Wereldwijd wordt er ongeveer 100 miljoen ton
vis gegeten, dat is gemiddeld 13,5 kg per persoon
per jaar. Japanners eten de meeste vis: jaarlijks
72 kilo vis per persoon. Nederlanders eten gemiddeld
7 tot 8 kilo vis.
Is vis een goed alternatief voor het
eten van vlees? Dat is een vraag die veel mensen,
met name zij die kiezen om minder of geen vlees
te gaan eten, zich stellen. Om die vraag te beantwoorden,
wordt er in dit artikel gekeken naar de consequenties
van het eten van vis, voor de mens, de dieren en
het milieu. Vis is in het wild gevangen of afkomstig
uit een viskwekerij. Beide methoden hebben consequenties
voor mens, dier en milieu.
Wilde gevangen vis
In totaal werd er in 2001 132.159 ton wildgevangen
vis binnengebracht in de Nederlandse havens (1).
Het gaat hierbij voornamelijk om schol, tong,
haring, schar, horsmakreel, kabeljauw, tarbot
en wijting.
Uitsterven
Oorzaak van het verdwijnen van vis is industriële
overbevissing. Het is een wereldwijd probleem.
Volgens biologen van de Dalhousie University in
Canada zijn de aantallen van grote (roof)vissen,
zoals marlijn, tonijn, kabeljauw, heilbot en zwaardvis,
de afgelopen vijftig jaar met 90 procent gedaald
(3). De grote vissen nemen niet alleen in aantallen
af, ze worden ook kleiner. Roofvissen hebben op
hun top nog maar eenvijfde of de helft van de
afmeting die ze vroeger hadden. Sommige krijgen
nooit de kans zich te vermenigvuldigen, aldus
de onderzoekers. De onderzoekers wijzen er op
dat de vissen zullen uitsterven als de plundering
van de zeeën" niet wordt afgeremd
met minstens 50%.
Kabeljauw
De milieuorganisatie Stichting
De Noordzee berichtte mei 2003 het trieste
nieuws dat de kabeljauw door jarenlange zware
visserijdruk, mogelijk gecombineerd met andere
factoren zoals klimaatsverandering, op het punt
staat uit de Noordzee te verdwijnen (4). Verder
nemen de visstanden van schol, horsmakreel en
tong in de Noordzee de laatste jaren sterk af.
Gaat het dan met alle vissoorten slecht? Nee,
met de wijting, makreel en haring gaat het momenteel
weer iets beter. Zo is de haringstand in de Noordzee
weer terug op niveau jaren '60. Het succes van
de haring komt door een samenloop van gunstige
omstandigheden: de sterke reductie van de vangst
van haring eind jaren negentig en de sterke aanwas
van jonge vis als gevolg van een gunstige watertemperatuur
en zeestromen.
Bijvangst
Elke dag worden er duizenden kilometers drijfnetten
uitgehangen in de oceanen. Voor walvissen, dolfijnen
en bruinvissen zijn dit vaak "muren des doods".
De zoogdieren zien de netten vaak te laat en ze
kunnen er meestal niet meer uit ontsnappen. De
dieren kunnen niet meer naar het wateroppervlak
om te ademen. Volgens de Internationale Walvisvaart
Commissie sterven hierdoor jaarlijks circa 300.000
walvissen, dolfijnen en bruinvissen als onbedoelde
bijvangsten in vissersnetten (5).
Gekweekte vis
In Nederland zijn op dit moment ongeveer 100
viskwekers. De helft hiervan bestaat uit voornamelijk
varkensboeren die na allerhande maatregelen van
de overheid op vis zijn overgestapt. Voor het
overgrote deel kweken de 100 kwekers paling, zo'n
4200 ton per jaar. Daarnaast doet meerval het
goed. Deze vissoort is goed voor 2500 ton. Van
tilapia wordt per jaar 300 ton gekweekt, van forel
(visvijvers voor hengelsport niet meegerekend)
300 ton en van tarbot 150 ton. Hiermee produceert
Nederland bijna 0,5% van de totale productie in
Europa, zo blijkt uit cijfers van het Productschap
Vis.
Gezondheid
Vette vis, vooral haring, tonijn en makreel,
staat bekend om zijn gezondheidsvoordelen. Uit
onderzoek van de Harvard School of Public Health
blijkt dat mensen die een of twee keer per week
vis eten een tot 30% kleinere kans hebben op hartziekten.
Maar wie elke dag vis eet, loopt weer een iets
hoger risico dan iemand die nooit vis eet.
Gezonde vissoorten
haring
gezouten of gerookte haring/mannetjes zalm
makreel
pelser (grote sardien)
sardien
zalm
verse tonijn
forel
ansjovis
Het gezonde van vis zit hem in de
omega-3-vetzuren, die niet in zoogdiervet voorkomen
en die wij ook niet zelf kunnen aanmaken. De vetzuren
vertragen de bloedstolling en verlagen de bloeddruk.
Tevens hebben zij een positieve uitwerking op allerlei
ziekten en allergieën. Zo wijst recentelijk
onderzoek van het Rush-Presbyterian St. Luke's Medical
Centre in Chicago uit dat bij consumptie van minimaal
één vis per week de kans op Alzheimer
met 60% wordt gereduceerd (6).
Een veel gehoord bezwaar tegen het eten van veel
vis is dat er bepaalde stoffen in voorkomen zoals
zware metalen, dioxines, bestrijdingsmiddelen
en broomhoudende brandvertragers. Deze stoffen
hopen zich vooral in het lichaamsvet op. Hierdoor
kan met name vette vis verontreinigingen bevatten,
afhankelijk van de plaats waar de vis heeft geleefd.
In het verleden werd daarom aangeraden niet meer
dan 1 of 2 maal per week vis te eten. Inmiddels
is de waterkwaliteit over het algemeen dusdanig
verbeterd dat deze waarschuwing niet meer geldt.
Concluderend kan gezegd worden dat 1 tot 2 keer
per week vis eten de gezondheid zeker ten goede
komt. Meer vis eten heeft geen extra positief
effect maar kan geen kwaad, zeker als men verschillende
vissoorten eet.
Pijn, angst en stress bij vissen
Kunnen vissen pijn, angst en stress ervaren?
Een zeer belangrijke vraag, aanzien dit voor een
groot deel bepalend is voor de omgang met vis.
Geen enkel wetenschappelijk onderzoek kan onomstotelijk
bewijzen dat vissen pijn, angst en stress kunnen
ervaren. Dit geldt echter niet alleen voor vissen,
maar voor vrijwel alle dieren. Het probleem is
dat bovengenoemde gevoelens subjectieve ervaringen
zijn en daardoor niet objectief - wetenschappelijk
- aangetoond kunnen worden. De vraag of
bijvoorbeeld een hond pijn, angst en stress kan
ervaren zal daardoor altijd een onbeantwoord blijven.
Ondanks dat het ervaren van pijn, angst en stress
niet te bewijzen is, kan het wel aannemelijk gemaakt
worden dat bepaalde dieren deze gevoelens kunnen
ervaren. In 1991 heeft het Comité over
Pijn en Stress in Laboratorium Dieren een drietal
criteria opgesteld om te bepalen of (proef)dieren
pijn, angst en stress kunnen ervaren:
Er bestaan anatomische en psychologische overeenkomsten
met de mens
Prikkels die voor hen onaangenaam zijn worden
vermeden
De werking van pijnstillers kan worden vastgesteld
Duits onderzoek heeft aangetoond dat deze criteria
ook opgaan voor de meeste vissen (7). Verder hebben
Schotse wetenschappers onlangs geconcludeerd dat
wanneer bij forellen bijengif en azijnzuur in
hun lippen gespoten werd, zij zich anders gingen
gedragen. Niet alleen vertoonden de dieren tekenen
van stress, maar ze aten ook minder en namen liever
zacht voedsel dan iets met harde stukjes (8).
Ook ander onderzoek maakt het aannemelijk dat
vissen pijn, angst en stress kunnen ervaren. Dit
wordt ook door de Nederlandse overheid erkend,
die in haar beleidsnota "De waarde van vis"
(maart 2002) aangeeft dat er minimum welzijnseisen
voor vis moet komen, met name ten aanzien van
de vangst- en dodingsmethoden (9).
Dodingsmethoden
De manier waarop vissen gedood worden is in
hoge mate bepalend voor de mate van lijden. Het
doden van vissen is op dit moment niet wettelijk
geregeld; het 'Besluit doden van dieren' dat het
doden van dieren wettelijk regelt, maakt namelijk
een uitzondering voor vissen. De Raad voor Dieraangelegenheden
stelt in zijn advies 'Criteria voor dodingmethoden
voor paling en meerval' van 20 mei 2003 dat vissen
net als andere gewervelde dieren pijn, angst en
stress kennen en dat in bepaalde situaties het
welzijn van de vissen wordt aangetast. Daarom
is er volgens de Raad geen reden om vissen een
andere plaats in de wetgeving te geven dan andere
gewervelde diersoorten (10). Hieronder worden
de in Nederland gebruikte dodingsmethoden kort
toegelicht.
Verstikking
Anders dan veel mensen denken gaat een vis niet
snel dood wanneer hij op het droge gebracht wordt.
Haringen zijn bijvoorbeeld pas tot na 35 minuten
gestikt, kabeljauwen en wijtingen tot na 60 minuten.
Tongen en schollen doen er nog langer over. Zij
zijn na ongeveer 4 uur pas dood.
Strippen
Het strippen houdt in dat de vis levend wordt
opengesneden om de organen en het bloed te verwijderen.
De vis gaat hierdoor echter niet onmiddellijk
dood. Haringen, tongen en scharren kunnen hierna
nog tot 10, respectievelijk 30 en 35 minuten in
leven blijven. Schollen houden het maximaal 50
minuten uit.
Verstikking samen met strippen
Deze dodingsmethode houdt in dat de vissen eerst
gedurende 7 tot 20 minuten 'stikken' in de lucht,
waarbij ze dus niet doodgaan omdat hun hersenen
intact blijven. Vervolgens worden ze, nog levend,
ontdaan van hun organen en bloed. Ze leven dan
nog 10 tot 30 minuten totdat de dood intreedt.
Neksnede
Deze dodingsmethode wordt speciaal bij palingen
toegepast. De paling krijgt een snee achter de
kop waardoor het ruggenmerg wordt doorgesneden.
De zuurstoftoevoer naar de kop blijft echter intact
waardoor het dier niet doodgaat. Wanneer daarna
het dier wordt opengesneden en van zijn organen
ontdaan wordt, gebeurt dit dus mogelijk bij bewustzijn.
Doodkruipen
Bij deze methode wordt over de levende paling
zout gestrooid waardoor de huid ontslijmd wordt.
De paling vertoont langdurig heftige zwembewegingen
om het zout te ontvluchten. Dit zoutbad heeft
op de huid van de paling een effect dat is te
vergelijken met brandwonden bij de mens. Bovendien
beschadigt het zout de kieuwen. Een uiterst pijnlijke
methode dus. Wanneer de paling tenslotte ophoudt
te bewegen, is hij nog niet dood, maar hij wordt
dan wel van zijn organen ontdaan.
Helaas zijn er nog steeds palingvissers die de
vissen doden met behulp van een zoutbad. Zodoende
kan er meer filet geoogst worden omdat er minder
brandvlekken aanwezig zijn. Bij grotere bedrijven
wordt de paling machinaal gedood, met behulp van
stroomstoten. Soms worden vissen überhaupt
niet gedood, maar worden alleen te consumeren
delen ervan gesneden, waarna de vis weer wordt
teruggegooid. Haaienvinnen zijn hier een voorbeeld
van. Het wordt hoog tijd dat de overheid ingrijpt
en eisen stelt aan de te gebruiken dodingsmethoden.
Milieu
Ander belangrijk punt is het milieu: net als
bij het houden van dieren komt er bij het telen
van vis mest vrij. Uit onderzoeken in Noorwegen
is gebleken dat de viskwekerijen een zeer grote
bron zijn van fosfaten en stikstof. Vergeleken
met vlees is de meeste vis een milieubewust alternatief.
Vis heeft in verhouding met landdieren minder
voedsel nodig om te groeien, omdat ze minder energie
nodig hebben om zich te bewegen en ze hoeven zich
niet warm te houden.
Vis voor vis
Een groot deel van het voer voor gekweekte vissen
bestaat uit visolie en vismeel. Per kg kweekvis
is gemiddeld 1 kilo visvoer (vismeel) nodig. Hiervoor
is 2 tot 6 kilo vis nodig. Om bijvoorbeeld één
ton zalm te produceren, wordt 3,3 ton zandspiering
en sprot tot vismeel verwerkt. Voor 1 kilo vlees
is 3 tot 5 kilo voer nodig. Sommige vissoorten
(bijvoorbeeld zalm en tilapia) eten zowel planten
als dieren, en kunnen in de toekomst misschien
gevoed worden met een plantaardig dieet. Toch
zijn niet alle vissoorten even milieuvriendelijk.
Vis met de laagste milieubelasting is duurzaam
gevangen vis met het MSC-keurmerk en biologische
of milieuvriendelijk gekweekte vis met een buitenlands
label of het EKO-keurmerk.
Deze zijn vooralsnog beperkt verkrijgbaar.
Nederlandse kweekvis (meerval, paling, forel en
beperkt tilapia, tong en tarbot) heeft een lagere
milieubelasting dan buitenlandse kweekvis (zalm,
forel).
De visserij op rondvis (koolvis, hoki, zeewolf,
kabeljauw, heek) is minder milieubelastend dan
de visserij op platvis. De visserij op platvis
(schol, tong, heilbot, tarbot, griet en bot) veroorzaakt
schade aan het bodemleven en heeft een hoog energiegebruik.
De vangst van Nederlandse zoetwatervis (snoekbaars,
baars) veroorzaakt weinig milieuproblemen.
Keurmerken
In de winkel moet op visproducten tegenwoordig
de herkomst, de handelsnaam en of de vis wild
of gekweekt is, staan. Naast de vissoort zegt
dit iets over de mogelijke milieubelasting en
vangstmethoden.
Marine Stewardship Council (MSC)
Het Marine Stewardship Council (MSC) is opgericht
door het Wereld Natuur Fonds en Unilever. Het
MSC keurmerk is een internationaal keurmerk voor
een goed beheerde, duurzame visserij. Duurzame
visserij wil zeggen dat er op zo'n manier wordt
gevist dat de visstand en de natuur niet worden
aangetast. In 2000 werden de eerste visproducten
met het MSC-keurmerk op de markt gebracht. Op
initiatief van de Nederlandse schelpdiersector
worden de mogelijkheden voor een MSC-certificering
voor kokkels en mosselen onderzocht. Het label
geldt niet voor gekweekte vis.
Biologische zalm en forel
Een groeiend aantal kwekerijen brengt biologische
vis op de markt. Het gaat om zalm en forel. De
vis draagt de term 'biologisch', maar geen EKO-keurmerk
omdat het buitenlandse producten zijn. De buitenlandse
keurmerken zijn: het Duitse Naturland-keurmerk
en het Engelse Soil-association keurmerk (Goede
waar en Co, 2003). Er kunnen buitenlandse termen
voor 'biologisch' gebruikt zijn, zoals het Engelse
'organic'.
Dolfijnvriendelijk gevangen tonijn
Dit is een label (geen keurmerk) van de visserij,
dat iets zegt over de manier waarop tonijn is
gevangen. Bij de vangst wordt vermeden dat dolfijnen
in de netten terechtkomen. Tonijn en dolfijn zwemmen
in de Oostelijke Stille Oceaan samen. Er is geen
officieel keurmerk.
Vis uit de natuurvoedingswinkel
Vis uit de natuurvoedingswinkel is gevangen zonder
drijfnetten en er zitten geen conserveermiddelen
of kunstmatige aroma's in. Op de vangst wordt
niet gecontroleerd, er is geen officieel erkend
keurmerk. Het kan gaan om blikjes sardientjes,
haring, tonijn, zalm en makreel.
Milieukeur
De criteria voor gekweekte vis met Milieukeur
zijn in ontwikkeling. De bij de Nederlandse Vereniging
van Viskwekers (NEVEVI) aangesloten kwekers beijveren
ervoor dat Nederlandse meerval, paling en tilapia
met Milieukeur verkrijgbaar is.
Er zijn eisen voor het waterverbruik en daarmee
samenhangend het energieverbruik. Ook voor het
dierenwelzijn, het voer en de waterkwaliteit zijn
eisen opgesteld.
Conclusie
Is het eten van vis een goed alternatief voor
het eten van vlees? Ja, over het algemeen is vis
gezonder en minder belastend voor het milieu dan
vlees. Er is echter nog veel wilde vis nodig om
vis te kunnen kweken. Vergeleken met vlees is
de meeste vis echter een milieubewust alternatief:
voor 1 kilo vis is over het algemeen veel minder
diervoeding nodig dan voor 1 kilo vlees (11).
Het grootste probleem is dat er te veel vis wordt
gevangen. Veel (roof)vissoorten staan (lokaal)
op het punt van uitsterven. Wanneer men om commerciële
reden besluit om over te gaan op andere vissoorten
en er wordt niet ingegrepen, dan is het goed mogelijk
dat ook andere vissoorten met uitsterven bedreigd
worden.
Ten aanzien van het dierenwelzijn is er ook een
aantal problemen, met name voor de kweek-, vangst-
en dodingsmethoden. Hoewel het nog onduidelijk
hoe het is gesteld met het welzijn van vis, is
het waarschijnlijk dat vissen pijn, angst en stress
ervaren door de manier waarop mensen met vis omgaan.
Referenties (de getallen tussen haakjes verwijzen naar een database van de Sophia-Vereeniging)
CBS (2001) - Hoeveelheid en prijs van
in Nederland ingevoerde vis (link)
De Telegraaf (14-05-2003) - Grote roofvissen
sterven uit (691)
Reformatorisch Dagblad (23-05-2003) - Vissers
laconiek over uitsterven kabeljauw (701)
De Telegraaf (13-06-2003) - 300.000 Walvissen
en dolfijnen sterven als bijvangst (754)
Agriholland (22-07-2003) - Eén keer
per week vis verkleint kans op Alzheimer (879)
Kalkinc M und Studer HP (2001) - Empfehlungen
für gute Haltung und schmerzlose Tötung
von Zuchtfischen
Lynne U. Sneddon1†, Victoria A. Braithwaite
and Michael J. Gentle (2003) - Do fishes have
nociceptors: evidence for the evolution of a
vertebrate sensory system
Ministerie van LNV (03-2002) - De waarde
van vis
Raad voor Dieraangelegenheden (2003-05-19)
- Vis kent pijn, angst en stress: eisen voor
doden vis opgesteld (789)
De Telegraaf (22-07-2003) - Kweken van vis
voor veel boeren gezond alternatief (930)