In memoriam Mies van Oosten-Poortman |
Op 24 september 2000 moesten wij voorgoed afscheid
nemen van de oprichtster en voorzitster van Rechten
voor al wat leeft, mevrouw C.M. van Oosten-Poortman.
Na een intensief en arbeidzaam leven, waarin zij veel
baanbrekend werk heeft verricht, is zij op 86-jarige
leeftijd van ons heengegaan.
Zij leefde haar leven ernstig, met visie en overtuigingskracht.
Wij zijn verdrietig om wat wij in haar missen nu zij
er niet meer is, maar wij zijn ook dankbaar voor alles
wat zij heeft betekend, voor alles wat zij ons in woord
en daad heeft nagelaten. Het was een leven vol zorg
voor de ander: voor mens, dier en ook de plant. De natuur,
de schepping - en daar hoort alles wat leeft bij - had
altijd haar grote belangstelling en mededogen.
In deze extra editie willen wij ingaan op wat mevrouw
Van Oosten heeft betekend voor Rechten voor al wat leeft
en met name voor de dieren, voor het welzijn waarvan
zij haar leven lang (zo lang zij kon) op de bres heeft
gestaan. Zij was een enorm inspirerende kracht voor
degenen die om haar heen stonden, dat kunnen wij zonder
overdrijving stellen.
Hoewel zij de laatste paar jaar een teruggetrokken
leven leidde (zij werd praktisch blind) was zij toch
tot voor kort nog altijd geïnteresseerd in alles
wat in de maatschappij gaande was en, hoewel zij weinig
meer over het dierenleed wilde spreken, omdat zij er
niet meer tegen kon, heeft zij tot het einde toe met de dieren meegeleden. Moesten wij de laatste paar jaar
dus al steeds meer "op eigen kracht drijven",
nu mevrouw Van Oosten er niet meer is beseffen wij pas
goed wat een gemis dit voor ons betekent, en welk een
inspiratiebron zij altijd voor ons is geweest! |
Wij willen hieronder eerst de oud-medewerkster
mevrouw L. Vreugdenhil te Duiven (87 jaar!) aan het
woord laten; zij heeft vanaf het ontstaan van Rechten
voor al wat leeft mevrouw Van Oosten gesteund, ging
met haar mee naar besprekingen en als zij lezingen hield.
Een medewerkster van het eerste uur dus:
"Een tere plant, een nieuw begin,
maar daar zat wond're groeikracht in..".
Dit oude schoollied spookt mij steeds door het hoofd
als ik het contactblad Relatie Mens en Dier van Rechten
voor al wat leeft zie liggen. Om uit te laten komen
dat alles,waar mevrouw Van Oosten naar streefde, nog
steeds springlevend is, schrijf ik dit.
Wij leerden elkaar kennen toen wij beiden
lid waren van het hoofdbestuur van de NBBV (de Nederlandse
Bond tot Bestrijding van Vivisectie, zoals deze bond
toen nog heette; Vereniging Proefdiervrij is thans de
nieuwe naam) in Den Haag. We waren ongeveer even oud
(ik ben maar één jaartje ouder) en het
klikte direct. Ik wist nog van niets, werd door een
NBBV-folder wakker gemaakt en stond direct in lichterlaaie:
stel je voor, dat mijn dieren dit zou overkomen! Zoiets
kan toch niet? En zo zat ik al gauw vechtend en agerend
in het hoofdbestuur. Waar ik al gauw te weten kwam dat
vivisectie niet het enige kwaad is, dat de dieren
wordt aangedaan. En daar zat mevrouw Van Oosten - Mies
zal ik haar noemen, dat klinkt vriendelijker. Ik zie
het nog voor me: Mies met opgeheven vinger, laaiend
verontwaardigd:
"Weten jullie wel hoe ze aan al die dieren komen?
Die worden gestolen, verzameld en voor geld geleverd
aan opkopers; in dit geval was de grootste boosdoener
een Duitser, Heinz Vieten die geregeld de grens over
kwam, Nederlandse dieren naar Duitsland bracht en andersom.
Mies had er geen bond of andere remmende instantie voor
nodig om in te grijpen en de wet begon zich met deze
ongure handel en met de onnodige vivisectie te
bemoeien. |
Mies had ook de gave die personen
en instanties te pakken die zij nodig had. Zij woonde
in haar actiefste periode in Raalte. Met medewerking
van haar man, die bij de gemeente werkte, kwamen er
al gauw duizenden stencils in omloop om de mensen te
waarschuwen geen huisdieren waar men "van af wilde",
zomaar aan onbekenden mee te geven. Het gebeurde immers
maar al te vaak dat op advertenties, waar huisdiereneigenaars
hun dier(en) of een pasgeboren nestje pups of kittens
gratis aanboden, mensen afkwamen die de dieren meenamen
met de belofte er thuis goed voor te zullen zorgen,
maar deze dieren naar verzamelaars brachten, die op
hun beurt de dieren verkwanselden naar de grote handelaars.
Zo kwamen de dieren steevast in de vivisectie-laboratoria
terecht. Mede door het vele werk van Mies werden veel
mensen wakker en werd het bekend hoe de malafide honden-
en kattenhandel in zijn werk ging.
Daar bleef het echter niet bij want, midden tussen
de agrariërs wonend, zag zij al gauw de wantoestanden
waarin de bio-industrie-dieren verkeerden: de kippen,
de kistkalveren, de varkens. Het regende stencils! Via
kranteninterviews, radio- en televisie-uitzendingen,
vele stands en lezingen overal in het land, wist Mies
het publiek te interesseren'. De eenvoudig (en goedkoop!)
uitgevoerde stencils werden later gedrukte folders en
ook daarvan gingen duizenden het land door. Dit was
nieuw voor de mensen! Niemand wist eigenlijk welk dierenleed
er schuil ging achter zijn/haar eitje en stukje vlees!
Maar ook de autoriteiten werden wakker!
Alleen ageren tegen alle ellende hielp niet, er moest
een alternatief tegenoverstaan. Een project moest
de spits afbijten, en dat was het project van de scharreleieren.
Hiervoor moest het Rijk worden ingeschakeld. Dat had
een soort bio-proefdiereninstantie: Het Spelderholt
in Beekbergen. Daar zocht men uit onder welke omstandigheden
het dier zich goed voelde, en toch voldeed aan
de financiële eisen van pluimveehouder en consument.
Zo ontstonden in 1975, na enige jaren van praten, vergaderen
en overleggen, de scharrel-kippen: vrij lopend, "scharrelend"
op de grond, met legnesten aan de zijkanten (en de latere
variatie er op: de voliëre-eieren; what's in
the name? Als ze maar de ruimte kregen!) Wettelijke
stempels en merken kwamen uiteindelijk op eieren en
verpakking: haar geesteskind groeide als kool. Maar
daaraan voorafgaand moest er heel wat gebeuren! Vele
vergaderingen en besprekingen werden gehouden en gevoerd.
Ook kwam de vraag naar voren hoe deze eieren dan wel
zouden moeten heten! Het moest een naam zijn die aansprak,
en dat was moeilijk! Toen zijn Mies en ik samen naar
Drs Brantas in Zutphen gegaan en die zei dit: "Een
kip is een scharreldier." Dus werden de eieren
van deze kippen "scharreleieren". Hier waren
wij het volmondig mee eens. Drs Brantas had een belangrijke
positie bij Het Spelderholt. Het Rijk zou ook voor de
bescherming van de naam zorgen. |
In 1975 werden de eerste doosjes met het embleem: het
oranje voorrangsteken met daarin de naam Rechten voor
al wat leeft, bedrukt. Vier jaar later, in 1979, kwam
het Rijksmerk. De Stichting Scharreleierencontrole werd
opgericht, op naam van mevrouw Van Oosten. Later veranderde
de naam in NEB (Nederlands Eiercontrole Bureau) en nu
heet het CPE (Controlebureau voor Pluimvee en Eieren
en eiproducten. Rechten voor al wat leeft is nog steeds
vertegenwoordigd in dit overheids-controle-apparaat.
Ik memoreerde hierboven dit bezoek aan Drs Brantas speciaal,
omdat hieruit bewezen wordt, dat alles het werk van
Mies is geweest. "De" dierenbescherming, die
natuurlijk volledig achter deze zaak stond, deed namelijk
net of zij het scharrelei hadden voortgebracht, maar
dat misverstand zal waarschijnlijk het gevolg geweest
zijn van onkunde van jeugdige medewerkers.
En natuurlijk scharrelde alles later: kippen, ander
pluimvee, maar ook varkens. Ook met dit laatste is Mies
begonnen: het in de handel brengen van alternatief varkensvlees,
het scharrelvarkensvlees. Inmiddels zijn we vele jaren later. Geen mens, die niet meer weet wat scharrelproducten zijn, geen krant
die er nog nooit over heeft geschreven en het woord
scharrel niet nog regelmatig noemt! Zelfs in de nieuwste
woordenboeken, en ook in de "Woordenlijst Nederlandse
taal (het z.g. "Groene boekje" met de spellingwijzigingen)
staan de woorden "scharrelei", "scharrelkip"
en "scharrelvarken" genoemd. Geen producent,
consument of handelaar die er niet mee te maken heeft.
Albert Heijn heeft altijd zeer positief
gereageerd. Het publiek wil de bio-rommel niet meer,
want veel dieren (ook veel mensen) in een
kleine ruimte leven in een broeinest van virussen en
bacteriën, en blijven niet gezond.
Wie nu mocht denken, nu Mies er niet meer is, dat zij
de vergetelheid is ingegaan, vergist zich! Want scharrelen
blijft. Mies blijft, nu en later! Je hebt keihard gevochten
Mies, en je leven er aan gewijd. Ik hoop dat er een
hemel bestaat, waarin je wordt omgeven door alle dieren
waarvoor je geknokt hebt, maar dan moet die hemel wel
erg groot zijn! En:
Rechten voor al wat leeft was eigenlijk: Vechten voor
al wat leeft! |
Een vrolijk einde wil ik aan dit stukje nog toevoegen:
In 1981 kreeg Mies een koninklijke onderscheiding. Maar…,
dat moest een verrassing blijven. Ik kreeg een telefoontje
van haar man, of ik op 29 april 1981 wilde komen op
het gemeentehuis in Raalte. Met uitleg. Mies
werd wijsgemaakt dat het om een verjaardag ging van
een gemeente-ambtenaar, en zij nam een fles wijn als
cadeau mee. Toen zij gezeten was, vooraan, keek ze eens
om zich heen, en ik zag haar denken: wat doet
die nu hier!? (o.a. ik) en die? en die?!
Zij snapte er niets van en vermoedde ook niets. Tot
de burgemeester begon te spreken, dat het Hare Majesteit
behaagd had '…'. enzovoorts. En ze kreeg een koninklijke onderscheiding:
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. En de gemeente-ambtenaar '…',
die kreeg zijn fles wijn!".
L. Vreugdenhil |
 |
Uit bovenstaande herinneringen van mevrouw Vreugdenhil willen wij enkele punten naar voren halen waar wij nog iets meer over willen vertellen.
De Duitse hondenhandelaar (Heinz Vieten)
Op 21 maart 1962 volgde mevrouw Van Oosten, samen met
mevrouw T. Roes-Stibbe, de hondenhandelaar Heinz Vieten
vanuit Nijverdal naar de grenspost Glanerbrug, om te
kijken of hij ergens inentingspapieren zou ophalen en
vervolgens met de 180 tot 200 dieren de grens over zou
gaan. Mevrouw Polak-Moor stond hen daar met de
douane op te wachten. Radio, t.v. en de kranten waren
gewaarschuwd dat er die avond aan de grens 'iets' zou
gebeuren. Alle media lieten verstek gaan en er was slechts één journalist van een krant. Toen de
vrachtwagen werd geopend werden de opgeladen kisten
zichtbaar met daarin de honden. Op dat moment gaf mevrouw
Polak Heinz Vieten een klinkende oorvijg. Zij deed dit
in de hoop dat er eindelijk een proces-verbaal zou worden
opgemaakt, en er een eind zou komen aan de smerige praktijken
van deze handelaren.
n 1964 trad het Honden- en Kattenbesluit in werking,
maar dit besluit heeft helaas nog steeds geen eind kunnen
maken aan het verhandelen van honden (en ook katten)
naar het buitenland voor vivisectie-doeleinden. De honden-
en kattenhandel is een afschuwelijke zaak, omdat bij
de handelaren gestolen, gratis afgehaalde en afstandsdieren,
vaak in ellendige behuizingen zijn opgesloten om uiteindelijk
te worden misbruikt voor dierproeven voor de farmaceutische
en cosmetische industrie en voor oorlogsdoeleinden. |
Onnodige dierproeven
In de jaren die volgden, reeds vanaf 1970, werden petities
ingediend aan alle Tweede-Kamer-leden waarin werd aangedrongen
op een verbod op alle ONNODIGE dierproeven. Vele malen
heeft mevrouw Van Oosten op hoorzittingen de doelstellingen
van Rechten voor al wat leeft omtrent dierproeven naar
voren gebracht en verdedigd, echter met (toen nog) zeer
weinig resultaat. Wat zij onder onnodige dierproeven
verstond is in onze informatiefolder te lezen, maar
wij laten dit in het kort hieronder volgen:
- De proeven die medische, veterinaire en biologie-studenten
in hun eerste studiejaren, veelal tegen hun zin, op
levende dieren moeten doen en die ook vastgelegd kunnen
worden op een film of video.
- Herhaling van proeven voor oorlogsdoeleinden m.b.t.
de productie van wapens waarvan de resultaten reeds
lang bekend zijn.
- Proeven voor huishoudelijke artikelen en cosmetica.
- Proeven die worden gedaan door de farmaceutische
industrie en de agrarische industrie (medicijnen,
veeteelt, land- en tuinbouwvergiften).
Gezondheids-, kuuroorden
Om dierproeven zoveel mogelijk tegen te gaan en
om ook de patiënt een keuzemogelijkheid te bieden
streefde mevrouw Van Oosten naar gezondheidsoorden:
rust- en herstellingsoorden waar de verzorging van de
patiënten zou geschieden volgens de beginselen
van de natuurlijke leef- en geneeswijze. Het herstel
van het natuurlijk weerstandsvermogen na een doorgemaakte
ernstige ziekte, en ook het verkrijgen van geestelijk
evenwicht is voor menigeen in eigen milieu een moeilijke
opgave. In de huiselijke kring is het volgen van diëetvoorschriften
en het vinden van de voor het herstel noodzakelijke
rust voor velen moeilijk. De bedoeling van deze gezondheidsoorden
was om de patiënten niet alleen enige weken volgens
de natuurlijke leef-en geneeswijzen te behandelen, maar
hen ook te begeleiden, zodat zij later thuis deze leefwijze
in praktijk zouden kunnen brengen. Uitgaande van eerbied
voor de gehele schepping zouden schadelijke middelen
er niet mogen worden toegepast. In de ons omringende
landen zijn tal van dergelijke gezondheidsoorden te
vinden, verblijf en behandelingen worden door het ziekenfonds
vergoed.
Mevrouw Van Oosten heeft er jarenlang naar gestreefd
dat het bronnenbad in Nieuweschans een gezondheidsoord
zou worden zoals het haar voor ogen stond: eenvoudig
van opzet, rustig, niet geldverslindend, en niet alleen
voor de mensen met veel.geld (dus ook vergoeding door het ziekenfonds). Het is haar helaas niet gelukt. Dat
het Bronnenbad Nieuweschans later een zeer luxe opgezet
centrum is geworden, is nooit de bedoeling van mevrouw
Van Oosten geweest. Wel zijn er steeds meer verzekeringsmaatschappijen
die bepaalde medische behandelingen vergoeden. |
Scharrel
Wie bij Albert Heijn de scharrel- (of voliëre-)eieren
koopt, ziet daar op de eierdoosjes naast het garantiemerk
van het Controlebureau voor Pluimvee en Eieren (CPE)
nog steeds het embleem van Rechten voor al wat leeft
staan. Een reeds jarenlange erkenning van het werk van
mevrouw Van Oosten. Maar niet alleen het scharrelei
en de scharrelkip zijn door haar inspanningen gerealiseerd.
Ook het scharrelvarken is uiteindelijk haar
idee en haar werk geweest. Diegenen die
niet reeds jarenlang donateur zijn van Rechten voor
al wat leeft zullen dit misschien niet weten, maar mevrouw
Van Oosten is (in 1978), na talloze gesprekken met velerlei
instanties, uiteindelijk in samenwerking met Diepvries
Home Service te Varsseveld, gestart met het alternatieve
varkensvlees (scharrelvarkensvlees) dat via een postordersysteem
door consumenten werd besteld en bij hen werd thuisbezorgd.
De controle op de voorwaarden, waaraan de huisvesting,
het vervoer naar een (dichtstbijzijnd) slachthuis en
het slachten zelf berustte in die jaren bij Rechten
voor al wat leeft. Naar de vele vergaderingen en voorbereidende
gesprekken die gevoerd moesten worden voor
het scharrelvarkensvlees in de handel kwam, vergezelde
ik mevrouw Van Oosten, en ook de controle-bezoeken naar
varkensbedrijven legde ik dikwijls samen met haar af.
Thans wordt dit vlees via winkels (o.a. Albert Heijn)
verkocht en de controle wordt uitgevoerd door het Productschap
voor Vee en Vlees.
Ook voor de kistkalveren heeft mevrouw Van Oosten gestreden!
In talloze interviews in kranten en voor de radio en
televisie heeft zij de verschrikkelijke leefomstandigheden
van de kalveren aan de kaak gesteld! Ook voor deze
dieren heeft zij nog getracht een alternatief te realiseren:
Diepvries Home Service heeft het geprobeerd: het diepvriezen
van vlees van kalveren die wel een meer dierwaardig
leven hadden kunnen leiden, maar dit is helaas niet
gelukt, omdat de technische resultaten hiervan niet
goed waren. Toch heeft mevrouw Van Oosten het nog mogen
meemaken dat er een verbod op lange termijn kwam op
het houden van kalveren in de gruwelijke eenlingboxen:
Eind 1996 kwam dit verbod er door: over tien jaar (2007)
mogen er geen kalveren in eenlingboxen meer zijn in
Nederland. De dieren moeten dan in elk geval in groepen
zijn gehuisvest. En dat is toch het minste dat wij voor
deze dieren (kuddedieren!) mogen vragen! |
Slachtmethoden en veetransporten
Ook hebben activiteiten van mevrouw Van Oosten er sterk
toe bijgedragen dat regels voor slachtmethoden, met
name van die voor varkens, en ook kalveren, sterk werden
verbeterd. In de jaren zeventig was het nog zo dat varkens
z0 kort werden bedwelmd dat ze dikwijls al weer
bijkwamen tijdens het steken en verbloeden. Vele dieren
kwamen hierna zodoende nog bij hun volle bewustzijn
in het hete broeiwater terecht en verdronken. In 1975
deed een keurmeester hierover zijn beklag bij mevrouw
Van Oosten, die hier natuurlijk de krant bij had uitgenodigd.
Trouw wijdde hier een groot artikel aan dat veel opschudding
veroorzaakte. In 1976 bracht mevrouw Van Oosten deze
misstanden en bovendien de vreselijke gevolgen
voor de dieren van de gruwelijke veetransporten via
de televisie naar buiten (in het programma "Sprekers-hoek")
in samenwerking met veterinair inspecteur Dr R. Hoenderken.
Veertien dagen na deze uitzending stond in de
Staatscourant dat m.i.v. l januari 1980 in alle slachthuizen
de apparatuur aanwezig moest zijn, waarmee de varkens
de vereiste verdoving zouden moeten krijgen.
Tegen de transporten van levend vee, met name die naar
en uit het buitenland, heeft zij vele jaren lang geageerd.
De dieren zouden in het land van herkomst moeten worden
geslacht, zo was haar stelregel. Maar
nu, in 2000, worden nog miljoenen dieren over de hele
wereld levend van het ene land naar het andere, van
het ene werelddeel naar het andere versleept! |
Onbedwelmd (ritueel) slachten
Sinds 1976 heeft mevrouw Van Oosten gestreden voor een bedwelming voor de halssnede bij ritueel te slachten
dieren. Talloze brieven en besprekingen waren hieraan
gewijd, een handtekeningenactie die 30.000 handtekeningen
opleverde die in 1983 aan toenmalig Staatssecretaris
Van der Reijden (WVC) werden aangeboden, die toen
reeds een overleg met Moslimgroeperingen toezegde. Dat
is uiteindelijk ook gebeurd, maar heeft tot nu toe nog
maar tot bitter weinig resultaat geleid. Overleg over
het slachten volgens de Israëlitische ritus is
nooit op gang gekomen. Toch was er toen al een elektrische
bedwelmingsmethode ontwikkeld die reversibel (omkeerbaar)
was, en die voldeed aan de eisen van de ritus: het dier
moet geheel kunnen verbloeden en het mag niet sterven
door de bedwelming. Ondanks het feit dat genoemde bedwelmingsmethode
aan deze eisen voldoet heeft het nog steeds niet algemeen
ingang gevonden in Nederland. Bont Ach, waar heeft mevrouw Van Oosten niet voor
gevochten als het om dierenleed ging! Tegen de bontfokkerijen!
Wanneer zij lezingen hield waarin zij ook over het lijden
van de dieren sprak, kwam zij heel dikwijls in haar
kunstbontmantel. Als zij dan haar lezing gehouden had
en vragen had beantwoord, zei zij tegen de aanwezigen:
"Het verbaast mij dat niemand van u mij vraagt
hoe ik hier in een bontmantel durf te komen terwijl
ik over dierenleed spreek. Maar voor u denkt dat het
echt bont is, zal ik het u laten zien!" Zij tilde
dan een slip van de mantel omhoog en liet zien dat ze
een stukje van de voering had losgetornd. "Kijkt
u maar achter die voering, daar ziet u de achterkant
van de stof. Het is gewoon katoen, ziet u wel?"
Wat heeft zij altijd, ook via kranten en radio, geageerd
tegen het dragen van bont! |
Paardensport
En dan de paardensport! Niet deze sport op zichzelf
was haar een doorn in het oog, maar de uitwassen daarvan,
zoals het toedienen van doping
aan de paarden, en mishandeling met o.a. de zweep!
De doping zorgde er vaak voor dat paarden die eigenlijk
niet konden lopen vanwege een blessure of een ontsteking
in een van de benen, toch weer konden draven, maar natuurlijk
kwam na de wedstrijd de pijn in nog veel heviger
mate opzetten dan voor de wedstrijd omdat
de inspanningen ver boven het vermogen van het dier
waren uitgegaan. Niet zelden moest zo'n dier na afloop
dan ook worden afgemaakt. Maar wat deerde dat? Als maar
eerst de winst was binnengehaald!
De heer J. Stam, in de jaren zeventig zeer actief en
bekend met alle misstanden in de paardensport, had haar
hulp ingeroepen. Eens (in 1979) schreef de heer Stam:
"Na vele instanties te hebben benaderd kreeg ik
tenslotte het adres van mevrouw Van Oosten. En deze
naam, Van Oosten, zal ik mijn verdere leven niet meer
vergeten. Zij is een rots in de branding geweest en
op haar is zeker niet van toepassing wat voor een andere,
gesubsidieerde dierenorganisatie wel geldt, n.l. het
gezegde: lange wegen leggen tussen doen en zeggen. Zij
was er altijd, hoewel zij van ver moest komen. Wij zijn
begonnen met het indienen van een petitie tegen doping
en mishandeling, bij alle leden van de Eerste en Tweede
Kamer der Staten-Generaal. Wij zijn naar het Ministerie
van Landbouw in Den Haag geweest voor het voeren van
besprekingen met o.a. de heer Dobbelaar en later met
de heer Binsbergen. Laatstgenoemde is (was - red.) voorzitter
van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport. Er volgden
weer gesprekken in Den Haag, nu op het Binnenhof met
mevrouw Verkerk-Terpstra, lid van de Tweede Kamer. Er
werden processen gevoerd en wij reisden vele malen naar
de omroepstudio's in Hilversum. Al dit werk, in het
belang van de dieren, werd mogelijk gemaakt door de
Belangengroep Rechten voor al wat leeft. Ik ben van
mening dat de mensen die de dieren dit leed aandoen
niet ongestraft kunnen blijven. Mijn overtuiging is
dat wij eens zullen overwinnen, want wij staan niet
meer alleen. Er zijn doktoren die de feiten kennen en
daarom onze zijde hebben gekozen. Zij kregen echter een spreekverbod opgelegd en werden zelfs met ontslag
bedreigd. In nummer 37 van het blad 'In ren en draf'
vraagt een bestuurslid nu om een schorsing van minstens
een half jaar voor degene, die een paard te hard met
de zweep slaat. Dit gaat in de goede richting, dankzij
ons werk in de Belangengroep Rechten voor al wat leeft
(zonder subsidie!)." Tot zover de heer Stam in
1979.
In de laatste jaren hebben wij nog vele malen Tweede-Kamerleden,
maar ook de minister van Landbouw, benaderd over de
huidige dopingcontrole. Wij vroegen herhaaldelijk om
een nationaal doping-onderzoek van de eerste
drie winnende paarden, maar we zijn steeds met een kluitje
in het riet gestuurd. De heer Stam is er niet meer en
wij vernemen nooit meer iets over deze kwestie. |
Persoonlijke herinneringen
Bijna op de kop af vijfentwintig jaar heb ik haar mogen
kennen en meemaken, en van haar mogen leren. De eerste
kennismaking was naar aanleiding van het eerste bericht
dat ik in de krant las over het scharrelei: dat deze
eieren al in een aantal winkels te koop waren, en dat
wij als consumenten daar in onze eigen winkel naar moesten
vragen. Voor meer informatie kon men het telefoonnummer
van mevrouw Van Oosten bellen.
Na die eerste kennismaking is het contact gebleven.
Vijfentwintig jaar ben ik haar naaste medewerkster geweest,
en ik ben diep onder de indruk gekomen van de wijze
waarop zij altijd te werk ging om haar doel: meer welzijn
voor de dieren, te bereiken. Hiertoe wierp zij al
haar inzet, geduld, tact en doorzettingsvermogen in
de strijd. En vooral haar overtuigingskracht!
Het scharrelei is wel het meest bekende geesteskind
van mevrouw Van Oosten. Maar daarna kwam het scharrelvarkensvlees,
en betere slachtmethoden.
Maar ook voor ik haar leerde kennen had zij
al veel gedaan om dieren in nood te helpen! Zo heeft
zij de eerste aanzet gegeven tot het kettinghondenbesluit.
Dat was in Raalte, maar van daaruit waaide dat over
naar andere gemeenten. Op alle fronten vocht zij tegen
al het dierenleed dat zich hier in Nederland voordeed.
En dan te weten dat zij in haar jeugd, die zij tot
haar zeventiende jaar in Indië(zoals dat toen
nog heette) had doorgebracht, droomde van een toekomst
in de verpleging! En dan het liefst in Afrika, bij Albert
Schweitzer in Lambarene! Maar deze plannen gingen niet
door, omdat zij haar man ontmoette, en vlak voor de
oorlog met hem trouwde.
Maar, al ging zij dan niet naar Lambarene, zij heeft
hier in Nederland een zeer veelzijdig leven gehad.
Als lerares leidde zij jonge meisjes op in kinderverzorging
en -opvoeding, als kraamverpleegster zette zij zo'n
500 babies op de wereld, en als verpleegkundige in het
ziekenhuis heeft zij bij vele patiënten het lijden
verlicht en verzacht.
Toen zij na de oorlog het immense dierenleed zag van
de dieren in de bio-industrie, ging zij hier verder
haar leven aan wijden. Zij heeft op dit terrein werkelijk
baanbrekend werk verricht, en zij was onstuitbaar!
Drie hartinfarcten konden haar niet tegenhouden zich
volledig te blijven inzetten. De koninklijke
onderscheiding, die zij in 1981 ontving, op voordracht
van het Ministerie van Landbouw, was dan ook wel
verdiend!
Het plotseling overlijden van haar man in 1991 heeft
haar een grote knauw gegeven. Maar uiteindelijk kwam
zij dit toch te boven, al bleef het een groot verdriet!
Mensen die groot zijn, groot leven, zijn niet altijd
makkelijk. Zo was ook mevrouw Van Oosten niet altijd
makkelijk. Maar het was een mens uit één stuk! Zij stond voor wat ze zei! En daarin was zij heel
consequent! Zo vind ik het volgende verhaal heel typerend
voor haar:
Altijd als zij in een restaurant zat (en dat gebeurde
nogal eens, omdat zij dikwijls geen tijd had voor boodschappen
doen en eten koken!) en er een plantje in haar buurt
stond dat slap hing van droogte, dan vroeg zij aan degene
die bediende om een glas water, zogenaamd omdat zij
een aspirientje voor de hoofdpijn wilde innemen. Zodra
de bediende het glas aan haar had gegeven en zich had
omgedraaid, werd het glas echter op de aarde van het
plantje leeggegoten.
Dit verhaal vertelde zij eens aan de toenmalig voorzitter
van het Productschap voor Pluimvee en Eieren, die haar
op slag een enig mens vond!
Mevrouw Van Oosten, zij is heengegaan, maar zij heeft
haar sporen nagelaten! Toen nog niemand, ook geen enkele
dierenorganisatie, dacht aan de dieren in de bio-industrie,
heeft zij de mensen wakker geschud! Zij was de eerste
die tijdens een bijeenkomst van enkele honderden varkens-,
kalver- en pluimveehouders, waar zij als enige
vrouw aanwezig was, naar de microfoon liep en de agrariërs
vroeg of zij er wel eens over hadden nagedacht wat de
consument eigenlijk wilde! Zij heeft in die begintijd
in agrarische kringen zeer veel opschudding
teweeggebracht!
Zij heeft de moed gehad op te komen voor het dier want,
zo was haar stelregel:
HET DIER KAN, WANNEER HET EENMAAL IN MENSENHANDEN IS
GEVALLEN, NIET PROTESTEREN, NIET DEMONSTREREN, NIET
STAKEN EN NIET VLUCHTEN. DAAROM ZAL DE MENS VOOR HET
DIER MOETEN SPREKEN!
Wel, mevrouw Van Oosten heeft deze taak ruimschoots
volbracht. Wij gedenken haar met respect en dankbaarheid! Bep de Boer. december 2000. |
|
|
|
|
|