De negen vragen en antwoorden zijn geformuleerd door Paul Denekamp.
Wat verstaan we onder vermaak met dieren?
Er kan geen misverstand bestaan over wat te verstaan
onder vermaak met dieren. Van Dale geeft als synoniemen
voor vermaak op: genoegen, plezier, uitspanning. Een
ander begrip dat ook wel gebruikt wordt maar wat minder
veelomvattend is, is: recreatie met dieren. Sport met
dieren valt hier niet onder, terwijl dat wel vermaak
met dieren is. Een ander belangrijk begrip is: educatie
met dieren. Formeel is leren met dieren iets anders
dan plezier hebben met dieren. Maar in de praktijk is
er meestal sprake van een mengvorm van educatie en vermaak.
Leren gaat vaak beter als het gekoppeld is aan plezier.
Voorbeelden van (volks)vermaak met dieren
Wij onderscheiden de volgende belangrijke vormen van vermaak met dieren die met dit doel gehouden worden (deze opsomming is dus niet uitputtend):
circussen met dieren
dierentuinen
dolfinaria
kinderboerderijen
duivensport
paardensport
zangwedstrijden met vogels
recreatief paard- (en pony-)rijden
het op laten treden van dieren bij allerlei soorten manifestaties
wedstrijden met dieren op volksfeesten
Bij punt 9 kan gedacht worden aan iets als het gebruik
van kamelen en olifanten bij het openen van een winkel.
Bij punt 10 aan iets als 'zwientje tik', waarbij het erom
gaat geblinddoekt zo snel mogelijk een varken in een
ruimte aan te tikken.
Kinderboerderijen kunnen ook als vorm van educatie worden
beschouwd, maar zijn in de praktijk meestal toch een
mengvorm van educatie en vermaak. Dierentuinen en dolfinaria
pretenderen ook een dergelijke mengvorm te zijn, maar
bij hen overheerst in sterke mate het vermaak.
Daarnaast kunnen jagen en hengelen beschouwd worden
als vormen van vermaak met in het wild levende dieren.
Bij het hengelen wordt dit soms gecombineerd met het
houden van wedstrijden.
Wat betreft landbouwhuisdieren kunnen dierententoonstellingen
zeker opgevat worden als een vorm van vermaak met dieren
en datzelfde geldt voor de tentoonstellingen en daaraan
verbonden wedstrijden met huisdieren.
Ook zijn er illegale vormen van vermaak met dieren,
waarbij vooral gedacht kan worden aan dierengevechten
met honden en met hanen.
Komt vermaak met dieren veel voor?
Ja, het gaat jaarlijks in Nederland om vele miljoenen
dieren. De NVVS (Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties)
claimt dat er meer dan 1 miljoen Nederlanders wel eens
hengelen. Alleen al het aantal opgehengelde vissen overtreft
dus jaarlijks ruimschoots dat miljoen. Jagers doden
jaarlijks honderdduizenden dieren en verstoren de rust
van nog veel meer dieren. In alle dierententoonstellingen
doen vele honderdduizenden koeien, schapen, honden,
katten, vogels en nog veel meer dieren mee. Ook bij
kinderboerderijen praat je over honderdduizenden dieren
en bij dierentuinen over miljoenen (vooral de talrijke
vogels en vissen). De Nederlandse duivenhouders hebben
meer dan honderdduizend duiven en bij de paardensport
en de maneges gaat het om tienduizenden paarden en pony's.
En dan hebben we nog lang niet alle dieren gehad die
gebruikt worden voor menselijk vermaak.
Komt vermaak met dieren in Nederland meer voor dan in het buitenland?
De meeste vormen van vermaak met dieren komen op veel
plekken in de wereld voor. In arme landen zijn jagen
en hengelen ook manieren om aan eten te komen. In Nederland
zijn sommige vormen van vermaak, zoals jagen, meer ingeperkt
door regels dan bijvoorbeeld in Oost-Europa of Amerika.
Een vorm van vermaak met dieren, dierengevechten, komt
in Nederland alleen illegaal voor maar is in andere
landen heel populair. Te denken valt dan aan de hanengevechten
o.a. in Indonesië en het stierenvechten o.a. in
Spanje. In het algemeen kan gesteld worden dat in Nederland
relatief wat minder vermaak met dieren plaats vindt
dan in andere delen van de wereld. Soms wordt vermaak
met dieren ook geëxporteerd. Er wordt jachtreizen
georganiseerd naar verre landen om op dieren te kunnen
jagen, waarop hier niet meer gejaagd mag worden of die
hier al uitgeroeid zijn.
Is vermaak met dieren een nieuw verschijnsel?
Nee, natuurlijk niet. De Romeinen waren beroemd om
hun dierengevechten en in de bijbel zit Daniël
al in de leeuwenkuil. In 1886 was er in de Amsterdamse
Jordaan het beroemde palingroproer, toen de politie
het populaire palingtrekken verbood. Palingtrekken is
het vanuit een boot een paling naar beneden proberen
te trekken, die met touwen over de gracht heen vastgebonden
is.
De menselijke wijze van omgaan met dieren, en dus ook
vermaak met dieren, verschilt sterk per cultuur en heeft
zich enorm ontwikkeld in de tijd. Veel vormen van vermaak
met dieren worden in delen van de wereld langzamerhand
niet meer acceptabel gevonden omdat ze gepaard gaan
met te veel dierenleed. Er is hier zeker sprake van
een (wereldwijd) beschavingsproces. Dierenleed wordt
steeds minder geaccepteerd, maar de vooruitgang gaat
erg langzaam. Het vermaak met dieren is in de loop der
eeuwen zeker in omvang niet afgenomen, alleen al omdat
het aantal mensen op aarde enorm is toegenomen. Of momenteel
wereldwijd vermaak met dieren afneemt, toeneemt of ongeveer
gelijk blijft is nu een te lastige vraag om te beantwoorden.
Hebben de dieren die gebruikt worden
voor menselijk vermaak daarvan te lijden?
Dat wisselt per situatie. Als een man of vrouw met
zijn hond of kat wil spelen, zal dat vaak tot wederzijds
genoegen gebeuren. Soms als kinderen met een huisdier
willen spelen, tillen ze het dier zo op dat het eronder
lijdt. Bij de jacht en het hengelen worden de dieren
die het doelwit zijn, geconfronteerd met voor hen heel
angstige situaties. Deze dieren lijden allemaal bij
dit menselijk verlangen naar vermaak. Daar bovenop komt
dat dit menselijk verlangen voor veel van deze dieren
inhoudt dat ze moeten sterven.
Het probleem voor deze dieren is niet alleen het vermaak
zelf. Ook de omstandigheden waarin de dieren gehouden
worden en de wijze waarop ze getransporteerd worden
bezorgen dieren veel ellende.
Een deel van de dieren die gehouden worden voor vermaak
krijgt veel waardering van mensen voor het vermaak dat
ze bieden. Maar hoe gaat het met die dieren, die mensen
niet datgene kunnen bieden waarop ze hopen? Veel dieren
worden gehouden om ze dingen te laten doen, die ze van
nature nooit zullen doen. Wat hebben ze allemaal moeten
doorstaan voor ze doorhadden wat mensen van hen verwachten?
En wat moeten ze overwinnen om dat steeds weer te doen?
Kan een dier lijden ervaren?
Omdat een dier niet met praten kan communiceren is
het voor ons als mensen heel moeilijk om echt vast te
stellen dat een dier lijdt. Bij de meeste dieren zijn
wel reacties waarneembaar en meetbaar die het aannemelijk
maken dat het betreffende dier een gebeurtenis onaangenaam
vindt, maar of dat onder de menselijke definitie van
lijden valt is de vraag. Feit is dat gewervelde dieren
een zenuwstelsel hebben dat veel lijkt op het onze en
dat het daarom heel onwaarschijnlijk is dat ze bij voor
hen bedreigende situaties geen onaangename gevoelens
krijgen. En die onaangename gevoelens mogen dan misschien
niet hetzelfde zijn als menselijk lijden, ze behoren
op zich voldoende reden te zijn om die dieren deze gevoelens
zoveel mogelijk te besparen.
Maar hoort een mens zijn handelen, als dat gevolgen
heeft voor een dier, eigenlijk niet te laten leiden
door het 'voorzorg-principe'? Dat principe wil zeggen,
dat zo lang een mens niet zeker weet dat een dier negatieve
ervaringen krijgt van zijn/haar menselijke handelen,
hij/zij dit handelen, indien enigszins mogelijk, achterwege
moet laten totdat hij/zij daarover wel duidelijkheid
heeft. Niet het dier moet aantonen dat het lijdt maar
de mens moet bewijzen dat het dier van zijn/haar handelen
geen negatieve ervaringen kent. Het probleem is dat
volgens dit principe strikt genomen geen koe geslacht
kan worden, omdat het bewijs, geen negatieve ervaringen
voor die koe, niet te leveren valt. Maar in een genuanceerde
vorm is dit voorzorgprincipe een prima middel.
Is vermaak met dieren ethisch toelaatbaar?
We zijn het er in Nederland gelukkig over eens dat
mensen niet met dieren mogen doen wat ze willen. Maar
omgekeerd willen we ook niet zover gaan dat mensen niets
met dieren mogen doen. De meeste mensen vinden het onder
bepaalde voorwaarden ethisch toelaatbaar dat mensen
landbouwhuisdieren houden en soms doden. Sterker nog,
we juichen het toe dat er nog steeds in Nederland boeren
zijn die op een goede manier met dieren willen werken.
Ook vermaak met dieren kan ethisch toelaatbaar zijn.
De voorwaarden waaronder het ethisch toelaatbaar is,
willen we op de themadag uitwerken. Belangrijk criteria
daarbij zijn of het betreffende dier zijn soorteigen
gedrag kan vertonen, pijn of stress ondervindt en op
een natuurlijke manier gehuisvest wordt. Daarbij dient
ook een onderscheid gemaakt te worden tussen dieren
die gedomesticeerd zijn en dieren die niet gewend zijn
bij mensen te leven zoals veel uitheemse dieren.
Is het niet veel belangrijker om te strijden
tegen het misbruik van dieren in de bio-industrie?
Het gaat in de bio-industrie inderdaad om veel meer
dieren en die dieren worden mogelijk gemiddeld meer
mishandeld dan de dieren die het onderwerp zijn van
menselijk vermaak. De strijd tegen de bio-industrie
heeft niet voor niets jarenlang de topprioriteit gehad
van de dierenrechtenbeweging. Die strijd is zeker niet
zonder succes geweest en kan, als we stug doorgaan,
nog veel meer opleveren. Maar aan vermaak met dieren
is al die tijd heel weinig aandacht besteed en dat is
ten onrechte. Juist om mensen op te voeden om beter
met dieren om te gaan kan het onder de aandacht brengen
van menselijk vermaak met dieren heel verhelderend werken.
We pleiten er immers niet voor dat mensen niets met
dieren mogen doen. Maar als ze iets met dieren willen
doen, moet dat wel heel zorgvuldig gebeuren, zeker als
het menselijk doel alleen of hoofdzakelijk vermaak is.