is. Een boude uitspraak?? Leest u dan het onderstaande stuk dat in februari van dit jaar in het Eindhovens Dagblad stond, en dat is geschreven door nota bene voormalig bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging en voormalig voorzitter Jachtplatform Deurne, de heer J. Kuijpers: "Woensdag 26 februari - Onlangs hield het Astense VVD-raadslid Wubs een pleidooi voor de jachtverpachting van Astense gemeentegronden. Eerder had de Deurnese 'goeroe' onder de wildbeheerders, R. v.d. Heuvel, ook al een pro-jachtverhaal opgehangen. Onlangs kwamen in deze krant ook nog eens twee Maarheezer jagers aan het woord. Uit alles zou moeten blijken hoe 'goed en onmisbaar' jagers in de natuur zouden zijn. Wie de artikeltjes leest, kan nauwelijks geloven dat hier volwassen mensen aan het woord zijn. De verhaaltjes zijn niet meer dan ecologische wartaal. Wildbeheereenheden zijn nu eenmaal niets anders dan jagersverenigingen, onder een andere naam. En bij jagers staat nu eenmaal het jagen voorop. Jagen is het doel, niet een middel tot. Hiervoor moet en zal alles wijken. Natuurlijke concurrenten dienen te worden gedecimeerd dan wel te worden uitgeroeid, waardoor de eigen jachtbuit alleen maar groter wordt. Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 95 procent van de jagers, zichzelf wildbeheerder noemend, de pijp aan Maarten zou geven indien het jachtgeweer ('beheerinstrument') zou moeten worden ingeleverd. Zie hier de ware aard van deze jagersclubs. Uit jarenlange ervaring (mea culpa) als bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging en als voorzitter van een overkoepelende jachtorganisatie, als medeschrijver van een wildbeheerplan, is mij overduidelijk geworden dat voor natuurdenkende mensen bij jagers geen plaats is. Onder de noemer van 'wildbeheer' worden alleen maar jachtactiviteiten uitgevoerd, al dan niet illegaal! Het aanleggen van voersloten voor het afschieten van wilde eenden, het nog steeds massaal illegaal uitzetten van fazanten, alsmede het toch blijven jagen, ondanks de dramatisch slechte wildstand in onze contreien. Dit zijn de hoofdmoten van wildbeheer, om over de eerlijkheid van reewildtellingen nog maar te zwijgen. Maatschappelijk heeft de jacht afgedaan, de weerstand is terecht heel groot geworden. Mensen in de natuur willen genieten van levend wild. Jagers zijn daarin niet meer gewenst en totaal overbodig. De natuur is best in staat zichzelf te redden. Mocht er zich dan toch een ecologische ramp openbaren, dan biedt de wet mogelijkheden genoeg om tot ingrijpen over te gaan. Uit de praktijk dit voorval eind januari als overtuigend bewijs van mijn relaas: In de Vlierdense bossen was ik getuige, op enige afstand. van het neerschieten van een sterke, gezonde, drachtige (!) reegeit. Zonder enige vorm van selectie werd deze ree door de daar beherende jager-stroper neergeknald. Dit is nu de praktijk en de ware aard van het huidige wildbeheer: het genot van het schot. Ik classificeer dit niet als wildbeheer, maar als beheer door wilden". (En zo is het! - red.)

De Stichting Rechten voor al wat Leeft.

Auteur .

pijl omhoog