Hoewel het beschouwd wordt als een gewone zaak, kun je wanneer je dierenrechten serieus neemt zoogdieren niet afschepen als tweede- en insecten als derderangs wezens.
Toch gebeurt het de meeste mensen zonder nadenken. Je kunt bijvoorbeeld zomaar beschimmeld brood (of ander "fast food") voor een dier
over de schutting gooien waar het ook nog eens in zijn
ontlasting valt. Gezondheid van dieren in gevaar brengen
is een onrechtvaardige inperking van vrijheid. Voor veel dieren geldt dat het vrij kunnen aangaan van
relaties met soortgenoten hoort bij de kwaliteit van
het bestaan; of het niet hebben van angst of het kunnen
oefenen van vaardigheden onder natuurlijke omstandigheden
enz….
Iets soortgelijks geldt ten aanzien van kwaliteit van
de hulpverlening. Er is bijvoorbeeld geen wet voor het
beheren en starten van dierenambulances en er worden
geen eisen gesteld aan vrijwillige hulpverlening aan
dieren, met uitzondering van asielen. Een asiel kan
niet onbeperkt dieren opnemen. Het gevolg is dat de
vinder zelf aan de slag gaat of dat het hulpverleningscircuit
goedbedoeld de dieren bij particulieren onderbrengt.
Het betreft hier vaak dieren die "te gewoon"
zijn om in een asiel onder te brengen (kauwtjes, kraaien,
kokmeeuwen en konijnen). Over een verantwoorde (her)introductie
in de natuur is geen kennis, het is allemaal "uitstel
van executie". Het gevolg is ook dat de "beunhazen" en "zelf
hulpbehoevende" mensen zich onder het mom van
therapie met de opvang en verzorging van zieke dieren
bemoeien. Zij hebben voor het dier eigenlijk geen aandacht,
want die aandacht hebben ze zelf nodig. Ze verkleinen
daardoor de kans op genezing (en dus vrijheid) van het
dier.
De leefgebieden,
die dieren in het wild nu worden gelaten, zijn vaak
ruimtes die de mens niet zelf wil exploiteren. De biodiversiteit
van planten in de natuur loopt terug door overbemesting
en milieuvervuiling. De leefgebieden (denk ook aan zero-grazing
weides doordat koeien het hele jaar door op stal
worden gehouden) zijn vaak alleen geschikt voor dieren
die minder eisen aan hun habitat stellen.
Veiligheidsmaatregelen verder, bijvoorbeeld die in het
verkeer worden toegepast, moeten ook voor dieren worden
gemaakt om verkeerslachtoffers te voorkomen. Voorbeelden
zijn wildtunnels, wildviaducten, wildafrastering, enz….
"Het is maar een dier" mag niet de motivatie
zijn om belangen van dieren te verwaarlozen.
Wilde dieren zouden in een natuurgebied rustplekken moeten hebben, waar zij geen mensen tegenkomen en niet worden bejaagd.
Ook zou een natuurgebied zo moeten zijn ingericht dat er voldoende te eten is.
Dieren zouden niet voor hun dagelijkse voedsel afhankelijk moeten zijn van landbouwgewassen en vervolgens ook nog eens kans te moeten lopen om door jagers als schadelijk wild geschoten te moeten worden.
Het is niet te veel gevraagd aan boeren om een klein stukje land (eventueel tegen vergoeding) af te staan aan de slootranden.
Het kan de plaats zijn waar dieren kunnen schuilen of een onderkomen te bouwen.
Muskusratten, bijvoorbeeld, graven wel holen die later kunnen instorten.
Maar wanneer de slootrand niet tot het uiterste randje met trekkers wordt bereden, is er geen gevaar voor de boeren en tractorrijders.
Een klein stapje terug in onze in beslagname van de beschikbare ruimte kan een wereld van verschil uitmaken voor de dierenwereld.