logo RvawL

Contactblad Relatie Mens en Dier oktober 2009

Dit is het Contactblad "Relatie Mens en Dier" van de belangengroep en stichting Rechten Voor Al Wat Leeft.

Onderwerpen

CAMPAGNE TEGEN CO2-BEDWELMING SLACHTVARKENS

Teleurstellend resultaat Ja, helaas moeten wij dat vaststellen. De politieke wil is absoluut áfwezig om tot een verbod op de vergassingsmethode met CO2 over te gaan. De minister erkent dat het schokkend is wat de beelden van het ASG-onderzoek toonden, maar ziet toch geen aanleiding tot een verbod. Immers, het is een door de EU toegestane methode, en bovendien: het onderzoek door Animal Science Group had toch duidelijk uitgewezen dat verbetering van de methode door toevoeging van zuurstof (O2) aan de CO2 niet tot de gewenste resultaten leidde…! Hoe slecht en ónvolledig dat onderzoek was uitgevoerd (zie ons vorige contactblad), daar wil de minister niet van horen. Een opmerking van Marianne Thieme (PvdD) tijdens een kameroverleg: "Het lijkt wel of de ASG niet wílde dat dit onderzoek zou slagen!" werd door de minister behoorlijk afgestraft, maar op de kritiek zelf ging zij niet in. Vervolgens verschool zij zich ook nog eens achter de Dierenbescherming, die een verbod ook niet nodig vond. Vlak voor de dag dat erover gestemd zou worden in de Tweede Kamer hebben wij nog het volgende persbericht uitgestuurd: MINISTER VERBURG KIEST VOOR GRUWELDOOD VARKENS MET CO2 19 juni 2009 - Minister Verburg van LNV wil de grootste varkensslachterij van Europa - VION - in Boxtel (1200 varkens per uur) laten doorgaan met de omstreden CO2-bedwelming ondanks tegenargumenten van bekende bedwelmingswetenschappers als Dr. Hoenderken en dierenorganisaties dat deze methode de varkens een ónaanvaardbaar gruwelijke doodsstrijd bezorgt met hevige pijn in keel en longen, ademnood, paniek en angst. In haar motivatie om dit grote dierenleed voort te zetten verschuilt de minister zich achter het onderzoek van de Animal Science Group (ASG) en achter de keuze van de Dierenbescherming. Het onderzoek van de ASG naar 'welzijns'verbetering tijdens de CO2-bedwelming heeft zich echter duidelijk laten leiden door economische motieven en bovendien ontbreken er twee essentiële onderzoeksfactoren. De Dierenbescherming die de voorkeur geeft aan de CO2-bedwelmingsmethode omdat de varkens door groepsbedwelming steun aan elkaar zouden ondervinden, is blijkbaar onkundig van het feit dat het bij een verwerkingssnelheid van 1200 varkens per uur uitgesloten is dat varkens in dezelfde groep binnenkomen als waarmee ze voordien hebben samengeleefd. Omdat de varkens elkaar niet kennen is er van onderlinge steun geen sprake meer, maar zijn er juist veel onderlinge conflicten en gevechten. Begin volgende week stemt de Tweede Kamer over de omstreden CO2-gasbedwelming voor slachtvarkens. Aangetoond is dat de varkens circa een halve minuut zeér ernstig lijden door pijn (in keel en longen), ademnood, enorme paniek en angst. Conclusie van het in april afgeronde ASG-onderzoek was dat bedwelming met pure CO2 ernstig ongerief gaf, maar dat toevoeging van zuurstof (O2) geen welzijnsverbetering opleverde, dat de varkens bovendien al bijkwamen vóór de verbloeding, en dat verder onderzoek hiernaar overbodig was. Een zeer merkwaardige conclusie omdat er vanaf 1985 al gepubliceerd is over CO2-O2-bedwelming. Zo worden proefdieren voór het doden bedwelmd met CO2-O2, en zijn er wereldwijd zo'n twintig pluimveeslachterijen waar de kippen met CO2-O2 worden bedwelmd. Door raampjes kan men het gehele bedwelmingsproces volgen en zien hoe rustig, zonder angst, pijn of ademnood de dieren bewusteloos raken. Bestudering van het ASG-onderzoeksrapport wees bovendien uit dat twee essentiële factoren ontbraken: a. Bevochtiging van het CO2-O2-gasmengsel met water van 40 graden. Hierdoor wordt pijn in keel en longen (slijmvliesirritatie) in belangrijke mate tegengegaan.    Bevochtiging heeft in het ASG-onderzoek niet plaatsgevonden. b. De zuurstof (O2) mag slechts 20 seconden worden toegediend in een concentratie van 30%. Dan is het varken bewusteloos. Als dan de zuurstoftoevoeging niet onmiddellijk wordt gestopt komt het varken weer bij voor het wordt verbloed. In het ASG-onderzoek is de zuurstof veel te laag en veel te lang toegediend. Het is daarom geen wonder dat de varkens veel te snel weer bijkwamen. Steun aan elkaar zouden de varkens alleen tijdens het vóórtraject (vervoer, uitladen en drijven naar het bedwelmingsapparaat) kunnen hebben als ze elkaar kennen en in dezelfde groep hebben geleefd. Zitten de dieren eenmaal in groepjes van 8 à 9 in een bedwelmingscabine, en worden ze blootgesteld aan de pure CO2, dan maakt het niets meer uit of ze elkaar kennen. Hier is ieder dier 30 seconden lang alleen maar bezig met zichzelf en hoe het kan ontsnappen uit de hel van paniek, angst, pijn in keel en longen en ademnood. De dieren happen naar adem en trappen wild om zich heen, waarbij ze elkaar en zichzelf ernstig kunnen verwonden. Bij elektrische bedwelming worden de varkens individueel bedwelmd. Ze worden in een groep naar een restrainer gedreven, waar ze enkele meters achter elkaar moeten lopen. Dat geeft wellicht wat paniek, maar na elektrische bedwelming raken de dieren binnen een seconde bewusteloos, zonder pijn of ademnood, mits deze bedwelming goed wordt uitgevoerd. Helaas worden bij elektrische bedwelming veel fouten gemaakt die veel dierenleed veroorzaken. Dat ligt echter niet aan de methode, maar aan het gebrek aan toezicht, het ontbreken van vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en verantwoordelijkheidsgevoel bij het uitvoerend personeel. Het wordt daarom hoog tijd dat de minister en de politieke partijen zich hard maken voor een zeer zorgvuldige uitvoering van deze elektrische bedwelming, in plaats van miljoenen varkens door CO2-vergassing en onzorgvuldig uitgevoerde elektrische bedwelming een gruwelijke dood tegemoet te laten gaan. (Tot zover het persbericht) Diep treurig en schandalig: de bewijzen voor het gruwelijke dierenleed zijn er (de schokkende beelden van de onderzoeken door de Universiteit van Zürich), de oplossing is er ook, maar die kost geld, en dan kiezen alle belanghebbende partijen toch voor de goedkoopste oplossing: alles gewoon laten zoals het is…. Als er echt geen andere mogelijkheden zouden zijn, dan zouden wij het wel móeten accepteren, maar de schijnheiligheid, de óneerlijkheid en de onwil die in dit geheel de boventoon voeren…, alleen om het geld, in dit welvarende land, dat maakt het voor ons onverteerbaar.

DUIVEN

Hoe ging het verder in Rotterdam?

Weet u het nog uit ons vorige contactblad? In mei 2009 gaf de Rotterdamse wethouder Bolsius toestemming aan de Roteb honderden duiven te vangen en te vergassen. Gelukkig is daar door vijf organisaties (Landelijke Werkgroep Duivenoverlast, Comité Dierennoodhulp, St. De Faunabescherming, Werkgroep Park en Fauna en St. Rechten voor al wat leeft) bijtijds een stokje voor gestoken: zij brachten alle gemeenteraadsleden op de hoogte van de plannen van de wethouder. Gelukkig was de raadsmeerderheid tegen deze plannen en wilde de duivenoverlast op diervriendelijke manier opgelost zien d.m.v. duiventillen. Een aantal raadsleden stelde vragen aan de wethouder. Deze beloofde de vangacties op te schorten tot zijn antwoorden op de vragen in de raad zouden zijn besproken. De gezamenlijke organisaties waren zeer verheugd over deze ontwikkeling. Maar op 7 juli jl., nog voór de antwoorden van de wethouder waren besproken, vernamen wij bij navraag dat de Roteb toestemming had gekregen van wethouder Lamers om 400 duiven in het centrum van Rotterdam te vangen en te vergassen. De voorbereidingen zouden al zijn begonnen. De vijf organisaties sloegen na dit bericht direct alarm en stuurden een brandbrief naar de raadsleden. Hierop werd direct gereageerd door Arnold Bonte, GroenLinks-raadslid, die onmiddellijk een debat aanvroeg en een motie indiende om het vangen en vergassen van stadsduiven per direct af te gelasten en een diervriendelijke weg in te slaan. Gelukkig haalde de motie het met 27 tegen 18 stemmen (GroenLinks, SP, PvdA, D66 en 3 mensen van Leefbaar Rotterdam) en zullen er voorlopig geen duiven in Rotterdam meer gevangen en vergast worden, behalve zieke duiven "die aantoonbaar de volksgezonheid in gevaar brengen". Aangezien dit laatste gezien de praktijk vrijwel uitgesloten is verwachten wij als vijf dierenorganisaties niet dat er door de Roteb nog duiven zullen worden gevangen en vergast. In september gaat de gemeente zich opnieuw hierover beraden en zal het advies van de Commissie Dierenwelzijn en Stadsnatuur worden meegenomen. Hoogstwaarschijnlijk zullen er daardoor in de toekomst diervriendelijke oplossingen worden toegepast. Op 9 juli jl. lazen wij tot onze verbijstering op de weblog van dhr F. Dales, directeur van de landelijke Dierenbescherming, dat dankzij de "intensieve lobby en bemiddeling" de Dierenbescherming er gelukkig voor had kunnen zorgen dat er in Rotterdam gewerkt gaat worden met diervriendelijke alternatieven! En dat terwijl de Dierenbescherming afd. Rijnmond in Rotterdam de vergassingsacties publiekelijk (jarenlang!) had goedgekeurd, en de landelijke Dierenbescherming, pas nadat wij over deze foute gang van zaken een klacht naar hen gestuurd hadden, een geringe activiteit aan de dag ging leggen terwijl wij, de gezamenlijke organisaties, ondertussen al lang en breed de gemeenteraad en de pers hadden wakker geschud. Over deze bewust foutieve berichtgeving van dhr Dales hebben wij een klacht ingediend bij het hoofdbestuur van de Dierenbescherming.

Duivenoverlast in Dongen

In het Brabantse Dongen huisde een grote groep stadsduiven in de St. Josephkerk. Deze kerk stond al enige jaren op de nominatie om gesloopt te worden, en nu was het dan zover. De kerk werd gesloopt en de duiven werden dakloos. Hierdoor ontstond overlast bij de bewoners, die bij de gemeente aan de bel trokken. Gewoonlijk werken gemeenten niet zo vlot en moeten mensen soms lange tijd wachten op de behandeling van een klacht. Maar als het om klachten over dieren gaat worden bewoners vaak direct bediend, in dit geval bijna letterlijk "bediend door de pastoor", want in de leegstaande pastorie van de gesloopte kerk werd een zolderkamer als "vangkooi" ingericht om de duiven, in opdracht van Burgemeester en Wethouders, naar binnen te lokken met voer, en vervolgens te vangen en naar de poelier te brengen. Op 10 augustus jl. togen enkele vertegenwoordigers van Comité Dierennoodhulp, St. De Faunabescherming, Werkgroep Park en Fauna en St. Rechten voor al wat leeft naar Dongen, vergezeld door Omroep Brabant en regionale en landelijke pers. Er werd aan de loco-burgemeester uit naam van de nog levende duiven een olijftak aangeboden als symbool van de vredesduif, alsmede een hoeveelheid pennetjes (die op dakranden konden worden aangebracht) en ander duivenwerend materiaal, zoals een grote kunststof roofvogelvlieger, met het vriendelijk verzoek te stoppen met het vangen en alsnog een diervriendelijker start te maken tegen de overlast. B&W hadden hier helaas geen oren naar en vonden hun eigen methode de beste. Er bleef de organisaties niets anders over dan aangifte te doen van dierenmishandeling door B&W van Dongen. De duiven worden nl door het vangen en doden ernstig aangetast in hun welzijn; bovendien zullen de jongen door het wegvangen van de oudervogels langzaam op het nest verhongeren. B&W heeft jarenlang verzuimd preventieve maatregelen te treffen waardoor de overlast voorkomen had kunnen worden, en nu weigeren zij de door eigen nalatigheid ontstane overlast op diervriendelijke manier op te lossen. Bovendien negeren zij bewust wetenschappelijke onderzoeken waaruit blijkt dat wegvangen en doden van duiven behalve zeér dieronvriendelijk ook zeér ineffectief is, aangezien bij wegvangen de opengevallen plaatsen vrijwel direct weer worden ingenomen door andere, meestal jongere (dus productievere!) duiven, waardoor de populatie eerder groeit dan afneemt. Helaas is er niets met de aangifte gedaan, en gaat de dierenmishandeling, en daarmee de overtreding van art. 36 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren, gewoon door.

Duivenoverlast in Krimpen aan de IJssel

In deze gemeente hadden de organisaties meer succes: na berichten over vang- en dodingsacties in deze gemeente schreven de organisaties ook hier een brief waarin alle wetenschappelijke argumenten tégen het wegvangen en doden van duiven naar voren werden gebracht, en ziedaar: van de gemeente Krimpen a/d IJssel ontvingen we direct bericht dat men afzag van de plannen en een diervriendelijkere oplossing zou willen toepassen. Hiervoor zou men zich wenden tot de Landelijke Werkgroep Duivenoverlast.

Kamervragen

Naar aanleiding van de aanpak van de duivenoverlast door de gemeente Dongen heeft de Partij voor de Dieren kamervragen aan Minister Verburg gesteld. Op de vraag of de minister de mening deelde dat gemeenten "niet bereid of in staat zijn om zelf diervriendelijke en effectieve methoden in te zetten om vogeloverlast te verminderen en dat het dus noodzakelijk is om landelijk beleid hiervoor te ontwikkelen" was het antwoord dat de minister deze mening niet deelt. Ook is de minister niet bereid om aan gemeenten voorlichting te geven over diervriendelijke en effectieve methoden: "Gemeenten met vragen over diervriendelijke en effectieve methoden voor preventie en bestrijding van plaagdieren kunnen hiervoor terecht bij het onafhankelijke Kenniscentrum Dierplagen", aldus de minister.

NOTA PLAAGDIEREN

Om de tafel met Amsterdamse GGD, afd. Dierplaagbeheersing (DPB)

Samen met Comité Dierennoodhulp, St. De Faunabescherming, Landelijke Werkgroep Duivenoverlast, Werkgroep Park en Fauna en St. Rechten voor al wat leeft en Partij voor de Dieren afdeling Amsterdam zijn wij sinds juni in gesprek met de Amsterdamse Dierplaagbeheersing (DPB) - onderdeel van de GGD in Amsterdam - over de Nota Plaagdieren, die GroenLinks-wethouder Marijke Vos (voorheen Tweede-Kamerlid en ooit Dierenbeschermer van het Jaar!) samen met de DPB in 2010 aan alle Amsterdamse stadsdelen wil aanbieden. De Nota is bedoeld als richtlijn of en hoe plaagdieren bestreden moeten worden. Titel: "Beleid en aanpak van schade of overlast door dieren in de openbare ruimte". De Nota was geschreven door de DPB in samenwerking met o.a. de Dierenbescherming Afdeling Amsterdam. Door de laatste was ons al eerder verteld dat de DPB, die tot voor kort zeér bedreven was in bestrijding d.m.v. doden (vergassen of vergiftigen) van z.g. plaagdieren in de stedelijke buitenruimte (ratten, muizen, duiven etc.) thans bezig is met het maken van een diervriendelijke omslag: men wilde op termijn stoppen met het doden van dieren.

Inhoud van de nota

De inhoud van de Nota was echter ronduit schokkend en kwam in hoofdlijnen hierop neer: Er moet een totaal voederverbod komen voor alle dieren in de stad zoals duiven, ganzen, eenden etc. Argument: "Voeren maakt dieren ziek. Het veroorzaakt overlast en dierplagen. Daarnaast kunnen mensen daar ook weer ziek van worden". Bij de diverse diersoorten werden lange lijsten met ziekten genoemd die de dieren konden krijgen en die ze konden overdragen op mensen. De Nota was één grote bangmakerij en stigmatisering van dieren. Het "eendjes voeren met opa" zou voortaan niet meer mogen. Eenden zouden daar agressief van worden en minder lang leven. Bovendien zou het brood voor de eenden ratten aantrekken en dat was ook weer een gevaar voor de volksgezondheid etc. etc. En het doden van de dieren kwam ook steeds weer terug als ultiem middel als alle andere middelen niet zouden helpen. Over het dieronvriendelijke karakter van deze nota voerden we een intensief gesprek met de voorzitter van de Dierenbescherming Afdeling Amsterdam. Deze schrok van de dieronvriendelijke consequenties die de nota voor dieren zou hebben; zij was daar geheel niet van op de hoogte. Dit gesprek leidde er toe dat de Amsterdamse DB-afdeling haar naam als samenwerkingspartner uit de nota liet schrappen en de nota kritisch onder de loep ging nemen. Daarnaast vroegen wij een gesprek aan met Wethouder Marijke Vos over deze nota, maar als antwoord werden we doorverwezen naar de GGD, afd. Dierplaagbeheersing (DPB)

Eerste gesprek met de DPB

Op 16 juni jl. hadden we een eerste gesprek. Wij gaven aan het erg jammer en onbegrijpelijk te vinden dat onze organisaties niet waren betrokken bij het schrijven van de nota. Wij merkten op dat het toch niet de bedoeling kan zijn van de DPB om met een voederverbod de dieren in de stad uit te hongeren! Veel dieren zoals duiven, eenden, ganzen, meeuwen, kraaien, reigers, maar ook zangvogels, zijn immers afhankelijk van het voeren door mensen, zeker in de winter. Ons advies aan de DPB was dan ook: Wel blijven voeren maar niet overmatig, met passend en gezond voedsel, alleen op door de stadsdelen zelf vastgestelde vaste voederplaatsen, en aan het eind van de dag door de stadsreiniging op laten ruimen van voedselresten. Zonder bijvoeren overleven de dieren in Amsterdam niet, en van goede voeding worden ze niet ziek. Een voerverbod zou juist meer overlast geven bij restaurants en snackbars, omdat daar altijd wel wat te halen valt. In Basel is in de jaren '80 ook een voerverbod afgekondigd. Resultaat was dat de dieren verhongerden. Heel veel dieren zijn toen afgeschoten om te voorkomen dat ze dood van de daken vielen of dood in de goten bleven liggen. Het bleek dus een zéér dieronvriendelijke maatregel die bovendien niet werkte. Later gaf de gemeente Basel vaste voederplekken aan en plaatste duiventillen. Ook het doden van dieren is volkomen zinloos. Populaties worden daar eerder groter van dan kleiner, omdat een versnelde voortplanting plaatsvindt, waardoor de populatie verjongt en alleen maar vruchtbaarder wordt. Het verspreiden van gif (voor bijv. muizen en ratten) is belastend voor het milieu, slecht voor de mens en wreed voor het dier. Bij dood door vergiftiging krijgen muizen en ratten (maar ook dieren die van kleine knaagdieren leven) inwendige bloedingen, waardoor ze dagenlang extreem lijden voor ze sterven. Bovendien trekt gif door de geur van het lokaas juist meer dieren aan. Wij adviseerden de DPB om de Amsterdammers niet bang te maken met allerlei ziekten, maar juist voor te lichten over het (bewezen) feit dat gezondheidsrisico's door dieren in de stad verwaarloosbaar zijn. Als er echt sprake is van risico's, dan dient de voorlichting gebaseerd te zijn op realistische en wetenschappelijke gegevens. Voorlichting moet meer gericht zijn op het vergroten van de tolerantie bij de burgers (vaak klaagt men al over vogelgeluiden of raakt men al in paniek bij het zien van een enkele rat) en op het naleven van hygiëne-regels met betrekking tot afval en huiselijke omgeving, dan op allerlei, vaak uit de lucht gegrepen, gezondheidsrisico's, dat alleen maar stigmatisering van dieren in de hand werkt. De DPB gaf aan bezig te zijn met een omslag van denken waarbij o.a. dierenwelzijn hoog op de agenda staat. Zo zullen er voortaan géén duiven en andere vogels meer worden gedood, en ook voor andere dieren zal dit op termijn gaan gelden. Rattengiflokdozen Enkele dagen ná dit gesprek werden de schone beloftes van DPB wel in een heel vreemd daglicht geplaatst, toen de DPB met veel publiciteit rattengiflokdozen ging plaatsen vanwege een vermeende rattenplaag aan de Linnaeuskade in Amsterdam-Oost. Comité Dierennoodhulp, St. De Faunabescherming, Werkgroep Park en Fauna en St. Rechten voor al wat leeft haalden met de pers er bij alle lokdozen weg en brachten ze terug naar de DPB vergezeld van een brief. Daarin werd de DPB dringend verzocht geen rattenvallen meer op die plekken terug te zetten omdat het vergiftigen en doden ineffectief en dieronvriendelijk is. Ook vroegen we in de brief om de bevolking eindelijk eens van deugdelijke informatie te voorzien over ratten en andere dieren. Ook de verantwoordelijke wethouder kreeg een brief van ons met het dringende verzoek de opdracht om de ratten met vallen en gif te bestrijden in te trekken en de voederverbodsborden te verwijderen of van een betere tekst te voorzien. Giflokdozen trekken juist nog meer dieren aan, zorgen voor veel dierenleed en vormen een extra belasting voor het milieu. Ook kunnen spelende kinderen, honden en katten het slachtoffer worden van het gif in de lokdozen, dat verpakt is als een soort gezellig roomroze ijsbekertje. In een persbericht hebben wij als gezamenlijke organisaties te kennen gegeven boos te zijn omdat de DPB ons in het gesprek van 16 juni jl. had gezegd een diervriendelijke omslag te maken. Het onnodig neerzetten van lokdozen, waardoor ratten langzaam verbloeden, en het uitzetten van vallen getuigt niet van een diervriendelijke omslag, maar alleen van commercieel gewin over de ruggen van de dieren. Het is de DPB al jaren bekend dat onderzoeken hebben uitgewezen dat het wegvangen en doden van dieren niets helpt omdat vrijwel onmiddellijk de vrijgekomen plaatsen weer worden ingenomen door nieuwe dieren. Ondanks onze actie wilde de DPB ons graag voor een tweede keer ontvangen voor een vervolggesprek.

Van goede wil

Tijdens de tweede bijeenkomst leek de DPB toch wel echt van goede wil te zijn. Men kon onze actie zelfs waarderen: het hield hen scherp. De nota zou worden aangepast op een "verstandiger-voerenbeleid" en ons werd gevraagd de kritiek die wij hadden op de nota naar hen door te sturen voor verdere aanpassingen. Men wilde graag met ons in gesprek blijven. We kregen nogmaals de toezegging dat er vanaf heden geen vogels meer zouden worden gedood, dat men voor de duiven duiventillen wilde, en daarvoor mogelijk zou verwijzen naar de Landelijke Werkgroep Duivenoverlast, die inmiddels een ruime ervaring en veel expertise heeft. Voor alle andere dieren zoals muizen en ratten streeft men uiteindelijk ook naar diervriendelijke oplossingen. De gezamenlijke organisaties blijven daarom voorlopig met de DPB in gesprek.

HOE LIEP HET AF MET RUBY EN SPANKY?

In ons vorige contactblad hebt u kunnen lezen dat de pechvogels Ruby en Spanky, twee pitbulls, beide inbeslaggenomen werden vanwege een en dezelfde onverantwoordelijke eigenaar (Ruby al voor de tweede keer). Ruby kreeg gelijk een euthanasie-advies van de hondengedragskundige. Spanky werd getest en mocht onder strenge voorwaarden herplaatst worden. Wij als Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden (samenwerkingsverband van Comité Dierennoodhulp, Sophia-Vereeniging. tot Bescherming van Dieren en St. Rechten voor al wat leeft) vonden het niet eerlijk dat vanwege een foute eigenaar de kans groot was dat beide honden gedood zouden worden. De werkgroep heeft toen in een brief aan de rechter en de Officier van Justitie verzocht ernstig te willen overwegen beide honden níet te laten doden, maar te laten herplaatsen bij een andere eigenaar die wél zijn/haar verantwoording kon nemen. Voor beide honden legde de werkgroep een oplossing aan de rechter voor: Spanky zou opgenomen kunnen worden in een gerenommeerd asiel, dat zich hiertoe aan de werkgroep bereid verklaard had, en van daaruit kon dan een nieuwe geschikte eigenaar voor hem worden gezocht. En voor Ruby had zich een hondengedragstrainster van het Martin Gauscentrum gemeld die haar wilde adopteren. De Officier van Justitie nam onze brief serieus en nam contact op met de hondentrainster. Helaas bleek toen dat deze, omdat zij al een groep honden had, niet in staat was aan de strenge voorwaarden zoals een aanlijn- en muilkorfgebod voor Ruby te voldoen. Groot was de teleurstelling van de officier en van ons. Ondertussen kregen we te horen dat Spanky herplaatst mocht worden, maar dat het asiel waar hij in opslag zat hem niet wilde herplaatsen omdat hij een aanlijn- en muilkorfgebod had. Justitie droeg daarna Spanky aan de Werkgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden over, omdat hij anders geëuthanaseerd zou worden. Gelukkig vonden we Dierentehuis Alkmaar e.o. bereid om Spanky wel een kans te geven. Spanky, die nu Oscar heet, zit nu inmiddels in Dierenasiel Alkmaar te wachten op een nieuwe baas die het niet erg vindt dat hij een aanlijn- en muilkorfgebod heeft. Ondertussen hadden we niets meer over Ruby gehoord. Toen de coördinator en woordvoerder van de werkgroep, Sandra van de Werd, naar Justitie belde om naar Ruby te informeren, kreeg zij te horen dat het besluit tot euthanasie al gevallen was: Telefoontjes hierover mochten niet meer worden doorgegeven. Sandra heeft toen, om Ruby nog een laatste kans te geven, in een brief en een telefoongesprek laten weten dat zijzelf de hond wel wilde adopteren, dat zij geen moeite had met de voorwaarden en dat zij, als het met Ruby in haar huis niet zou gaan, bereid was om de hond in overleg met Justitie alsnog te laten euthanaseren. Er volgden enkele spannende dagen voordat het verlossende telefoontje kwam: de officier ging akkoord, Sandra mocht Ruby adopteren! Eigenlijk wel bijzonder omdat het dossier al gesloten was en wij vreesden dat Justitie ons verzoek wel naast zich zou neerleggen omdat men het "gezeur" rond deze twee honden wel beu zou zijn. Een week later kon Ruby worden opgehaald. Ze was vanaf het begin blij om weer een thuis te hebben. Spanky, de pitbullreu, zit op dit moment dus nog steeds in het Alkmaarse Dierenasiel te wachten op een nieuwe eigenaar, en het pitbullteefje Ruby heeft zich inmiddels al helemaal gesettled in haar nieuwe thuis, en fungeert nu als boegbeeld van onze werkgroep: de hond die na zoveel ellende (langer dan een jaar opgesloten, daarna drie weken bij Martin Gaus om van haar trauma te herstellen, naar huis na een geslaagde test, maar kort daarna weér maandenlang inbeslaggenomen door nalatigheid van de eigenaar met opnieuw een euthanasie-advies) uiteindelijk zó goed terecht gekomen is! Als de Wekgroep Hulp Inbeslaggenomen Honden er niet was geweest, zou Ruby, en ook Spanky (inmiddels Oscar) al dood geweest zijn. Spanky (Oscar) wacht nog op een nieuwe eigenaar! Wie van onze lezers heeft misschien interesse en geeft deze hond een kans? U kunt hem bewonderen en over hem lezen op www.hulpinbeslaggenomenhonden.nl en op www.dierentehuisalkmaar.nl

GEEN VERBOD OP DIEREN IN HET CIRCUS

Dieren in het circus blijven toegestaan. U hebt het eind juli 2009 via de pers kunnen vernemen. In opdracht van Minister Verburg van LNV is door ASG (Animal Science Group) Wageningen en de Rijks Universiteit Groningen onderzocht hoe het met het welzijn van circusdieren is gesteld. Conclusie van de onderzoekers: "Het verblijf van dieren in circussen heeft niet per definitie een negatieve invloed op het dierenwelzijn". Ook concluderen zij "dat het optreden in voorstellingen het welzijn van de circusdieren niet noemenswaardig aantast". Wel bevelen zij aan de kennis over gezondheid en verzorging van de dieren bij het circuspersoneel te vergroten. Eigenlijk vonden de onderzoekers dat alle wilde dieren moeten worden teruggeplaatst naar de vrije natuur of naar natuurparken, maar de mogelijkheden hiertoe zouden te beperkt zijn. Onzin, want de organisatie "Wilde Dieren de Tent Uit" had al eerder het aanbod gedaan om de dieren op te vangen. Op dit aanbod is echter niet ingegaan. Men vond de beperkte mogelijkheden tot terugplaatsing in de natuur "des te meer reden om welzijnseisen te stellen aan het verblijf van wilde dieren in circussen". Men zou denken dat de minister, gezien de conclusie van de onderzoekers dat de dieren eigenlijk in de vrije natuur terug moesten, het circus met wilde dieren dan langzaamaan zou willen laten verdwijnen, tot alle nu aanwezige circusdieren overleden waren. Maar nee, de minister wil ook geén fokverbod! Het onderzoeksrapport is voor Minister Verburg aanleiding geweest o.a. strengere eisen aan te kondigen op het gebied van huisvesting, verzorging en opleiding voor circussen die wilde dieren laten optreden in hun voorstellingen.

Schijnonderzoek

Het wordt steeds duidelijker, net als bij het onderzoek naar de CO2-bedwelming voor slachtvarkens, dat onderzoeken die in opdracht van LNV worden gedaan en ook door LNV worden gefinancierd, bij voorbaat opzettelijk verkeerd en/of onvolledig worden uitgevoerd. Immers, de wreedste elementen van het circus zijn niet in het onderzoek meegenomen. Zo waren er vrij recente undercoverbeelden beschikbaar over het trainingsrijp maken (temmen) van de dieren, waar ze met stokken en pikhaken worden bewerkt om hun wil te breken. Volgens wetenschappers is het niet mogelijk om wilde dieren, met name leeuwen en tijgers, zonder geweld te temmen. Daarom worden methodes toegepast die de dieren angst inboezemen. Tijdens de gesprekken met de onderzoekers bleek er geen tijd te zijn om deze beelden aan hen te tonen. En bij hun bezoek aan circussen werden de onderzoekers níet toegelaten tot de trainingsruimten. Begrijpelijk, want juist daár spelen zich de meeste wreedheden af. Typerend echter voor een dergelijk overheidsonderzoek is dan dat de onderzoekers dit accepteren, en dat de minister dit accepteert, dat er geen dwang wordt uitgeoefend om wèl toegelaten te worden, juist omdat daar blijkbaar iets te verbergen valt! Als circussen niets te verbergen zouden hebben, zou dit onderzoek hen toch een unieke kans bieden om te laten zien hoe diervriendelijk en geweldloos het toegaat bij de trainingen! Maar nee, onze landbouwminister is niet voor "waarheidsvinding", een woord dat juist in overheidskringen zo graag wordt gebezigd. Het is gemeenten nu zelfs verboden om het circus buiten de gemeentegrenzen te houden. In Oostenrijk bestaat al enkele jaren een verbod op wilde dieren in het circus om het welzijn van deze dieren te beschermen, in Griekenland overweegt men een verbod op circussen met dieren, maar hier in Nederland gaat alles gewoon door…. DE NIEUWE DIERENWET: DE WET DIEREN Minister Verburg wil met grote spoed de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren vervangen door de Wet Dieren. Een slechte wet, die meer op productie is gericht dan op dierenwelzijn. Op 2 september 2009 vond hierover een hoorzitting plaats in de Tweede Kamer. Door alle lidorganisaties van de Dierencoalitie - behalve de Dierenbescherming - werden tijdens de 3 dagen daarvóór 81 radiospotjes uitgezonden tegen de nieuwe wet. In ons volgende contactblad meer hierover. Voor meer nieuws: kijk op www.dierencoalitie.nl 

De Stichting Rechten voor al wat Leeft.

Auteur .

pijl omhoog