Kreupele koeien
In oktober 2003 schreven wij een brief aan
Minister Veerman van Landbouw naar aanleiding
van een artikel in "BOERDERIJ"
van 20 mei 2003. In dit artikel lazen wij
dat een kwart van de Nederlandse koeien
kreupel is doordat de inrichting van veel
stallen niet meer aan de huidige eisen voldoet.
Dit was gebleken uit een onderzoek door
PV en ID Lelystad. In ons contactblad van
oktober 2003 hebben wij hier aandacht aan
besteed.
In onze brief vroegen wij de minister de
adviezen welke in "BOERDERIJ"
werden gegeven aan de veehouders voor wat
betreft de juiste ligboxmaten, materiaal
en kwaliteit van de vloer en verdere indeling
en inrichting van de stal om te zetten in
wettelijke voorschriften mét een
goede controle daarop. "Zeker nu er
steeds meer koeien het jaarrond in de stal
worden gehouden", zo schreven wij,
"zouden wij u willen verzoeken regels
op te stellen waardoor het welzijn van de
koe in de stal gewaarborgd wordt, en beengebreken
kunnen worden voorkomen". In zijn antwoord,
dat wij eerst in februari van dit jaar ontvingen,
gaf de minister aan mét ons van mening
te zijn dat de gepubliceerde onderzoeksgegevens
"tot zorg leiden. Veel koeien",
aldus de minister, "zijn gedurende
een deel van het jaar kreupel. De kreupelheid
is daarbij een symptoom voor aandoeningen
aan -vooral- de klauwen, waarbij je moet
constateren dat deze dieren dus een deel
van het jaar pijn hebben tijdens het staan
en lopen".
Regelgeving?
Toch is regelgeving niet nodig, vindt de
minister, omdat er afgesproken is "dat
het bedrijfsleven zelf actie neemt om het
punt van de kreupele koeien aan te pakken".
De minister gaat ervan uit dat het bedrijfsleven
daar ook zelf bij gebaat is; "immers
een dier dat pijn lijdt, eet minder en geeft
daardoor ook minder melk". (Wij
vragen ons dan toch af waarom - de goede
niet te na gesproken - "boeren een
aantal kreupele koeien gewoon accepteren",
zoals het artikel in "BOERDERIJ"
vermeldt! - red.) Verder constateert
de minister "dat het bedrijfsleven
op dit punt zijn verantwoordelijkheid ook
niet ontloopt". Want: "Het onderzoeksprogramma
wordt deels door het bedrijfsleven gefinancierd"
(Ja ja, wij zijn hier nog allerminst
door overtuigd, want we horen als het over
dierenwelzijn gaat al tientallen jaren niets
anders dan onderzoek, onderzoek en nog eens
onderzoek, en hieruit moet dan vooral blijken
hóe serieus men met de zaak bezig
is. Maar veel echte verbeteringen zijn er
uit al deze onderzoeken tot nu toe nog niet
voortgekomen! - red.)
Toekomstvisie - Ruimte voor de koe
De rundveehouderij-sector heeft in haar
toekomstvisie zelf aangegeven dat het probleem
omtrent de kreupele koeien moet worden aangepakt,
en zij pleit tevens voor weidegang. De minister
acht dit laatste ook "van groot belang,
omdat uit hetzelfde onderzoek blijkt dat
een periode van weidegang de omvang van
het probleem op een bedrijf aanzienlijk
vermindert". In opdracht van de Nederlandse
Zuivel Organisatie heeft de Animal Sciences
Group van Wageningen UR een PraktijkBoek
gemaakt over moderne huisvesting van melkvee.
Dit boekje, waarvan de minister een exemplaar
aan ons meestuurde, wordt via de zuivelfabrieken
aan alle melkveehouders in Nederland verstrekt.
"Ruimte voor de koe", is de titel
van het boekje. "Zowel voor nieuwbouw
als verbouw worden mogelijkheden aangegeven
om stallen welzijnsvriendelijk in te richten.
De adviezen geven een doorkijk naar de stal
van de toekomst", zo lezen we in het
voorwoord. En: "bij de opzet van de
brochure is als uitgangspunt gekozen dat
dieren zich niet hoeven aan te passen aan
hun houderijsysteem, maar dat het systeem
wordt aangepast aan de biologische behoeften
van de dieren". De brochure is bedoeld,
zo lezen we verder in het voorwoord, "om
de melkveehouder die geïnteresseerd
is aan het denken te zetten…". (En
de niet-geïnteresseerde melkveehouders?
- red.) De minister blijft optimistisch.
Hoewel de meeste adviezen uit het PraktijkBoek
alleen kunnen worden uitgevoerd bij een
grootschalige renovatie van de stal - ingrijpende
en kostbare maatregelen, die een melkveehouder
alleen kan nemen als de inventaris van de
stal is afgeschreven - is toch zijn inschatting
dat de melkveehouders zelf een groot belang
hebben bij het verminderen en voorkomen
van klauwproblemen en kreupelheden en vanuit
hun eigen verantwoordelijkheid - waar mogelijk
- bij een aanstaande renovatie de adviezen
uit het PraktijkBoek zullen uitvoeren. De
tijd zal het ons wel leren.
Houden van hennen
Om een antwoord te vinden op de vraag "Hoe
houden we in de toekomst leghennen in Nederland?"
is sinds april vorig jaar de Animal Sciences
Group (Wageningen UR) bezig met de ontwikkeling
van nieuwe houderijsystemen voor leghennen,
om tegemoet te komen aan de wensen van de
maatschappij en de exportmarkten: wensen
ten aanzien van verenpikkerij, het al of
niet geven van een uitloop naar buiten enzovoort.
Over diverse onderwerpen waren bijeenkomsten
georganiseerd. Op één daarvan,
op 26 februari jl., waar behalve vertegenwoordigers
van de Animal Sciences Group en het Louis
Bolk Instituut ook enkele dierenartsen,
een biologische pluimveehouder en een aantal
belangstellenden waaronder wij van Rechten
voor al wat leeft aanwezig waren, willen
we in dit nummer nader ingaan. Het thema
betrof het zoeken naar een oplossing omtrent
de veiligheid bij de uitloop bij scharrel-volièrekippen.
Hieronder nemen wij voor u een gedeelte
van de tekst uit de uitnodiging voor deze
bijeenkomst over.
"Op dit moment is er een sterke tendens
in de pluimveehouderij om leghennen niet
alleen binnen (scharrel), maar ook buiten
los te laten lopen. Deze tendens komt voort
uit de (met name Duitse) markt, die vraagt
om eieren van kippen die een zogenoemde
"uitloop" hebben. De sector zelf
én de overheid zijn niet onverdeeld
gelukkig met deze tendens, omdat de "uitlopen"
zoals ze nu veelal worden gerealiseerd (zet
de stal open naar een grasland eromheen)
de nodige risico's met zich mee kunnen brengen
ten aanzien van de gezondheid van de dieren
én de kwaliteit en veiligheid van
het eindproduct (de eieren). Kippen doen
allerlei parasieten en infecties op die
zich in de grond of in de mest van henzelf
of wilde vogels bevinden. Daarnaast kunnen
ze mogelijk voor de mens schadelijke stoffen
binnenkrijgen, zoals dioxine, die via het
ei de mens bereiken. De markteis van "uitloop"
drukt een wens uit naar een meer natuurlijke
vorm van leghennenhouderij. Ze geeft weer
dat mensen het belangrijk vinden dat kippen
"buiten zijn", en natuurlijke
elementen, zoals zonlicht, wind en regen,
kunnen ervaren. Verder drukt ze de wens
uit van een gevarieerde omgeving, waarin
de kip voldoende haar exploratie- en scharrelgedrag
kan botvieren. Hoewel veel van deze eisen
ook vanuit ethologische deskundigheid als
echte behoeften van leghennen kunnen worden
gezien, zijn er voor het "buiten zijn"
op zich geen sterke aanwijzingen in het
diergedrag zelf voor de gedachte dat deze
wens ook daadwerkelijk een wens van de leghen
zélf is. (Dat zeggen wij al jaren!
- red.) In principe kunnen de meeste
van bovengenoemde wensen ook binnen gerealiseerd
worden. Tegelijk voelen veel mensen toch
een kwalitatief verschil tussen "binnen"
en "buiten", zodat een "alternatief
binnen" niet geheel beantwoordt aan
de behoefte van de consument. Ook gezien
de markt is daarom niet te ontkomen aan
een vorm van uitloop. De vraag is echter
of die niet heel anders van karakter kan
zijn dan nu het geval is. Probleem: Hoe
zorgen we voor een gevarieerde leefruimte
voor de leghen, die beantwoordt aan het
gevoel van mensen dat kippen "buiten"
moeten zijn, maar tegelijkertijd de insleep
en versleep van ziekten en schadelijke stoffen
op een acceptabel niveau houdt?"
Tot zover het citaat. Voor wat betreft de
bijeenkomst: samenvattend was iedereen het
erover eens dat de kip een dier is wat bezig
wil zijn met scharrelen. Daarom rees het
idee om een overkapte uitloop te creëren
en de bodem te bedekken met veel struikgewas
zodat de kippen veel te scharrelen hebben.
Maar het is de vraag of de ideeën die
tijdens de bijeenkomsten naar voren kwamen
ooit zullen worden gerealiseerd, en zo ja,
over hoeveel jaren dit het geval zal zijn.
Overigens: wij zijn van mening dat wij de
kippen een grotere dienst bewijzen door
eerst alle kooisystemen voor legkippen af
te schaffen, voordat we gaan denken over
een uitloop naar buiten voor scharrel-volièrekippen!
Dat laatste is, gezien bovenstaand citaat,
dan ook niet het eerste waar de kippen op
zitten te wachten!
Dodingsmethoden hennen
In "PLUIMVEEHOUDERIJ" van 24 april
2004 konden we lezen hoe "effectief,
diervriendelijk en veilig" het gebruik
van kooldioxide (C02) was voor
het doden van miljoenen hennen tijdens de
vogelpestcrisis van vorig jaar. Ergerlijk
vonden wij dit artikel, temeer daar de méést
effectieve én diervriendelijke methode
- een vochtig mengsel van kooldioxide én
zuurstof - niet werd genoemd, waarschijnlijk
omdat het vanwege hogere kosten niet is
toegepast. Wij schreven aan de redactie
van "PLUIMVEEHOUDERIJ" de volgende
ingezonden brief.
"In het artikel "Effectief, diervriendelijk,
veilig" in "PLUIMVEEHOUDERIJ"
van 24 april jl., dat handelde over diverse
dodingsmethoden van pluimvee tijdens de
vogelpestcrisis, wordt gesteld: "Stalvergassing
met kooldioxide lijkt er in positieve zin
uit te springen" voor wat betreft effectiviteit,
diervriendelijkheid en veiligheid. In het
rapport EUTHANASIE VAN PROEFDIEREN van april
1993 wordt de C02gasmethode voor
vogels als minst optimale dodingsmethode
beoordeeld na een vergelijking van negen
dodingsmethoden. Met name inzake de criteria:
dood zonder pijn, tijdsduur verlies bewustzijn
en psychische stress voor het dier wordt
de C02-gasmethode als zeér
ongunstig beoordeeld. Daarbij komt nog dat
in dit rapport is uitgegaan van een uitvoering
waarbij visuele controle mogelijk is en
de dieren worden geplaatst in een ruimte
waar het C02-gas reeds aanwezig
is. De dieren dienen in deze ruimte te blijven
totdat alle dieren tenminste 5 minuten bewegingsloos
zijn; het is zéker niet aan te bevelen
het C02-gas toe te dienen in
een stal waar de dieren zich al in bevinden;
dit zou de benauwdheidsfase verlengen!
Wij vragen ons af hoe het mogelijk is dat
eenzelfde dodingsmethode zó verschillend
beoordeeld kan worden: in het artikel in
"PLUIMVEEHOUDERIJ" zou stalvergassing
met kooldioxidegas er in positieve zin uitspringen,
en in genoemd euthanasierapport komt dezelfde
methode voor vogels als slechtste uit de
bus! Het is bijzonder schrijnend te moeten
vaststellen dat de intrinsieke waarde van
dieren in de Gezondheids en WELZIJNSwet
voor Dieren blijkbaar anders wordt geïnterpreteerd
dan in de Wet op de Dierproeven. Indien
de sector pluimvee in grote aantallen wenst
te houden, dan dient deze sector en/of de
overheid ons inziens zich VAN TE VOREN te
beraden hóe te handelen bij calamiteiten
en hoe de dieren dan op een VERANTWOORDE
wijze gedood kunnen worden. Ons inziens
is dit tijdens de afgelopen vogelpestepidemie
NIET gebeurd"!
Een kopie van deze brief stuurden wij naar
Minister Veerman van Landbouw, en aan hém
schreven wij daarbij ook het volgende.
"Een jaar geleden, ten tijde van de
vogelpestepidemie, lazen wij in "PLUIMVEEHOUDERIJ"
(d.d. 3 mei 2003) dat in Lelystad én
in een pluimveeslachterij te Nijkerkerveen
de mogelijkheid werd onderzocht om voor
het doden van hobbypluimvee aan de kooldioxide
zuurstof toe te voegen. Het was nl. bewezen
dat bij gebruik van een mengsel van kooldioxide
met zuurstof (C0202-)
de dieren niet een langzame verstikkingsdood
sterven (zoals bij alleen C02-!),
maar snel en ongemerkt inslapen. Indien
zou blijken dat deze wijze van doden effectief
zou zijn en inderdaad aan de dieren geen
leed zou bezorgen, zou er waarschijnlijk
toestemming gegeven worden om deze methode
ook toe te passen bij het doden van bedrijfsmatig
gehouden pluimvee dat in strooiselschuren
wordt gehouden. Hiervoor zou een mobiele
installatie moeten worden gebouwd, waarmee
zo'n tien- à vijftienduizend kippen
per uur op humane wijze zouden kunnen worden
gedood. Na 3 mei 2003 hebben wij niets meer
vernomen over eventuele resultaten van dit
onderzoek.
Gaarne zouden wij van u het volgende vernemen.
- Wat de uitslag van dit onderzoek is
geweest en of er inmiddels wellicht reeds
plannen klaarliggen om bij een eventuele
volgende vogelpestcrisis deze C0202-methode
toe te passen, en dan niet alleen in strooiselschuren,
maar ook in scharrelvolièrestallen
én in legbatterij-/verrijkte-kooistallen.
- Waarom wordt de C0202-methode
niet in álle pluimveeslachterijen
gehanteerd in plaats van de elektrische
bedwelming? Het is immers bekend dat over
het algemeen in pluimveeslachterijen niet
het wettelijk vereiste voltage wordt toegepast
aangezien dit botbreuken en bloedpunten
op het vlees zou veroorzaken. Het gevolg
is dat de dieren niet bedwelmd raken,
maar verlamd, waardoor het slechts lijkt
of ze bewusteloos zijn. Het komt er dus
op neer dat de kippen nog in een toestand
van bewustzijn verkeren wanneer ze bij
het draaiende mes aankomen. Wij verzetten
ons al jaren tegen deze dierenkwelling
en zouden u dan ook dringend willen verzoeken
het gebruik van de C0202-methode
verplicht te stellen in álle pluimveeslachterijen".
Wij hopen in ons volgend contactblad u
de reactie van de minister te kunnen melden.
Veetransporten
Wij kennen allen zo langzamerhand de verschrikkingen
van het internationale veevervoer. Transporten
waarbij dieren soms een week lang onderweg
zijn onder slechte omstandigheden vormen
helaas geen uitzondering. Hoopvolle berichten
in de pers als zou hierin verandering komen
waren bij voorbaat al weinig geloofwaardig.
We weten immers dat verbeteringen pas zullen
worden doorgevoerd als alle EU-lidstaten
het er over eens zijn! En ja hoor, op 27
april jl. stond het volgende bericht op
Teletekst. "Nog geen EU-afspraak diertransport
Luxemburg - De Europese landbouwministers
hebben in Luxemburg geen afspraak kunnen
maken over de maximale duur van het transport
van slachtvee. Minister Veerman noemt dit
teleurstellend. "Hier wordt niemand
beter van, zeker de dieren niet", aldus
de bewindsman. Groot-Brittannië en
Duitsland willen een maximale duur van 18
uur met een pauze van twee uur. Frankrijk,
Spanje en Griekenland willen meer ruimte.
Veerman zei na afloop dat de tegenstellingen
niet te overbruggen waren. Andere voorstellen
over de controle van de transporten en een
betere opleiding voor chauffeurs zijn ook
van tafel".
(Natuurlijk zou Nederland kunnen besluiten
eigen regels te stellen inzake transportduur
etc. voor dieren die hiervandaan over de
grens gaan. Maar we willen onszelf commercieel
toch niet in de vingers snijden?! De economie!
Voor geld doen we alles, en maken we onszelf
tot slaaf van die landen die het woord dierenwelzijn
nog niet in hun woordenboek hebben staan!
- red.)
Stadsduiven
In een vorig nummer van ons contactblad
hebben we al geschreven over de eerste duiventil
in Nederland die in Rotterdam staat. De
til biedt plaats aan 150 stadsduiven, die
in de til kunnen slapen, nestelen en broeden.
Ook worden de vogels dagelijks van gemengd
graan en water voorzien. Deze opvang van
stadsduiven biedt de mogelijkheid om de
gelegde eieren te vervangen door gipseieren
om zodoende het aantal stadsduiven in die
omgeving te beheersen. Bovendien verdwijnt
de overlast doordat de duiven in de til
slapen, nestelen en hun uitwerpselen deponeren.
Verstopte afvoeren door ontlasting en verlaten
nesten, alsmede besmeurde gevels en bevuilde
vensterbanken, behoren voortaan tot het
verleden.
Succes
Verheugd kunnen we u het goede nieuws melden
dat deze duiventil in Rotterdam naar behoren
werkt. Reeds tientallen Rotterdamse stadsduiven
hebben de weg naar de til weten te vinden
en maken er dankbaar gebruik van. De vrijwilligers
moeten elke dag de nodige hoeveelheid mest
uit de til verwijderen, die is achtergelaten
door duiven die in de til geslapen hebben
of er een nest hebben gemaakt. Daarnaast
hebben sinds het begin van het broedseizoen
in februari/maart diverse duiven al een
goede, droge en veilige broedplek in de
til gevonden. De eerste eieren zijn dus al verwisseld voor gipseieren.
Zutphen en Amsterdam
Het bovenstaande succesverhaal krijgt dit
jaar een vervolg in de gemeente Zutphen
en in de gemeente Amsterdam. In Zutphen
heeft men besloten om bijna alle 400 stadsduiven
in drie grote duiventillen onder te brengen.
De overlast die deze dieren kunnen veroorzaken
in het monumentale hart van de stad Zutphen
zal hierdoor verleden tijd gaan worden.
Alle politieke partijen in Zutphen, alsmede
de Winkeliersvereniging, Woningbouwvereniging
en Vereniging van Pandeigenaren zijn voorstander
van deze effectieve en diervriendelijke
methode. De eerst til in Zutphen zal vermoedelijk
over een paar maanden in gebruik worden
genomen.
Ook in Amsterdam heeft men besloten om
dit goede voorbeeld te volgen. De wethouder
van Stadsdeel Centrum, Guido Frankfurther,
heeft de GG en GD zelfs verboden om in het
stadsdeel te vangen en te vergassen! Deze
wrede methode lost immers geen enkele overlast
op, want al heel snel wordt de plaats van
een gedode duif door een jonger exemplaar
ingenomen. Een grote (duiven)pluim dus voor
deze diervriendelijke wethouder, die zich
in Amsterdam sterk maakt voor de stadsduif!
Dankzij hem zal op 11 oktober aanstaande
een mooie grote duiventil worden geplaatst op de parkeergarage van de Bijenkorf nabij de Dam in Amsterdam.
Als u voortaan op de televisie beelden ziet
van duiven op de Dam, weet dan dat zij een
prachtige slaap- en broedplek krijgen! Ook
hoeven deze duiven dan niet meer om voedsel
te bedelen bij de toeristen in onze hoofdstad,
aangezien ze in de til hun maagje naar believen
kunnen vullen. Tegelijkertijd zal in Stadsdeel
Amsterdam Oud-West een tweede til worden
geopend op het dak van een de woningcomplex.
Ook de duiven in die Landelijke omgeving
zullen nog voor de winter in de til een
beschutte, regen- en tochtvrije verblijfplaats
kunnen vinden.
Er zijn nog meer steden, ook in België,
waar plannen worden ontwikkeld voor de bouw
van duiventillen, maar daarover zullen we
u in een volgend nummer van ons blad berichten.
Wat zegt de wet over vangen en doden van stadsduiven?
Zoals u weet zet de Landelijke Werkgroep
Duivenoverlast zich samen met Rechten voor
al wat leeft in om het gebruik van duiventillen
te bevorderen als diervriendelijk alternatief
voor het uitmoorden van duiven, dat eveneens
nog steeds op grote schaal in Nederland
gebeurt. Er zijn namelijk helaas niet in
álle steden diervriendelijke wethouders
die het vangen van duiven verbieden! Een
lichtpunt is echter dat het vangen van duiven
sinds de invoering van de Flora- en Faunawet in april 2002 verboden is. Een speciale
vergunning of zogeheten aanwijzing is noodzakelijk
om vangkooien voor het vangen van stadsduiven
te mogen gebruiken. Deze aanwijzing is aan
voorwaarden gebonden en mag uitsluitend
worden verstrekt in het belang van voorkoming
van landbouwschade, schade aan flora en
fauna of in het belang van de openbare veiligheid
en volksgezondheid. Overlast is geen belang
genoemd in de wet en op grond daarvan kan
geen aanwijzing worden verstrekt. Eventuele
landbouwschade of gevaar voor volksgezondheid
behoort ook te worden aangetoond door middel
van schadegegevens of gediagnostiseerde
ziektegevallen. Bovendien moeten op grond
van de Flora- en Faunawet altijd eerst reeds
andere alternatieve methoden zijn toegepast
en ineffectief zijn gebleken, voordat tot
een meer drastische methode zoals het gebruik
van vangkooien mag worden overgegaan. Het
gebruik van lokduiven om de vogels naar de kooien toe te lokken is sinds april 2002
eveneens niet meer toegestaan en hiervoor
kan geen vergunning worden verkregen. De
aanwijzingen kunnen alleen worden verstrekt
door de Provincie en uiteraard mogen belanghebbenden
bezwaar maken tegen het verlenen van zo'n
aanwijzing.
Door het gebruiken van vangkooien zonder
over een aanwijzing te beschikken overtreedt
men niet alleen de Flora- en Faunawet, maar
tevens de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, waarin staat dat "het verboden
is om zonder redelijk doel of met overschrijding
van hetgeen ter bereiking van zodanig doel
toelaatbaar is bij een dier pijn of letsel
te veroorzaken dan wel de gezondheid of
het welzijn van een dier te benadelen".
Vooral het wegvangen van duiven tijdens
het broedseizoen veroorzaakt veel onnodig
dierenleed. Als oudervogels worden weggevangen
versterven de jongen immers in het nest.
Bezwaarschriften
De Landelijke
Werkgroep Duivenoverlast maakt in het
hele land bezwaar als aanwijzingen worden
gevraagd én door de Provincie worden
verleend voor het vangen en doden van duiven.
Deze werkgroep heeft weten te voorkomen
dat de zeer weinig voorkomende en nog maar
slechts een enkel tiental jaren geleden
bijna uitgestorven holenduif in de provincie
Zeeland onbeperkt bejaagd mocht worden.
In Overijssel was zelfs een aanwijzing verleend
voor afschot van stadsduiven omdat deze
vogels het grasland zouden vertrappen! Alsof
een jager van 80 kilo met laarzen van maat
45 niet véél méér
gras vertrapt dan duiven die met een gewicht
van 300 gram een grassprietje nog niet eens
kneuzen! In veel Provincies worden de bezwaren
van de Landelijke Werkgroep Duivenoverlast
gegrond verklaard en daarmee wordt veel
dierenleed voorkomen.
Overtredingen
Het komt echter ook wel voor dat vangkooien
- met of zonder lokduiven - worden gebruikt
om duiven te vangen en daarna te doden,
terwijl men helemaal geen aanwijzing heeft
om dit te mogen doen. Zo zijn er onlangs
in diverse gemeenten (Vlissingen, Leeuwarden
en Groningen) vogelvangers in opspraak geraakt
door het gebruik van vangkooien zonder dat
men over een zogeheten aanwijzing ex artikel
67 van de Flora- en Faunawet beschikte.
In opdracht van Justitie verricht de politie onderzoek in deze steden en al naar gelang
de mate van de overtreding zullen passende
juridische maatregelen worden genomen. Mocht
u in uw stad of woonomgeving bemerken dat
er vangkooien staan opgesteld om duiven
te vangen, laat ons dat dan weten, opdat
we actie kunnen ondernemen om deze (illegale)
werkwijze te kunnen stoppen.
Op Youtube een video over de Duiventilmethode in Aken.
Zwerfkatten
In ons vorige contactblad hebt u een foto
kunnen zien van een paar liggende kliko's,
die dienden als slaapplaats voor enkele
zwerfkatten op één van de
locaties waar deze dieren worden verzorgd.
Inmiddels is op deze plek een prachtige
tweedehands blokhut neergezet, zodat de
kliko's gelukkig overbodig zijn geworden
(voor dit doel tenminste!) De blokhut werd
via internet te koop aangeboden (voor een
flinke prijs!), maar toen de eigenaar hoorde
voor welk doel wij de blokhut wilden gebruiken
vond hij dit zó sympathiek dat hij
de verkoopprijs prompt enkele honderden
euro's liet zakken! Héél hartelijk
dank aan deze mensen voor dit diervriendelijke
aanbod! Zij hebben de hut eigenhandig gedemonteerd,
waarna onze kattenverzorgster het pakket
kon ophalen en op haár locatie weer
in elkaar kon laten zetten.
Aan de zijkanten van de hut zijn kattenluikjes
aangebracht. Ondertussen gaat het vangen
en naar de dierenarts brengen voor castratie
of sterilisatie nog steeds door. En natuurlijk
het dagelijks voeren! Dit alles kost veel
geld! Zolang wij kunnen willen we dit project
blijven steunen, want het zou toch verschrikkelijk
zijn als dit zinvolle werk gestopt zou moeten worden wegens geldgebrek! Daarom blijven
extra giften voor dit doel héél,
héél welkom op giro 55677 t.n.v. Rechten voor al wat leeft te Alkmaar,
onder vermelding van "zwerfkatten".
U kunt voor dit doel ook een acceptgirokaart
bij ons aanvragen.
Bescherming hobbydier(houder)
In januari 2004 is de Stichting Bescherming
Hobbydierhouder Nederland opgericht. Doel:
het verbeteren van de rechtspositie van
hobbydierhouders die weigeren hun dieren
te laten doden bij het uitbreken van een
dierziekte. De stichting heeft een fonds
in het leven geroepen o.a. om enkele voorbeeld-rechtszaken
te kunnen voeren. Gezien de afschuwelijke
tonelen die zich tijdens o.a. de vogelpest-epidemie,
ook bij hobbyvogels, hebben afgespeeld en
die voor zowel vele duizenden hobbydieren
als hun eigenaren zéér veel
leed hebben veroorzaakt, staan wij sympathiek
tegenover dit initiatief en hebben een dringend
verzoek om financiële steun met een
bescheiden bijdrage gehonoreerd. In een
volgend contactblad hopen wij u meer hierover
te kunnen melden. |