Dierenmishandeling wordt in Nederland veel te
weinig aangepakt. Jaarlijks worden er tienduizenden
dieren mishandeld zonder dat de daders worden vervolgd.
GroenLinks stelt voor dat er een speciale dierenpolitie
komt om mishandeling en verwaarlozing van dieren
op te sporen en te vervolgen.
De politie zelf doet te weinig aan dierenbescherming.
Dierenleed heeft bij de politie geen prioriteit.
De politie schuift steeds meer zaken door naar
de inspectie van de Dierenbescherming. Deze heeft
slechts 13 bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s)
in dienst en kan het grote aantal meldingen nauwelijks
aan. Jaarlijks komen er bij de Dierenbescherming
nu al 36.000 meldingen van dierenleed binnen en
dit aantal loopt nog steeds op.
GroenLinks wil dat 50 personen zich volledig
gaan richten op opsporing en vervolging van dierenmishandeling
en -verwaarlozing. GroenLinks zal daarom bij de
begroting van het ministerie van LNV het voorstel
indienen om geld vrij te maken om de inspectie
van de Dierenbescherming uit te breiden van 13
naar 50 bijzondere opsporingsambtenaren. Zo ontstaat
er een landelijk opererende, gespecialiseerde
opsporingsdienst. Intensieve controle is nodig
omdat veel misstanden niet in het openbaar plaatsvinden.
In juni 2005 concludeerde een interdepartementale
werkgroep in opdracht van het ministerie van Justitie,
dat de opsporingscapaciteit ‘onvoldoende’
is om dierenwelzijnsregels te handhaven (zie het
rapport ‘Naar een effectieve borging van
dierenwelzijn’ uit juni 2005, p. 41). De
minister neemt een afwachtende houding aan, maar
GroenLinks vindt dat meer dan voldoende is aangetoond
dat er snel moet worden ingegrepen.
Marijke Vos 4 oktober 2005.