November 1999 werd in Seattle, VS, de millenniumronde gehouden van de WTO, de Wereldhandelsorganisatie.
Inzet van de Amerikanen is de definitieve opheffing van de Europese landbouwsubsidies.
Die subsidies werken immers als tariefmuren en protectie, en in WTO-termen zijn dat essentiële belemmeringen voor de liberalisering van de wereldhandel.
Krijgen de Amerikanen hun
zin, dan zijn de gevolgen dramatischer dan Brussel en
Den Haag wellicht bevroeden, want de kans dat onze (Europese
en) grondgebonden Nederlandse landbouw deze liberalisering
overleeft is praktisch nihil. In kringen van het ministerie
van Landbouw wordt over deze ontwikkeling nogal positief
gedacht. De landbouw, zo oordelen ambtenaren, moet een
gewone sector van de economie worden. Van een alternatief
voor het WTO-voornemen wil men nauwelijks horen. Het
schip vaart toch al, en je kunt het niet meer stoppen.
Elders wordt daarover heel anders gedacht.
In de zogenoemde Club van Brugge heeft zich een Europese
groep van agrarische topdeskundigen verzameld, met het
oogmerk om Brussel een breed scala aan alternatieven als
bagage mee te geven voor Seattle. In Nederland hebben
boerenbestuurders en milieudeskundigen zich verenigd in
de Stichting Boerenbruiloft (naar het gelijknamige schilderij
van Breughel) met eenzelfde intentie. Ook in Duitsland,
Frankrijk, Oostenrijk en Zuid-Europa zijn gelijksoortige
initiatieven ontplooid.
Aanleiding is niet alleen de WTO-ronde, maar ook de niet
ophoudende reeks van schandalen en conflicten waardoor de landbouwsector
wordt geplaagd. Dioxinekippen, knoeiende vetsmelterijen,
varkenspest, exportfraude, hormoonmaffia, et cetera.
In een interview kritiseerde LTO-voorzitter
Gerard Doornbos onlangs de dubbelhartige houding van
het politieke bedrijf ten opzichte van de landbouw.
Enerzijds worden de landbouwminister en de LTO-top naar
Brussel gestuurd met de WTO-boodschap van de vrije markt,
waarbij de boeren zonder subsidies tegen wereldmarktprijzen
moeten gaan concurreren, anderzijds doet de politiek
vrolijke beloftes over duurzaamheid, biologische landbouw
en vitalisering van het platteland.
Terwijl de ministers van Financiën en Economische
Zaken in het kader van het WTO-verdrag de vrije markt
bepleiten, dringen consumenten en lokale bestuurders
aan op strenge regelgeving en bestuurlijke interventies.
Beide ontwikkelingen staan haaks op elkaar en zolang
zoveel betrokkenen de essentie van de voedselvoorziening
zodanig misverstaan dat zij deze paradoxen in stand
houden, zolang zullen de crises voortduren en in tal
en last toenemen.
De landbouwsector gaat gebukt onder een
reeks van misvattingen en historisch gegroeide tegenstellingen.
De geschiedenis ervan, en daarmee de boerenervaring, wordt gedomineerd
door enkele decennia van weergaloos succes. Sanering,
rationalisatie, innovatie, productieverhoging en exportbevordering zijn de trefwoorden van agrarisch Nederland sinds het Mansholtplan.
In de glastuinbouw en de bollensector worden mondiale
succesverhalen geschreven. De Nederlandse zuivel is
een der sterkste ter wereld en ook de Europese verwerkende
industrie heeft hier haar verankering. Het succes kan
en kon niet stuk.
Schaduwzijden en crises worden verdrongen, vooral bij
boerenbestuurders en agrarische ambtenaren. Men schijnt
daar weinig te weten van Europa, van milieueconomie,
van de WTO-coulissen en zelfs van wat er leeft onder
de eigen achterban.
Dat het succes zo door deze crises wordt belast komt
doordat de moderne agrarische bedrijfsvoering een aantal
elementaire wetmatigheden van de biologie en de fysica
ontkent. De zogenaamde Wet van Behoud van Ellende leert
dat er nooit een "gratis lunch" bestaat ofwel
dat tegenover ieder voordeel altijd een verliespost
staat. Wie varkens in te grote aantallen en dichtheid
wil houden roept dit verlies vanzelf op, want een dergelijke
populatiedruk leidt per definitie tot een groter ziekterisico.
Conform modern techno-optimisme
denkt men dit risico met medicinale middelen te bestrijden,
doch dat is onmogelijk. Alleen drastische reductie van
aantallen en het spreiden van de populatie kan de varkensfokkerij
toekomst geven. Gebeurt dat niet, dan zal de druk op zowel
het milieu als de overheidsfinanciën blijven bestaan,
want vrijwel nergens wordt zo op de zak van anderen geteerd
als in de varkenshouderij.
De kosten van de pest bedroegen vijf tot zeven miljard,
en de overheid betaalde. Er bestaat geen gratis lunch
en de karbonade is alleen in schijn goedkoop. Varkensboeren
noemen zich vrije jongens, maar dat zijn ze niet. Ze hangen
aan het infuus van de overheid, en zo gaat het ook met
de grondgebonden landbouw. Het is nog niet eerder in de
geschiedenis gelukt om een stabiele voedselvoorziening
te organiseren zonder een stevig vangnet van regelgeving
en toeslagen.
Dat is geen wonder, want een vrije markt kan alleen functioneren
als alle productiefactoren beheersbaar zijn, en in de
landbouw lukt dat alleen in zekere mate bij de teelt
onder glas. Daarbuiten zijn vrijwel alle productiefactoren
instabiel of onberekenbaar, of zij kunnen niet worden
meegerekend in de prijsvorming.
Zo is daar de productiefactor klimaat. Regen, droogte,
hitte, kou, storm, hagel - noem maar op. De huidige
klimaatsverandering dreigt ook de agrarische wereld
op z'n kop te zetten en niemand kent de afloop. In het
ene land poogt men de kosten van klimaatschade en milieuproductiefactoren
te laten meetellen, in het andere land wordt het milieu
gratis uitgeput, en alleen al die ongelijkheid maakt
eerlijke, concurrerende prijsvorming of duurzame voedselproductie
onmogelijk.
In Seattle stonden de enorme verschillen in milieukosten
per land en per regio niet eens op de agenda, en de
effecten van monocultures, erosie, bodemuitputting en
verzilting evenmin. Het wereldwijde voedsel- en landbouwprobleem
heeft weinig met vrijhandel te maken, maar met gebrek
aan grond, aan water, en het verlies van miljoenen hectares
vruchtbare akkers. Bij de WTO heeft men van dit alles nooit gehoord.
Producenten van voedsel dragen andere verantwoordelijkheden dan bijvoorbeeld fabrikanten van schoeisel, en bijgevolg
werden en worden boeren door de eeuwen heen beschermd
tegen willekeur, en dus is er een gemeenschappelijke landbouwpolitiek.
Heffen we die op, dan verdwijnt de zuivel naar Nieuw-Zeeland
en Zuid-Amerika, de akkerbouw naar Oost-Europa, en ook
de meeste andere sectoren zullen - althans hier - niet
overleven. Daarnaast zullen we een toename zien van
maffiose krachten, want instabiliteit nodigt uit tot
fraude en de controle is duur, gecompliceerd en zelfs
wegbezuinigd. De gekke-koeienziekte is onder meer ontstaan omdat de regering-Thatcher de
keuringsdiensten heeft wegbezuinigd, waardoor ondeugdelijke
(kadaver)grondstoffen in het veevoer terechtkwamen.
Het dioxineschandaal is het vanzelfsprekende resultaat
van wilde handel
in afvalolie, slachtafval en kadavers, waarbij de
betrokken vetsector zijn eigen handelwijze mag controleren
en keuren. Dat is vragen om problemen. De overheid heeft
ook hier de controle in de euforie over de vrije markt
afgeslankt, in de merkwaardige verwachting dat dit zou
leiden tot financieel gewin voor diezelfde overheid.
Het tegendeel is gebeurd, want de kosten van de varkenspest,
de BSE-kwestie en nu weer de dioxine zijn - alweer -
een veelvoud van wat men ooit met alle afslankingen
dacht te bezuinigen. Alleen al in België zal het
BNP van 1999 door de dioxinecrisis 0,4 tot 0,8% lager uitkomen.
Landbouwbestuurders moeten een systeem overeind houden
dat het succes voorbij is en ten prooi is aan middelpuntvliedende
krachten die steeds onbeheersbaarder worden. Minister
Van Aartsen was de eerste die begreep dat deze krachten
geen consensuscultuur meer verdragen.
Het is veelbelovend dat zijn opvolger, minister Brinkhorst,
meteen liet weten dat met hem niet te spotten valt.
Uit zijn jongste maatregelen blijkt dat hij inderdaad
de daad bij het woord wil voegen. De minister heeft
alle gelijk aan zijn zijde als hij de nitraat-richtlijn
van de EU als hefboom voor het mestbeleid gebruikt.
De boerenorganisaties weten al bijna dertig jaar dat
hun eigen aanpak niet deugt.
Wel rijst de vraag of geen uitzondering moet worden gemaakt voor de melkveehouderij.
Inkrimping van het aantal
varkens en kippen is voor de boeren dramatisch, maar tast de structuur
van het landschap niet aan. Dat ligt anders wanneer
2000 zuivelboerderijen zouden verdwijnen.
De landbouwsector
zal een transformatie moeten doormaken die aan allerlei Jacobse-en-Van-Es-handeltjes
geen kansen meer geeft, het criminele karbonadecircuit
stopt, de keuringsdiensten in ere herstelt, de varkens-
en pluimveesector decimeert en die vooral de dwalingen
van vrijemarktideologen bestrijdt.
In de zogenaamde Breughelnota van de Stichting Boerenbruiloft wordt een fiscaal-economisch-ecologische
analyse gegeven van de benodigde transformaties. Essentie
is het gegeven dat de samenleving altijd bereid was
om de boer te subsidiëren. Die geldstroom moet
blijven bestaan, maar worden omgebogen naar duurzaamheidsprikkels.
Geef fiscale voordelen aan die landbouw die produceert
volgens criteria van duurzaamheid. Stop met de wirwar
van subsidies, bijvoorbeeld voor de export van kalveren, wat tot fraude en wreedheid
leidt. Beloon diervriendelijkheid, geef premies voor
een mineralenboekhouding die aantoont dat een bedrijf
ieder jaar efficiënter omgaat met fosfaat en nitraat,
doe hetzelfde met het gebruik van bestrijdingsmiddelen
en energie, en idem voor de productie van natuur en landschap.
De WTO landbouw van concurrentie en vrije markt zal
leiden tot het verder opjagen van de productie, tot
nog meer schade aan natuur, landschap, gezondheid en sociale structuur
van het platteland.
Duurzame landbouw zal tot minder productie leiden,
maar winst opleveren in de vorm van natuur,
klimaat, bodembehoud, schoon water en biodiversiteit.
Voor die "producten" betalen we
nu ook, maar dan in de vorm van schaderegelingen
of een schuld aan de toekomst. Door deze
kosten en baten fiscaal manifest te maken
ontstaat er een nieuw agrarisch perspectief.
Wouter van Dieren is directeur
van het Instituut voor Milieu- en Systeemanalyse(IMSA)
en lid van de Club van Rome. Verschenen
in de Volkskrant 15 september 1999
(met toestemming overgenomen
van Wouter van Dieren). Meer
over de WTO. Meer over
de toekomst van de veehouderij en MKZ.