Auteur Laura Tietjens.
Ik ga niet antwoorden dat het beter
is voor de dieren, beter voor het
milieu, beter voor de wereldeconomie,
en dus beter voor de derde wereld,
beter voor mijn gezondheid, beter
voor het landschap, beter voor mijn
spirituele ontwikkeling, beter voor
mijn smaakpapillen en beter voor mijn
emotionele evenwicht. Dit is allemaal
onomstotelijk waar, maar niet de diepste
reden waarom ik vegetariër ben.
Er kleven mij in dit leven, in dit
lijf, in deze hoedanigheid een aantal
kenmerken aan. Zo ben ik bijvoorbeeld
een vrouw, ik heb donkerblond haar
en ik ben vegetariër. Wat het
laatste betreft herinner ik me de
keuze (waarmee ik wil zeggen dat ik
niet uitsluit dat ik ook voor de eerste
twee kenmerken ooit gekozen heb).
Ik was toen veertien en de enige in
mijn gezin. Het vloeide voort uit
het feit dat ik een groot hart had
voor dieren, en vooral ook voor hun
welzijn en vrijheid. Dit lag buiten mijn verstand, ook
al lag ik 's nachts in bed hardop
mijn verstandelijke argumenten te
repeteren, voor het geval ik door
critici aan de tand gevoeld zou worden.
Ik moest en zou iedere discussie over
het onderwerp winnen, alsof er iets
te verliezen viel. Kennelijk vond
ik niet dat het gevoel dat ik erbij
had genoeg was om me tegenover de
vleesetende buitenwereld te verantwoorden.
Alsof ik trouwens verantwoording af
zou moeten leggen! Arme, ijverige
tiener.
Enfin, ik weet dat het geen verstandelijke
keuze was, omdat ik me de lange tijd
terugkomende nachtmerries herinner
waarin ik bloederige kuikentjes aantrof
in een gekookt ei aantrof, en hoe
ik de keuken meed als het er walmde
van gebakken vis, en hoe ik kokhalsde
bij het idee dat ik vlees zou moeten
eten.
Maar lieve God, wat is dan mijn diepste
beweegreden om niet meer in een beest
te bijten? Weet je wat, laat ik het hem maar voorleggen, waarom niet! |
|
Eenakter
voor drie fenomenen |
Lieve God,
waarom ben ik vegetariër? |
Ik heb je
vraag gehoord. Met wie spreek ik? |
Met mij,
Laura. |
Juist, maar
welk deel? |
(zucht).
Ik zou het niet weten, maar …. |
Laten we
de communicatie helder maken. Anders
kunnen we mekaar niet vertrouwen. Met
welk deel van Laura heb ik van doen? |
God, besta
je eigenlijk wel? Misschien zuig ik
dit gesprek wel uit mijn duim. |
Aha, daar
hebben we Brein. Welkom Brein, vanaf
nu mag je voor jezelf spreken. |
Dank u wel.
Bestaat u eigenlijk wel? Het lijkt me
handig om hiermee te beginnen. |
Heel verstandig.
Ik antwoord met een wedervraag: Brein,
besta je eigenlijk wel? |
Absoluut.
Ik denk, ik doe. Voor mij is dat bewijs. |
Als ik jouw
bewijsvoering op mezelf zou loslaten,
besta ik ook. |
Toch ben
ik niet overtuigd. |
Laura, besta
jij? |
Ik beweeg,
ik kolk, ik voel, ik ervaar. Ik weet
niet of ik besta. Dat interesseert me
ook niet. Wat betekent dat eigenlijk,
bestaan? |
Bestaan is
een concept waar Brein graag mee werkt.
Laura, je ervaart jezelf. Ervaar je
ook mij? |
Zeker. Brein,
ervaar jij God? |
Ik ervaar
nooit. Ik neem waar. En ik neem een
aantal dingen waar die niet te rijmen
zijn. Maar om dat nou God te noemen…. |
Kunnen we
voor de duur van dit gesprek leven met
de onzekerheid van het, van mijn of
van ons bestaan? Anders kunnen we niet
beginnen. En het kan wel een leuk spel
worden. |
Spel? Ik
dacht dat er een vraag was. |
Ja, spel
of vraag. Ik stel voor dat we alledrie
iets inzetten, iets dat ons op dit moment
het waardevolst lijkt. |
Dan wil ik
mijn logica inzetten. |
Ik zet mijn
eerlijkheid in. |
En ik mijn
liefde. Laura wat was je vraag? |
Waarom ik
vegetariër ben. |
Waarom wil
je dat graag weten? |
Ik hoef het
helemaal niet te weten. Het was Breins
idee om het te vragen. |
De vraag
werd door iemand anders aan Laura gesteld.
Ze wilde als antwoord niet mijn argumenten
gebruiken omdat die volgens haar de
kern niet raken. Maar ze weet de kern
niet te benoemen. Toen stelde ze de
vraag aan u. |
Laura, je
noemt jezelf tot nu toe ik. Maar van
waaruit spreek je? |
Weet ik niet. |
Brein, van
waaruit spreekt ze? |
Ik zou zeggen
'gevoel'. |
Heel adequaat.
Misschien komen we straks op een nog
adequatere term. |
Laura, wat
voel je bij het idee dat je vlees zou
eten? |
Verdriet.
En verontwaardiging. Ik ben geen kannibaal! |
Beschouw
je dieren dan als je soortgenoten? |
Maar natuurlijk,
ze zijn mijn broeders en zusters, mijn
leraren, mijn kinderen. Ze worden gevoed
door dezelfde liefde en wijsheid, gedragen
door dezelfde Moeder, beschut door dezelfde
Vader. Het is niet aan mij om het tijdstip
van hun dood te bepalen, laat staan
die te voltrekken. En het is volkomen
tegen mijn natuur in om een dier van
zijn recht op vrijheid te beroven, en
zijn leefruimte, dagindeling, voeding
en levensstijl uitsluitend af te stemmen
op de geschiktheid voor mijn maag. |
Dit is toch
een volkomen helder antwoord. Brein,
hoe zou je de essentie noemen van waaruit
ze spreekt? |
Passie. |
Laura, hoe
komt het dat je zonet dit antwoord niet
kon vinden? |
Schaamte. |
Schaamte
waarvoor? |
Ze was bang
dat mensen dat raar vinden, of sentimenteel. |
Wat? |
Het gevoel
dat dieren je broeders, je gelijken
zijn. |
Nu is het
mijn beurt om verdrietig te zijn. Waar
moet het heen met de mens en met de
schepping als de mens zich van zijn
schepping en van alle andere levende
wezens isoleert, en ze niet beschouwt
als zijn gelijke, voortkomend uit dezelfde
bron? |
Je voedt
je met planten. Dat zijn ook levende
wezens. Wat is het verschil? |
Weet ik niet. |
Wat voel
je als je planten eet? |
Als ik dat
doe zonder bewustzijn, verloochen ik
U en mijzelf. Als ik het doe met respect
en met liefde voor de planten en de
krachten die het mij mogelijk maken
op deze aarde te leven, voed ik mijzelf
ermee, de plantenwereld, de schepping
en ook moeder aarde. |
Ik kan hier
niet bij. Maar ik vrees dat ik geen
zinnige uitleg van je hoef te verwachten
over het verschil in bestaansrecht van
respectievelijk plant, dier en mens. |
Ze hebben
alle recht op bestaan. En ieder uniek
fenomeen of individu op zijn of haar
eigen wijze. |
God, er is
iets wat me heel erg dwarszit. Vroeger
was ik een wereldverbeteraar, een actievoerster.
Daar ben ik mee opgehouden, toen ik
inzag dat mijn gevecht tegen onrecht
op de lange duur niet zou leiden tot
de bevrijding van mens en dier waar
ik zo naar verlangde. Ik dacht dat ik
meer voor de wereld kon doen als ik
mijn eigen innerlijke bevrijding nastreefde.
Sindsdien focus ik me daarop, maar soms
heb ik het gevoel dat ik daarmee de
wereld in de steek laat, alsof ik me
ervan heb teruggetrokken, in plaats
van dat ik voor haar welzijn ijver middels
mijn eigen ontwikkeling. Ik weet nu
niet meer wat ik moet doen. Ik ben de
draad kwijt. |
Welke draad?
Wat was dat voor draad? |
De richting
waarin ik moet gaan om ervoor te zorgen
dat mens en dier in vrede en vrijheid
kunnen leven. |
Moet jij
daar dan voor zorgen? |
…. |
Wat een hoogmoed,
wat een grootheidswaan. |
Wat is jouw
doel in het leven? |
O Jezus.
Vroeger wilde ik…. |
Maar ik vraag
het je nu. Wat is nu je doel? |
Om te beginnen
het loslaten van concepten, doelen,
ideeën, alles loslaten wat me aan
deze werkelijkheid bindt. Ik wil vrij
zijn. |
Kun je nog
concreter zijn? |
Ik wil vrij
zijn. |
Wat betekent
dat? |
…. |
Is dit alles
trouwens nog interessant in het licht
van vegetarisme en zo? |
Ik wil bijvoorbeeld
vrij zijn van dat eeuwige negatieve
gewauwel van mijn brein. Dat ratelt
maar door, oordeel na oordeel, ongevraagd
advies na ongevraagd advies. Ik word
er tureluurs van. Soms lijk ik wel zijn
slaaf, in plaats van dat hij mijn werktuig
is! |
Breinen hebben
de neiging hard te gaan toeteren als
ze het idee hebben dat er niet naar
ze geluisterd wordt, als ze niet op
hun merites worden gewaardeerd. |
Wat kunnen
in godsnaam dan hun merites zijn?! |
Een brein
is er om waar te nemen, om getuigenis
af te leggen, om helder te maken, te
differentiëren, te benoemen. Als
je hem uitnodigt die taak te verrichten
is hij zeer, zeer scherp en waardevol. |
Maar hij
is er toch niet om mij de les te lezen? |
Zeker niet.
Een brein dat oordeelt en ongevraagd
advies geeft, dat niet je innerlijke
wijsheid dient maar je lijkt te willen
sturen, is een ondergewaardeerd en daardoor
op hol geslagen orgaan. |
En waar is
het dan mis gegaan in de betrekkingen
tussen mij en mijn brein? |
Je schuift
hem verantwoordelijkheden toe die hij
niet kan dragen. |
Wat bedoel
je? |
Je verlangt
van je brein dat hij je de weg wijst.
Dat kan hij niet. Als hij dat toch probeert
omdat jij hem dat opdraagt, gaat hij
dazen. |
Maar aan
wie moet ik dan de weg vragen? Ik ben
hem kwijt. |
Aan mij bijvoorbeeld. |
God, waar
is mijn weg? |
Die ben je
zelf. |
Oh, dit is
me veel te vaag. Ik zie mezelf niet,
hoe kan ik dan mijn weg zien! |
Precies.
Zie om te beginnen jezelf. |
Weet je wat
het punt is, ik verdwaal steeds. Ook
nu in dit gesprek. We zouden het toch
hebben over vegetarisme? Nou hebben
we het over levensdoelen, waar gaat
dit heen? |
Jij was zelf
degene die de zeer interessante verbinding
wilde leggen tussen vegetarisme en levensdoelen.
Sta jezelf toe te verdwalen in dit onderzoek. |
Akkoord.
Het voelt als glad ijs, maar goed. Waar
waren we? |
Jij, dierbaar
rechtopstaand wezen, bent de weg. Je
bent een kanaal dat hemel en aarde met
elkaar verbindt. Dat is je hoedanigheid
als mens in dit leven. Laat door dat
kanaal het leven stromen. Laat het vrijelijk
stromen, dat wil zeggen zonder het te
beoordelen, zonder te verkrampen, zonder
het te bevechten, zonder het te onderdrukken.
Laat er doorheen stromen wat erdoor
wil: ervaringen, gedachten, gevoelens,
verlangens, hoop of wanhoop. Dat is
alles. Maar dat is dan ook echt alles.
Als je iets doet, je gevoelens en gedachten
onderdrukken of ertegen protesteren,
de ervaringen veroordelen die het leven
je geeft, of jezelf veroordelen, dan
krampt het kanaal samen. Dan vernauwt
het zich en ontstaan er plooien en bobbels
in zijn wanden. Met als gevolg dat dat
wat erdoor wilde door de obstakels wordt
tegengehouden. In plaats van het door
te laten stromen, houdt het kanaal het
leven vast. Dit geeft pijn en frustratie,
ziekte en energieverlies. En je raakt
niet van je constipatie af, met alle
ongemakken van dien, totdat je je als
kanaal weer ontspant, de levensstroom
ervaart en door laat gaan. |
Laura is
dus een kanaal. Waarom? |
Om de geest
te laten indalen in de stof. |
Waar is dat
voor nodig? |
Stof is dood,
dat wil zeggen afwezigheid van bewustzijn.
Geest is bewustzijn. De geest daalt
in in de stof, om bewustzijn te vermeerderen.
Anders gezegd, om de duisternis door
het licht te laten vervangen. Bewustzijn
is een equivalent van vrijheid en van
liefde. Dus als de geest indaalt in
de stof, leidt dat tot de bevrijding
van alle in de stof levende wezens. |
Dus het gaat
er om dat ik me bewust ben van wat ik
ervaar, voel, denk of verlang? Dat is
alles? |
Dat klopt. |
En als mijn
bewustzijn ruim genoeg is, ben ik vrij,
in liefde en vrede? |
Dat is juist. |
En wat hebben
de dieren daaraan, als Laura vrij loopt
te wezen? |
In
de eerste plaats zullen dieren dan van
Laura alleen maar liefde krijgen. Want
iemand die leed en onrecht totaal en
bewust heeft ondervonden, zal een ander,
ongeacht wie dat is en wat hij eventueel
op zijn kerfstok heeft, nooit meer iets
kunnen aandoen. En iemand die werkelijke
liefde heeft ervaren, zal bidden dat
ieder ander, ongeacht wie, ook dat geluk
ten deel valt.
In de tweede plaats, als je een lamp
aandoet, wat gebeurt er dan? Niet alleen
de lamp wordt licht. |
Ook zijn
omgeving. |
Juist. Vermeerdering
van licht leidt tot vermeerdering van
licht. En Bewustzijnsverruiming leidt
tot bewustzijnsverruiming. Want iemand
die door het licht in een ander wordt
geraakt, zal er meer van willen voelen
en ernaar op zoek willen gaan. |
Dat geldt
misschien voor mensen, maar hoe zit
dat met dieren? |
Met dieren
is dat anders. Zij hebben geen eigen
persoonlijke wil. Dat wat hen beweegt
zou je drang kunnen noemen, geen wilskracht.
Ze gaan dus niet op zoek naar meer licht.
Dat hoeft ook niet, want ze hebben een
constant en direct contact met de goddelijke
bron. Ze zijn een met hun schepping
en een met de scheppingskracht, anders
gezegd, ze zijn op een bepaalde manier
een met zichzelf en een met God. Maar
als ze in aanraking komen met een bewust
mens, een mens dat een open kanaal is
voor de geest, hebben dieren daar direct
baat bij. Hun eigen bewustzijn wordt
erdoor vergroot, zoals de omgeving door
een lamp wordt verlicht.
De mens is het enige levende wezen dat
een persoonlijke wil heeft. Hij heeft
zich bovendien afgesneden van zijn oorsprong.
Hij is vergeten waar hij vandaan kwam
en waar hij toebehoort. Daarom kan hij
eigenmachtig handelen vanuit een motivatie
die lijnrecht indruist tegen de natuurwetten.
Zou hij zich zijn oorsprong herinneren,
dan zou hij het verlangen niet meer
voelen om zijn eigen kleine willetje
na te jagen.
Deze vrije wil heeft geleid tot onnoemelijk veel leed, zowel bij mensen als bij
dieren. Maar de vrije wil van mensen
is een van de spelregels in deze schepping.
Tot op zekere hoogte kunnen mensen doen
en laten wat ze willen. |
Tot op zekere
hoogte? |
Ja. Als ze
bepaalde grenzen dreigen te overschrijden
wordt er ingegrepen. |
Door wie? |
Door machten
die groter zijn dan de mens. |
Waar dient
die vreselijke wrede vrije wil toe?
En waarom grijpen die machten niet eerder
in? |
De vrije
wil is er ten bate van de bewustzijnsverruiming.
De mens, de schepping kan er ervaring
mee opdoen. |
Die vrije
wil kan me gestolen worden, ik kots
erop. Dat wat mensen dieren aandoen
gaat regelrecht tegen Gods liefde in.
Dit kan niet uw bedoeling zijn! |
Lieve kind,
je oordeelt. Doe dat niet. Het onrecht
maakt je kwaad, je veroordeelt de situatie
en daarmee kapsel je het in. Je maakt
het tot een verhaaltje en je besluit
dat dat verhaaltje niet deugt. Wat levert
het je op, als je er zo mee omgaat? |
Dan kan ik
het hanteren. |
Wat bedoel
je met hanteren? |
…. |
Even ter
wille van het onderzoek. Probeer het
eens: stel je voor hoe de mens met zijn
vrije wil de dieren leed berokkent.
En oordeel er niet over, laat het alleen
wezen. Je bent een kanaal en dat wat
je ziet stroomt door het kanaal. Wat
gebeurt er? |
Ik haat het.
Ik haat de mens en zijn godvergeten
vrije wil. |
Als je ietsje
dieper in jezelf kijkt, wat zit er onder
die haat? |
Pijn |
En als je
kijkt naar de betreffende dieren? |
Dan voel
ik eindeloos verdriet. Het is meer dan
ik verdragen kan. Het verplettert me. |
Lieve kind,
je hoeft het niet te verdragen, dat
is niet jouw taak. Het is niet de taak
van mensen om leed te dragen. Laat maar
doorspoelen, geef het over aan mij.
Kijk nu goed naar de betrokken dieren.
Wat gebeurt er? |
Ik voel ze.
Ik ervaar ze. Hun pijn, hun zachtheid,
hun totale kwetsbaarheid en ook …
hun liefde. |
Wat gebeurt
er nu tussen jou en die dieren? |
Er is verbondenheid,
een begrip ver voorbij woorden. Een
gedeelde liefde, een gedeeld hart. Alsof
we hetzelfde wezen zijn. Het ontroert
me heel diep, mijn hart wordt reusachtig
groot. O God, ik ben zo dankbaar…. |
Nu
voel je het wezen van die dieren, klopt
dat? |
Ja, dat klopt. |
En je voelt
de kracht, het licht dat door jullie
beiden heen ademt, en dat jullie omvat? |
Ja. Het is
eigenlijk of we in werkelijkheid dat
licht, die kracht zijn. |
Dat is ook
zo. Zou je nu na deze ervaring nog willen
oordelen over het nut van vrije wil
en over het moment dat hogere machten
in zouden moeten grijpen? |
Al zou ik
het willen, ik kan het niet. Dit gaat
ver boven mijn bevattings- en beoordelingsvermogen. |
Je
had een vraag zonet, waar we nog niet
helemaal aan zijn toegekomen. Zou je
hem nog eens willen formuleren? |
Vroeger was
ik actief in de strijd tegen onrecht
jegens mens en dier. Op een gegeven
moment kwam ik tot het inzicht dat ik
de wereld alleen echt kan helpen als
ik mijn eigen innerlijke bevrijding
nastreef. Maar nu heb ik soms het gevoel
dat ik me heb teruggetrokken en niet
actief ben waar ik het toch zou moeten
zijn. En dat onder het mom van mijn
persoonlijke ontwikkeling, die ter meerdere
glorie zou zijn van mens en dier. |
Wat ik in
je vraag hoor zijn theorieën, cynisme,
zelfveroordelingen en een zeer strenge
moraal. Laten we het eerst hebben over
het inzicht dat je een paar jaar geleden
kreeg. |
Liever niet,
eigenlijk. |
Hoezo niet?
Is het niet meer relevant? |
Jawel,
in die zin dat het nog steeds mijn denken
en doen bepaalt. Maar het is gaan voelen
als een strop, als een preek van de
dominee waar ik al lang genoeg van heb. |
Brein, kun
je het samenvatten? |
Ze kwam tot
het inzicht dat het leven op deze zichtbare
wereld eindig is en dualistisch. Dat
wil zeggen goed gaat altijd gepaard
met kwaad, liefde met haat, geluk met
lijden. Er is een evenwicht tussen de
twee tegenpolen; verlicht je het lijden
op de ene plek, dan zal het op een andere
plek terugkomen. Om kort te gaan, wereld
verbeteren heeft geen zin. Zo komt de
wereld en alles wat hier leeft niet
tot zijn ultieme vrijheid. Niet door
te vechten tegen dat wat er is.
Er was een tweede inzicht, namelijk
dat de oorsprong, onze schepping, en
daarmee ons thuis, niet op deze planeet
en in deze dualistische werkelijkheid
te vinden is, maar in een eeuwige, allesomvattende
realiteit, waar eenheid heerst, en waar
ultieme vrijheid en bevrediging worden
gevonden. Sommigen noemen dat God. Die
realiteit is niet een hemel die slechts
na de dood open zou gaan, het is een
realiteit, een hoedanigheid die gemanifesteerd
kan worden tijdens dit aardse leven
en vrijheid en bevrediging geeft aan
degene die zich daar volledig aan overgeeft.
Het diepste verlangen van iedereen is
het verlangen naar liefde, naar eenwording
met zijn goddelijke bron, naar thuiskomen.
Totale bevrediging van dit verlangen
valt uitsluitend te halen in die grotere
realiteit, en niet in de eindige, dualistische
wereld.
Mensen worden door hun verlangens gedreven.
Die zijn de motor van al hun bewegingen.
Als ze zich niet bewust zijn van hun
oerverlangen vertalen ze die in verlangen
naar macht, rijkdom, aanzien, erkenning
enzovoort. En ze zullen proberen hun
gerief te halen bij elkaar, bij de aarde
en bij de dieren. Mensen die zich niet
bewust zijn van hun oorsprong en hun
oerverlangen, en die niet aan den lijve
hebben ondervonden dat het ultieme geluk
niet op de aarde te vinden is, maar
wel in hun eigen goddelijke kern, hebben
niets te geven. Ze willen uitsluitend
krijgen. De wereld is vol van inhalige,
behoeftige mensen, die proberen zich aan elkaar te laven. Dit loopt onherroepelijk
uit op teleurstellingen en onrecht,
op dieren- en mensenleed.
Maar als iemand zijn blik naar binnen
keert en zich laat leiden door zijn
diepste verlangen, zal hij thuiskomen
in zichzelf, in zijn eigen goddelijke
kern, en werkelijke bevrediging vinden.
Hij zal zijn teleurstellingen niet langer
hoeven te projecteren op mensen en dieren.
En met zijn licht zal hij ook anderen
raken, zelfs zonder dat hij zijn mond
open doet.
Vechten tegen onrecht in de wereld leidt
dus niet tot eeuwige en totale bevrijding.
Wat daar wel toe leidt, dat is bewustwording
van alles wat er in de wereld is, van
zowel het leed als het geluk. Zodra
iemand helemaal doordrongen is van het
onveranderlijk dualistische en eindige
karakter van dit aardse leven, en de
pijn van de wereld tot in zijn botten
heeft gevoeld, zodra iemand weet dat
hij als mens onmachtig is, maar alles
over heeft voor de totale bevrijding
van zichzelf en van alles wat leeft,
zal hij zich openstellen voor het licht
en bereid zijn te dienen als kanaal. |
Amen. |
Juist, ja. |
God, klopt
er eigenlijk iets van dit verhaal? Is
dit de Waarheid? |
Dit verhaal
kan de Waarheid met een grote W niet
zijn, al was het alleen maar om het
feit dat Brein het verwoordde. |
Ik maak bezwaar! |
Waartegen?
Het is jouw taak niet om de Waarheid
te verwoorden, Brein, want dat kun je
niet. Brein is slechts een klein stukje
van de schepping, hij zal nooit en te
nimmer de hele schepping kunnen omvatten. |
Wie kan de
Waarheid dan wel verwoorden? |
God maakt
de Waarheid kenbaar, in alles wat Zij
is en alles wat Hij doet. En daar is
alles mee gezegd. |
Maar God,
kun je iets meer zeggen over dat verhaal? |
Nee, ik kan
er alleen wat over vragen. Is het bruikbaar
voor je? |
? |
Dat is het
enige dat relevant is: Werkt het voor
je? Helpt het je je doel te bereiken?
Wat was je doel ook alweer? |
Vrijheid. |
Goed, en
wat is nu je doel? |
Nog steeds
vrijheid. |
Ben je er
inmiddels al achter wat dat betekent? |
Geen idee. |
Laura, kom
op. Wat is nu je doel? Nu. |
…. |
Nu, nu! |
Ik wil je
liefde. |
Ah…. |
Dank U wel.
Dit is alles wat ik wil. Er is niets
meer. |
Als je kon
voelen hoe dankbaar ik ben dat je erom
vraagt…. Ik zou je eeuwig willen koesteren
in mijn liefde, maar ik mag het alleen
als je erom vraagt. |
Mag? Zou
er dan iets zijn wat God niet mag? |
God respecteert
de spelregels van zijn schepping. Onder
andere die van de vrije wil van de mens.
Als de mens ervoor kiest zich af te
sluiten voor Gods liefde, zo zij het.
Wat Breins verhaal over jouw inzichten
betreft: Je verlangt naar mijn liefde.
In hoeverre helpen je inzichten van
toen je om mijn liefde te ervaren? |
Ik heb toen
geleerd dat het van wezenlijk belang
voor me is om me op ieder moment bewust
te zijn van wat er in me omgaat. Als
ik dat wat er is helemaal doorleef,
ervaar ik Uw aanwezigheid, en mijn een
zijn met U. |
Dankjewel.
Is dit alles van dat lange verhaal dat
nu relevant voor je is? |
Ja. |
Zullen we de rest dan weggooien? |
Ja graag! |
Goed. Weg
ermee. Zo, dat ruimt op. Ben je overigens
bereid te aanvaarden dat jouw waarheid
ieder moment verandert? Heel wat vaker
dan eens in de paar jaar? Hebben we
al je vragen nu beantwoord? |
Ik zat ermee
dat ik soms het gevoel heb dat ik me
heb teruggetrokken van de wereld, terwijl
ik eigenlijk actief zou moeten zijn.
Want ik hou me bezig met mijn persoonlijke
ontwikkeling. |
Vraag een:
Hoe heet dat gevoel? |
Schuldgevoel. |
Vraag twee:
Wie zegt dat je actief zou moeten zijn? |
…. |
Je kunt het
je niet eens herinneren, he, zo ingebakken
zit die calvinistische gedachte! Hoe
luidt die precies? |
Dat ik goed
moet doen in de wereld, dan kom ik in
de hemel. |
Wat is dat,
goed? |
Eh…. Volgens
die moraal is …. |
En wat is
dat, de hemel? |
O Jezus,
geen idee. Bestaat de hemel wel? |
Wat is dat,
bestaan? |
Ik word hier
duizelig van. |
Je
gebruikte nog een woord: Persoonlijke
ontwikkeling. Wat is dat? |
Dat is dat
ik mezelf steeds beter leer kennen en
dat ik…. |
Wat is dat;
mezelf? |
Mezelf, dat
is het geheel aan gevoelens en gedachten
en ervaringen die ik heb. |
Adequaat.
Wat ervaar je nu? Wat denk je nu? Wat
voel je nu? |
Ik voel me
wel vrolijk. |
Hoe zit het
met je schuldgevoel? |
Weg. |
Realiseer
je je dat je zonet een heel pakket woorden
gebruikte die op dat moment niet gesteund
werden door ervaring of gevoel? |
Ja. |
Alle woorden
die niet worden gesteund door je beleving,
woorden die niet worden beleefd, zijn
nutteloos. Ze zijn dood, ze zitten je
in de weg. Wees hygiënisch, ruim
ze op. Belast je zelf en je omgeving
niet met dode moraal.
Hoe zit het nu met je vraag. Is daar
nog iets van over? |
Nee. |
Zeker weten? |
Ja. |
Laura, 24
Jaar geleden besloot je om vegetariër
te worden. Waarom ben je NU vegetariër? |
Omdat ik
van U hou. In de dieren zie ik Uw aangezicht. |