Het opkomen voor dieren kent 2 belangrijke aspecten: gevoel voor rechtvaardigheid en mededogen met het dier.
Deze 2 motivaties lijken
op de 2
hoofdstromen in de politiek: liberalisme en het socialisme. In de strijd voor de
rechten en belangen van het dier heeft recht op
vrijheid (liberalisme) helaas niet zulke goede associaties.
De associaties die hier bedoeld worden, zijn een
associatie met de liberale politiek van de VVD en
de politiek van de dierenliberatoren, het dierenbevrijdingsfront
(DBF). Dat is jammer, want daardoor dreigt het opkomen
voor dieren minder effectief te zijn.
De associatie met de politiek
van de VVD is ongelukkig omdat daarmee het recht van de
sterkste wordt geassocieerd en de associatie met het DBF
of ALF is ongelukkig omdat de methode van het letterlijk loslaten
van dieren zo omstreden is.
Natuurlijk voeren wij op Animal Freedom actie tegen de uitwassen van het liberalisme en
ondersteunen wij alleen legale acties.
Zie ook het interview met Hans Achterhuis door Marcel
Ham in het blad van Milieudefensie nav moord op Fortuyn. |
Onderwerpen |
Illegale acties. |
Eco Nostra en Peter Siebelt. |
Ongewenste associaties. |
Solidair of solitair? |
Slechte rolmodellen. |
Met een kluitje in het riet. |
Dierenrechten zijn een kwestie van principes. |
Zijn compromissen wel zo strategisch? |
Onduidelijke uitgangspunten en doelstellingen en iedereen te vriend willen houden. |
Dweilen met de kraan open. |
Valkuilen. |
Dierenrechtenactivisten staan na de moord
op Fortuyn in een kwaad daglicht. De negatieve publiciteit
wordt door velen aangegrepen om het geweten te sussen:
"opkomen voor dieren is niet nodig want ik wil daar
niet mee worden geassocieerd".
Activisten die illegale
acties uitvoeren waarbij vernielingen worden aangericht
komen steeds meer geïsoleerd te staan. Het publiek verliest steeds meer haar sympathie
en de activisten raken gefrustreerd.
Het opkomen voor dierenrechten is een zaak van lange adem
en niet van hit-and-run-acties. Alleen als activisten
zelf het goede voorbeeld
geven door positieve acties te houden en bijvoorbeeld
lekker vegetarisch te koken is navolging te verwachten. |
|
Eco Nostra en Peter Siebelt
In het boek Eco Nostra (juli 2003) probeert Peter Siebelt
een relatie te suggereren tussen links denkende kiezers
en politici enerzijds en illegale dierenrechtenactivisten
en milieubeschermers ("cosa nostra, alias milieu
maffia") anderzijds. Vegetariër zijn (laat
staan veganist), is al verdacht. In zijn boek worden
te hooi en te gras, rijp en groen, personen afkomstig
uit linkse en rechtse hoek ten tonele gevoerd, die legaal
of illegaal actievoeren. Hij wekt de suggestie dat een
nationaal en internationaal netwerk samenwerkt om koste
wat kost op te komen voor dierenrechten en het milieu.
Weinig is minder waar. Wel is er door de illegale acties
een basis voor een dergelijk boek (met bijbehorend lezerspubliek) gelegd.
Siebelt baseert zich op onder valse voorwendselen verzameld oud
papier van actiegroepen en op informatie te vinden
op het Internet.
Helaas beperkt hij zich bij het overnemen niet tot knippen
en plakken maar meent hij de vermeende relaties van
cynisch commentaar te moeten voorzien. Door willekeurige
feiten achter elkaar te zetten suggereert hij verbanden
en door relevante informatie weg te laten, manipuleert
hij de lezer. En hierbij doet hij (helaas geholpen door
de media) de waarheid geweld aan. Hoe het wel zit met
de geschiedenis van het actievoeren voor dierenwelzijn
en het milieu, beschrijven respectievelijk Bernd Timmerman
in Trouw en met name Klarissa Nienhuys op
onze site uitgebreid. |
Juridische effectiviteit
Door de bovengenoemde, ongewenste associaties hebben
gematigde dierenactivisten historisch een meer radicaal
sociaal standpunt ingenomen. Er lijken dan immers genoeg
aspecten over te blijven om het opkomen voor dieren
op te baseren: "het gaat om het welzijn",
dieren "hebben emoties en gevoelens"; "kunnen
pijn voelen"; "hebben een geheugen";
"bezitten een bepaalde mate van intelligentie en
bewustzijn". Kortom, Peter Singer concludeerde
dan ook: dieren hebben belangen en lijken zoveel op
mensen dat het logisch lijkt om hen ook rechten te geven.
Helaas, in de rechtspraak en de politiek zijn deze
aspecten minder gangbaar, omdat het schenden van deze
belangen zo
moeilijk juridisch valt te toetsen.
Hulp van de wetenschap?
Voelt een vis pijn als deze aan de haak wordt geslagen?
Het is duidelijk dat de vis reacties vertoont die overeenkomst
vertonen met mensen die pijn hebben of onder stress
staan. Echter, voorstanders van de hengelsport komen
al snel met het argument dat de actievoerders antropomorfiseren:
naar de menselijke maatstaf denken en voorstellen. Daar
schrikken de dierenrechtenactivisten zo van dat zij
de wetenschap te
hulp roepen om aan te tonen dat vissen geschaad
worden door de hengelsport. De dierenrechtenbeweging
is aldus sterk in de verdediging en telkens op zoek
naar nog meer overtuigender argumenten. Echter, rechten
hebben meer te maken met principes dan met wetenschap.
Het moge duidelijk zijn dat op Animal Freedom betoogd
wordt dat vissen het recht hebben dat bijvoorbeeld hun
rust niet wordt verstoord door mensen die voor hun
plezier op vissen jagen. |
Effectiviteit op de lange termijn
Er is een goede reden voor dat zoveel mensen kiezen
voor het liberalisme. We willen dit voorrecht van vrijheid
ook aan het dier gunnen, zonder
aan een dier de voorwaarde te stellen dat het op
veel punten overeenkomsten heeft met de mens (gevoelens,
intelligentie e.d.). We denken daarmee in juridische
zaken uiteindelijk effectiever voor de belangen van
dieren op te kunnen komen. Wanneer het recht op vrijheid
als grondrecht voor dieren in de grondwet wordt vastgelegd, pas dan kan effectief opgetreden
worden tegen de bio-industrie en tegen andere bedrijfsvoering
waar het welzijn van het dier in het geding is. Zo niet, dan kunnen alleen uitwassen worden aangepakt. |
Solidair of solitair?
Je hebt mensen, organisaties en politieke partijen
die zich inzetten voor het milieu, voor
de natuur en voor dierenwelzijn.
Een milieuactivist zet zich in voor
een schoon milieu, waarin zo min mogelijk
gif en meststoffen terecht komen. Een milieuactivist maakt zich zorgen over de gezondheid van
het milieu en de gevolgen daarvan voor de natuur.
Een strijder voor de natuur maakt
zich ondermeer zorgen over het uitsterven
van zeldzame dier- en plantensoorten en
probeert biodiversiteit te bevorderen.
Een dierenbeschermer maakt zich sterk
om mishandeling van dieren te voorkomen
of aan te pakken. En een dierenrechtenactivist
vindt dat dieren rechten hebben en richt
zich op mensen die deze rechten niet erkennen.
Een dierenbevrijder haalt dieren uit gevangenschap
weg, meestal in het geval van proefdieren,
pelsdieren of (incidenteel) uit de intensieve veehouderij.
Deze groepen overlappen slechts gedeeltelijk.
Het komt voor dat een milieuactivist of partij
zich niet bekommert om het dierenwelzijn in groene
labelstallen of concentratie van intensieve
veehouderij in varkensflatsop industriegebieden, zolang deze stallen
maar geen ammoniak uitstoten naar het milieu.
Reductie van milieubelasting is voor deze personen
belangrijker dan reductie van het aantal dieren
dat lijdt onder de bio-industrie. Het lijkt wel
of deze dieren niet tot de natuur worden gerekend
of geen intrinsieke waarde hebben.
Mensen die zich inzetten voor anderen uit
de Derde wereld zijn soms bereid verregaande
concessies te doen t.a.v. dierenwelzijn voor
de economische ontwikkeling van landen.
Het gevolg is bijvoorbeeld dat visgronden
voor de kust van Afrika worden geplunderd
tegen een aalmoes van visserij-landen. Zij
vinden het blijkbaar te veel moeite om twee
doelstellingen (menselijk en dierlijk welzijn)
tegelijk in het oog te houden.
Een ander voorbeeld is het Wereld Natuur Fonds dat zich inzet tegen uitsterven
van soorten in het wild. Dit doel betekent
niet dat het WNF tegen het zinloos doden
van dieren is. Daartoe heeft zij zichzelf
niet verplicht. Zo kan het gebeuren dat
het WNF zijn afschuw uitspreekt over de
beelden van het afslachten van jonge zeehonden
in Canada, maar om de relatie met de lokale
bevolking goed te houden daar niet tegen
in actie komt, zolang de betrokken soorten
niet dreigen uit te sterven. Een dergelijke
houding is niet bepaald moreel hoogstaand,
maar helaas onder het mom van het stellen
van prioriteiten eerder regel dan uitzondering.
Belangrijk is dus te kijken waarom iemand
actie voert tegen de bio-industrie en
er niet te snel vanuit te gaan dat iedereen deze strijd om dezelfde redenen ondersteunt.
Dit voorkomt frustraties bij naïeve verwachtingen over vermeende solidariteit. Juristen
zullen pleiten voor juridische maatregelen,
biologen voor afgesloten leefgebieden, christenen voor rentmeesterschap, psychologen
voor bewustwording, sociologen voor toegankelijke recreatiegebieden, enz.. |
Slechte rolmodellen
Het imago van boeren is van oudsher ijzersterk. Ieder kind heeft weleens gefantaseerd om boer(in) te worden. Door de bio-industrie, hebzucht en grenzeloze brutaliteit is dit imago tanende. Voor dit proces is de sector zelf verantwoordelijk, maar er gaat zoveel geld in om en er zijn zoveel belanghebbenden die er hun geld in hebben geïnvesteerd dat het weinig zin heeft om als naïeve eenling te proberen een eenmans gevecht te voeren. m
Het is een open staldeur dat een populair politicus vermoorden niet leidt tot begrip bij het grote publiek bij de beweging waaronder dieren- en milieuactivisten vallen.
Marianne Thieme voorspelde: "eerst negeren ze je, dan maken ze je belachelijk, dan bestrijden ze je, tenslotte win je". Daarmee bedoelde ze niet dat degene die zichzelf belachelijk maakt de overwinning op de dierenmisbruikers dichterbij brengt.
Streakers moeten streaken en zich niet als een mak schaap publicitair laten afslachten door vlot gebekte tegenstanders die het goed doen in de media. Blijf bij waar je goed in bent, blijf op het rechte pad en houdt geduldig de lange termijn doelen in het oog en verkijk je niet op korte-termijn publicitaire winst in debat met mensen die je zelf ook gebruikt of aanvalt. Doe dit zeker niet als je emotioneel niet kalm kunt blijven. Doe dan liever niet iets dan iets waarmee het vooroordeel van de sceptici in de massa wordt gevoed. |
Goede rolmodellen
Onmiskenbaar een goed rolmodel is Paul McCartney. De ex-beatle is vegetariër en zet zich publiekelijk in tegen dierenleed in de vee-industrie. Rechts een "schokkende" video, gemaakt in samenwerking met PETA. PETA staat voor People for the Ethical Treatment of Animals. Peta staat bekend om zijn harde aanpak. Het is een kwestie van smaak om in te schatten of deze schokwerking mensen wakker schudt of dat zij mensen juist doet afschrikken.
Omdat "sex sells" gebruikt PETA vaak naaktmodellen in haar campagnes. Dat roept weer de vraag op waar de belangstelling vandaan komt en of er iets beklijft van de achterliggende boodschap. |
|
Met een kluitje in het riet gestuurd worden
Deze uitdrukking verbeeldt dat mensen van het juiste
spoor worden afgeleid, zodat zij zich vastlopen in het
moeras. Dit moeras staat voor een juridische woordenstrijd
die niet kan worden gewonnen. De laatste 20 jaar van de vorige eeuw meenden
veel dierenrechtenactivisten dat het pleit kan worden
gewonnen door een beroep te doen op de intrinsieke
waarde van het dier. In 1981 is dit aspect in de
wet opgenomen. Ten onrechte heeft men daaruit de conclusie
getrokken dat daarmee de victorie is begonnen. De werkelijkheid
wijst uit dat het tegendeel het geval is: de bio-industrie
is alleen maar gegroeid en de praktijk is er voor dieren
bijna alleen maar op achteruit gegaan. De veehouders
zien in hun dieren economische waarde en zullen doorgaan
steeds meer economische waarde te construeren.
De enige reden dat veehouders hun dieren niet nog slechter
behandelen is dat het in sommige gevallen evident is
dat zij daarmee het welzijn van hun vee zouden schaden
en daarmee ook hun eigen commerciële belangen.
Dierenmishandeling is gelukkig wel via de wet aan te
pakken. Niet echter is via de huidige wetgeving geregeld
hoe passieve mishandeling en uitbuiting juridisch moet
worden getoetst. Daarvoor moet de wet worden aangevuld
met het grondrecht op vrijheid voor dieren. Dat is de
reden waarom Animal Freedom haar naam gekozen heeft:
de grondwet moet op dit punt tussen mensen en dieren
worden gelijkgetrokken.
Het begrip "intrinsic value" zal nog lange
tijd en internationaal populair blijven en worden omdat
dit zijspoor de mensen die veel geld willen verdienen
aan dieren ongemoeid zal laten. Excessen zullen aangepakt
worden, maar dit bestendigt en legitimeert tevens de
praktijk van het dierengebruik.
Ook het instellen van een leerstoel dierenrechten zal niet alleen helpen bij het verbeteren van dierenwelzijn.
Het vergroot de kennis over de positie van het dier
in de wet, maar is op zich geen prikkel om de positie
van dieren in de praktijk te verbeteren. Als professor Dirk
Boon stelt dat de grondslag van dierenrecht is het
recht om niet mishandeld te worden en dat de mens de
plicht heeft om geen dieren te mishandelen, dan beschrijft
en legitimeert hij hiermee de praktijk van het omgaan
met dieren. Het gaat erom verder te gaan dan symboolwetgeving
en symboolfuncties.
Gelukkig gaat Boon in de media verder dan de letter van de wet.
Een andere manier waarmee de intensieve veehouderij
haar doodlopende toekomst nog wat wil uitstellen is
door het verschuiven van haar verantwoordelijkheid naar de consument onder het uitroepen "wij produceren
slechts wat de markt vraagt". Zij hoopt met dit
kluitje de criticasters nog enige tijd van haar nek
af te houden. Andere rethorische truukjes zijn
"Nederland loopt voorop met het stellen van welzijnsregels,
wanneer wij onze marktpositie verliezen, neemt het buitenland
het over. En het buitenland neemt dierenwelzijn minder
nauw". Of van de andere zijde: "een dier heeft intrinsieke
waarde".
Voor wie geïnteresseerd is in drogredenen en de
antwoorden daarop, zij verwijzen naar deze opsomming.
Dierenbeschermers willen onderling ook weleens wat oneigenlijke druk op elkaar uitoefenen. Sommigen denken op de korte en anderen op de langere termijn. Die laatsten nemen graag de tijd om te regelen dat ook de organisatie goed wordt opgezet of dat een visie doortimmerd is. Anderen, die ongeduldiger zijn, willen dan de discussie weleens dood leggen door te roepen "we doen het toch allemaal voor de dieren". Deze dooddoener werkt demotiverend en bij veelvuldig oneigenlijk gebruik, vriendjespolitiek en afspraken of eisen om onderling geen kritiek uit te oefenen leidt dit tot de politieke dood in de pot. |
Dierenrechten zijn een kwestie van principes
Iedere motivatie om je in te zetten voor dieren is
een goede, maar alleen principes kunnen aan dieren recht
doen. Wanneer ten aanzien van dierenrechten dezelfde
valkuilen worden vermeden als in het menselijke recht
is een effectief beroep op dierenrecht mogelijk. Dit
betekent dat rechtspraak uitgaat van principes en niet
van ontoetsbare concepten, die gebaseerd zijn op sociale
overwegingen als "pijn kunnen voelen", "welzijn"
en "intrinsieke waarde". Bij deze concepten
geldt dat alleen consensus is te krijgen over grove
schending ervan. Wanneer een varken zich in de bio-industrie
verveelt doordat het in haar korte leven van zes maanden
niets anders kan doen dan in een kale ruimte haar dood
afwachten, dan valt dat buiten het bereik van misstanden
die kunnen worden aangepakt. Recht op vrijheid en gelijkheid tussen
dieren zijn de twee enige, maar noodzakelijke principes.
Dat is wat de Franse Revolutie ons heeft geleerd: vrijheid,
gelijkheid en broederschap. De eerste 2 concepten zijn
in de menselijke rechtspraak opgenomen en goed geregeld,
het derde concept is het enige wat dieren soms (bij
extreme misstanden) van mensen mogen verwachten. |
Zijn compromissen wel zo strategisch?
Sommige strategieën zijn minder effectief dan
ze lijken. In ons poldermodel waarin gewerkt wordt
met compromissen lijkt
een stap voor stap benadering het meest effectief.
Dit is maar schijn. Wanneer veehouders na het sluiten
van een compromis geconfronteerd worden met weer verdergaande
eisen vanuit de milieu- en dierenrechtenbeweging reageren
ze verontwaardigd, want ze hebben net zwaar geïnvesteerd
op basis van het compromis. De stap voor stap aanpak
werkt per definitie trager dan wanneer dierenrechten
gefundeerd worden op een ethisch en moreel principe
en is eerlijker naar alle partijen toe. Het lijkt
een langere weg, maar de optelling van kleine stapjes
zonder richting is een nog veel langere weg. Het
aantal uitgangspunten voor een goede juridische basis
is gelukkig niet zo groot als sommigen denken, zoals
gezegd: vrijheid en gelijkheid. Uiteraard pleiten
we vooraleerst voor legale
en geweldloze stappen.
Zie ook de tv-uitzending van Het Zwarte Schaap
met Michiel Vandenbosch van GAIA. |
Onduidelijke doelstellingen en iedereen te vriend willen houden
Sommige dierenrechtenorganisaties spreken mensen aan
op hun mededogen voor dieren. Ze hebben
deze mensen nodig als donateur. Echter,
een belangrijk deel van deze donateurs valt
ook onder de doelgroep die eigenlijk zijn
gedrag zou moeten veranderen. Deze dubbele
doelstelling is halfslachtig en voorkomt
een krachtig beleid, gericht op echte verbeteringen
voor dieren. Doelstellingen worden dan veilig
of vaag geformuleerd in termen als "welzijn
van dieren verbeteren" en "rekening
houden met de intrinsieke
waarde van het dier", waarbij rekening
wordt gehouden met de economische omstandigheden
van de veehouder.
Een andere verwarring is dat veel activisten
vinden dat je dieren niet mag doden.
Wanneer je dieren wilt eten zullen ze toch
geslacht moeten worden. Veel belangrijker
dan de vraag of het doden
van dieren een ethische kwestie is,
is de vraag of het wel ethisch verantwoord
is om een dier voor zijn dood zijn vrijheid
te ontnemen. Dat is de kern
van de zaak. Door een vleeseter im-
of expliciet als moordenaar te betittelen
of door zelf
geweld te gebruiken, worden geen dieren
gered, maar wordt de discussie doodgeslagen.
Tenslotte, veel medewerkers van dierenrechten-
en -beschermingsorganisaties zijn persoonlijk
vegetariër, maar het beleid van de
organisatie zelf is niet om mensen aan te
zetten tot het stoppen met vlees eten. Men
is bang dat dit donateurs en leden kost.
Liever richt men dan een aparte
organisatie op. Het gevolg is dat organisaties
een onduidelijke en dubbelzinnige boodschap
uitzenden naar het publiek: je moet de belangen
van dieren respecteren, maar je mag ze wel opeten.
Zie ook Titus Rivas over "moralisme
als onterecht verwijt" (aan veganisten). |
Dweilen met de kraan open
Nederland loopt in theorie met dierenwelzijnsregels
en beperking van schadelijke bestrijdingsmiddelen voorop.
Helaas lappen veel landbouwers deze regels aan hun laars.
Wanneer actievoerders pleiten voor het verscherpen en
controleren van deze regels is het natuurlijk wel zo
eerlijk om tegelijk te pleiten voor het beschermen van
de agrarische ondernemers tegen oneigelijke concurrentie
vanuit het buitenland. Daar gelden de strikte regels
nog niet.
Aan de andere kant is het een favoriete manier van agrarische
politici om verbeterde regelgeving tegen te houden door
te eisen dat de maatregelen in de gehele EU worden doorgevoerd.
Deze eis is niet redelijk omdat onze landbouw (itt de
meeste andere EU-landen) gericht is op export. Om buitenlandse
boeren weg te concurreren wordt in eigen land milieu
en dierenwelzijn geschaad.
Een ander voorbeeld van "dweilen met de kraan
open" is de mediastilte waartoe een aantal organisaties
in 2002 hebben besloten. Door Fortuyn zelf en als gevolg
van de moord op hem staat het actievoeren voor dierenrechten
en het milieu in een minder gunstig daglicht. Door niet
aan het grote publiek duidelijk te maken waarom het
zo belangrijk is om voor deze onderwerpen op de bres
te staan, trekt het grote publiek de conclusie dat de
kritiek wellicht terecht was. Het is onverstandig van
de milieubeweging en dierenbeschermers om blijvend te
vertrouwen op de negatieve invloed van dierziektes en
voedselschandalen op het inkoopbeleid van de consument.
De consument heeft een kort geheugen omdat deze belang
heeft bij een lage prijs en snel vergeet dat die samenhangt
met een onrechtvaardige of schadelijke productiewjze. |
Een valkuil is ook te denken dat
een oplossing nabij is of dat alle relevante informatie
op tafel komt, wanneer de overheid bereid is te overleggen.
Wanneer de vertegenwoordigers van de overheid niet integer
zijn en alleen voor hun eigen politieke hachje (bv Europees
mestbeleid) willen zorgen, praten zij alleen over zaken
waarover je kunt onderhandelen. Een voorbeeld hiervan
is dierenwelzijn. Welzijn is bij uitstek een onderwerp
waarop onderhandeld wordt met als resultaat dat dierenrechten
worden genegeerd.
Activisten worden op hun beurt gepaaid
terwijl zij geïmponeerd worden door het feit dat
zij met belangrijke personen om tafel mogen zitten. Een
compromis lijkt dan al snel het goede doel dichterbij te brengen.
Dierenrechten zijn geen zaak van onderhandeling,
maar van principes. Met principes mag geen koehandel
worden gedreven. De Wet Openbaarheid van Bestuur
(WOB) zou veel vaker ingezet moeten worden om bestuurders te controleren.
De Partij voor de Dieren is opgericht omdat de voormalige actievoerders voor dieren een vaste plek aan tafel wilden om mee te praten over beleid dat gevolgen heeft voor dieren. |
Lees op het weblog meer over de PvdD en actie voeren. |