In onze maatschappij willen we maximale vrijheid voor
ons zelf en in ruil daarvoor gunnen we anderen hun vrijheid,
los van hoe zij dit willen invullen, als wij deze vrijheid
ook maar krijgen.
Deze situatie is ideaal, maar vraagt ook dat we grenzen
stellen als dieren daarvan de dupe worden. Welke grenzen
en hoe, op welke gronden getrokken, daarover gaat dit
artikel.
Uiteraard spreken we hier over legale en geweldloze
manieren.
Barmhartigheid jegens wolven is onbarmhartigheid jegens schapenLeo Tolstoj
Wanneer de vleesproducent zich onverantwoordelijk gedraagt
Een onderdeel van onze vrijheid is dat we ons niet
druk hoeven te maken over het produceren van voedsel.
We hoeven niet meer zoals onze verre voorouders op jacht
naar vlees, we kunnen ons beperken tot koopjesjacht
in de supermarkt. We delegeren de verantwoordelijkheid
voor het verantwoord produceren van vlees naar de veehouder.
Deze ontvangt op zijn beurt geld voor zijn product en
iedereen lijkt tevreden omdat we de handen vrij hebben
om zelf geld te verdienen op de wijze die het aangenaamst
en het meest effectief lijkt.
So far so good, helaas komt er een kink in de kabel
als de vleesproducent zich onverantwoordelijk blijkt
te gedragen. Hij vergiftigt het vlees met hormonen,
antibiotica, mishandelt (weliswaar passief door
het dier een onnatuurlijk leven te geven) het nog levende
dier enz…. Wanneer de producenten ook nog eens zoveel
produceren dat producten geëxporteerd (70%!) worden,
wordt de wijze van productie des te meer een zaak voor
iedere inwoner. Immers de overproductie vraagt om ruimtebeslag,
doet een aanslag op het milieu en gaat gepaard met gebrek
aan dierenwelzijn. Het houden van dieren onder minimale
omstandigheden kan (zeker bij export) niet worden afgedaan
als een noodzakelijk kwaad. We hebben als burger het
democratische recht om van producenten te eisen dat
zij een fatsoenlijke bedrijfsvoering houden en zelfs
dat ze zich onthouden van overproductie.
Verantwoordelijkheid
De consument kan
de producent niet meer vertrouwen en wordt gedwongen
om na te denken over de ongewild teruggegeven verantwoordelijkheid.
We kunnen zoeken naar een andere, meer verantwoordelijke producent, maar je kunt ook proberen de boodschap te
verdringen of de verantwoordelijkheid af te wentelen
naar de overheid.
De overheid op haar beurt heeft voor het uitvoeren van
haar beleid nodig dat de consument en de producent zich
verantwoordelijk gedragen, want beleid is onuitvoerbaar
als iedere burger gecontroleerd moet worden.
Deze vicieuze cirkel is te doorbreken als een van de
drie partijen de ander voor het blok zet. Helaas hebben
alle 3 de partijen er financieel belang bij om de ander
niet al te zeer onder druk te zetten. Via de belastingen
heeft de consument al vooruit betaald voor vlees en
zuivel. Prijsverhoging moet dus samengaan met het stopzetten
van subsidie.
Het zal dus niet vanzelf tot een oplossing komen.
Verantwoord leven moet ook niet onze vrijheid kosten,
bijvoorbeeld door ver om te moeten rijden voor biologisch
vlees of door te veel gerechten te moeten laten staan.
We hebben het al druk genoeg. Begrijpelijk, maar bio-industrie
en het exporteren van dierlijke producten betekent dat
wij onze eigen levensruimte meer beperken dan nodig
is. Het betekent ook dat we een grote gemeenschappelijke
leugen in stand houden, namelijk dat het lot van dieren
onze verantwoordelijkheid niet is en dat we ons daaraan mogen onttrekken.
Een filosoof die een relatie legde tussen vrijheid en verantwoordelijkheid was Jean-Paul Sartre (1905-1980). Eén van Sartres belangrijkste ideeën is dat de mens fundamenteel vrij is, en als gevolg daarvan volledige verantwoordelijk voor wat hij doet.
Iedereen kiest zelf wat hij doet, maar ook wat hij is. Wie dat ontkent, noemt Sartre "ter kwade trouw".
Sartre's filosofie strekte zich niet uit tot dieren. Een overeenkomst en een verschil tussen mens en dier is dat ook dieren fundamenteel vrij zijn, maar niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun daden. Op dat punt moet de mens optreden als vertegenwoordiger van de rechten van het dier en als beschermer tegen de daden van het dier.
Een citaat uit de filosofischetuin.be:
Sartres analyse is niet vrijblijvend, maar houdt een oproep in tot "authenticiteit", tot "echt" mens zijn i.p.v. te leven als een ding: stoppen met de kwade trouw, stoppen met een rol te spelen als ding omdat je die rol nu eenmaal altijd al gespeeld hebt of omdat die rol je door iemand (door je milieu, door de tijdsgeest) wordt opgedrongen, en in de plaats hiervan bewust nadenken hoe en wie je wil zijn, zelf in alle vrijheid een keuze maken en daar dan voor gaan (je engageren).
Sartres filosofie roept op tot kritisch zijn tegenover jezelf, anders gezegd tot filosoferen over jouw levensstijl.
Het belangrijkste voorbeeld op dit ogenblik is allicht de rol die we spelen als consument.
Tot zover het citaat. De rol als consument waarover we ook na zouden moeten denken is onze rol als consument van voedsel. Is het nog wel van deze tijd om dierlijke producten te consumeren en moeten we de ruimte op aarde niet evenredig delen met dieren en de natuur.
Vrijheid als pragmatische paradox
Iemand die zijn of haar verantwoordelijkheid totaal
wil nemen en een ander helemaal niet tot last wil zijn,
bijvoorbeeld door geen dieren te gebruiken, die heeft
het zwaar. Er zitten in zoveel producten dierlijke producten
van duistere herkomst verwerkt, dat het moeilijk is
om in deze maatschappij te kiezen voor een echt (bewuste
en) verantwoordelijke levenswijze.
De oplossing zit in de hoek van de paradox:
er moeten grenzen aan de vrijheid
aan spelers in de markt gesteld worden om juist
de gevolgen
van het vrijlaten (van de markt) verantwoord te
houden. De Amerikaanse rechtsgeleerde Peter Berkowitz
wijst in zijn essay The Liberal Spirit in America (in het tijdschrift Policy Review) op de paradox
van de vrijheid: hoe meer vrijheid we verwerven, hoe
meer we geneigd zijn elke autoriteit als arbitrair af
te wijzen, waardoor we onze vrijheid tegen onze bedoeling
in juist ondermijnen.
Hoewel het een traag proces is heeft de samenleving
er uiteindelijk het meest aan wanneer mensen zichzelf
ontplooien en bevrijden van allerlei schadelijke behoeftes.
Het is aan de mens om de schijnbare tegenstelling tussen
zelfontplooiing en zelfbeheersing te overwinnen en om
te vormen tot beschaving, die tevens leidt tot respect
voor dieren.
Animal
Freedom pleit voor het instellen van een aantal maatregelen,
die een bovengrens stellen aan het gebruik van dieren
en daarmee misbruik van dieren bijna onmogelijk maken.
Deze maatregelen zijn verwoord in de doelen van Animal Freedom en luiden als volgt:
Het stopzetten van im-
en export van levende dieren en dierlijke producten
uit de bio-industrie, zowel van dieren uit de veehouderij
als uit de vrije natuur.
Het herstellen van het natuurlijke evenwicht in
de natuur en het maximaliseren van de mogelijkheid
tot natuurlijk gedrag voor dieren in onze cultuur.
Een realistisch prijspeil voor dierlijke producten,
waarin de kosten om te komen tot een dier- en milieuvriendelijke
productie volledig worden doorberekend en de overheid
zichzelf geld bespaard door de intensieve veehouderij
niet meer te subsidiëren.
Ad 1. Productie voor het buitenland houdt de bio-industrie
in stand en maakt het onmogelijk om binnen het eigen
land op basis van vrijwilligheid een economisch gezonde
bedrijfsvoering te voeren. Iedereen die zich niet aan
een verantwoordelijke bedrijfsvoering houdt, verpest
de markt voor anderen. Vooral binnen de kaders van "geen
im- en export" is een binnenlandse vrije
marktwerking denkbaar, waarin de verantwoordelijkheid
voor een verantwoorde bedrijfsvoering kan worden overgelaten
aan de producent. Hoogstens zou een regionale
markt kunnen worden aangehouden, die deels (nationale)
grensoverschrijdend is, maar die past in een ecologisch
verantwoorde bedrijfsvoering.
Ad 2. Hiermee wordt stelling
genomen tegen de plezierjacht. Door het afschieten
van dieren voor het plezier schiet de jager tekort
in respect voor het dier. Er spreekt arrogantie
uit ten aanzien van het dier. Respect komt tot uitdrukking
in het werken naar een natuurlijk evenwicht in de
natuur, dus met natuurlijke predatoren, die een
beheersjacht overbodig maakt. In dergelijke omstandigheden
kunnen dieren zich met recht natuurlijk en vrij
gedragen.
Respect voor dieren in de veehouderij komt tot uitdrukking
in het werken op ecologische grondslag, waarbij dieren
maximaal de mogelijkheid krijgen om zich natuurlijk te
gedragen.
Pas als we in onze maatschappij
de bedrijfsvoering in en rond de veehouderij begrenzen,
kunnen we vrijelijk en zorgeloos
genieten van onze eigen vrijheid.
De uitgangspunten betekenen op den duur voor een groot
aantal mensen een ingrijpende wijziging van hun manier
van geld verdienen. Het zijn slechts eenvoudige koerswijzigingen,
die geheel in lijn liggen met de manier waarop onze maatschappij
is ingericht: op basis van een vrije marktwerking, maar
met bescherming van het kwetsbare.Ad 3. Wie vlees wil eten tegen
welke prijs dan ook, zou de prijs moeten betalen voor
een leefbaar leven voor producent van vlees en voor het
dier. Hierbij kan dan de vrije markt werken zoals beschreven
onder ad 1 wanneer ook de overheidssteun voor de intensieve
veehouderij wordt ingetrokken. Geen belastinggeld meer
als bloedgeld ingezet: de sector moet zichzelf bedruipen.
Het betekent ook dat internationaal werkende fast-food-ketens moeten worden begrensd in hun ongebreidelde drang naar
grotere vleesconsumptie.